ECLI:NL:RBMNE:2017:4090

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 augustus 2017
Publicatiedatum
10 augustus 2017
Zaaknummer
16.661572-14
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige met gedragsproblemen en recidiverisico

Op 8 augustus 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige, geboren in 1998, die momenteel verblijft in een jeugdinstelling. De maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen was oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van 11 december 2014 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De laatste verlenging was op 17 januari 2017, waarbij de maatregel zou eindigen op 22 juli 2017. Het openbaar ministerie heeft op 19 juni 2017 een vordering ingediend tot verlenging van de maatregel met vier maanden, wat werd ondersteund door een PIJ-verlengingsadvies van de jeugdinstelling. Tijdens de zitting op 25 juli 2017 zijn zowel de betrokkene als de officier van justitie gehoord, evenals een deskundige psycholoog van de instelling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene de afgelopen jaren positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt, maar dat er ook nog veel te leren valt. Het Scholings- en Trainings Programma (STP) verloopt niet zonder problemen, maar de betrokkene heeft laten zien dat hij kan omgaan met tegenslagen. De deskundige heeft geadviseerd om de maatregel met vier maanden te verlengen, zodat de betrokkene kan blijven profiteren van begeleiding en toezicht. De officier van justitie heeft deze vordering ondersteund, terwijl de verdediging pleitte voor een kortere verlenging van twee maanden, gezien de vooruitgang die de betrokkene heeft geboekt.

De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie toegewezen en de PIJ-maatregel met vier maanden verlengd. De rechtbank oordeelde dat deze verlenging noodzakelijk is voor de verdere ontwikkeling van de betrokkene en om de veiligheid van anderen te waarborgen. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 77s en 77t van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Parketnummer: 16.661572-14
Uitspraak: 8 augustus 2017
Beslissingop de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting van jeugdigen:

[betrokkene] ,

geboren op [1998] te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in [jeugdinstelling] te [vestigingsplaats]
(nader te noemen: betrokkene).
Betrokkene is bij vonnis van deze rechtbank van 11 december 2014 onder meer de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen opgelegd. De maatregel is ingegaan op 30 december 2014 en is laatstelijk verlengd met zes maanden bij beschikking van deze rechtbank van 17 januari 2017. Deze maatregel eindigt behoudens nadere voorziening op 22 juli 2017.
Het openbaar ministerie heeft op 19 juni 2017 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met vier maanden. Bij die vordering zijn de door de wet voorgeschreven stukken overgelegd.
Betrokkene, bijgestaan door mr. J.A. Neslo, advocaat te Almere en de officier van justitie, mr. P.E.F. Poppe, zijn op 25 juli 2017 ter zitting achter gesloten deuren gehoord.
Tevens is als deskundige gehoord [psycholoog] , als GZ-psycholoog verbonden aan voormelde inrichting.
De rechtbank heeft kennis genomen van:
  • een PIJ-verlengingsadvies van 19 juni 2017 van [jeugdinstelling] , uitgebracht door [hoofd behandeling] , hoofd behandeling, [psycholoog] , behandelcoördinator en mr. [directeur instelling] , directeur en hoofd van de inrichting;
  • een brief van 14 juli 2017 van [jeugdinstelling] , geschreven door [psycholoog] behandelcoördinator, gericht aan de selectiefunctionaris betreffende de time-out STP van betrokkene;
  • de (wettelijke) aantekeningen van betrokkene, inhoudende de periode van 21 juni 2016 tot 18 oktober 2016;
  • de overige stukken van het de betrokkene betreffende dossier.

OVERWEGINGEN

Het advies van [jeugdinstelling]
Het standpunt van [jeugdinstelling] blijkt uit het verlengingsadvies van 19 juni 2017. [psycholoog] heeft bij de behandeling in raadkamer het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt houdt, kort en zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Betrokkene is de afgelopen jaren opener geworden en heeft meer van zichzelf laten zien. Het recidiverisico wordt als matig ingeschat en neigt naar een laag risico. Gedurende de afgelopen periode is er voor betrokkene veel veranderd. Het Scholings- en Trainings Programma (STP) is opgestart en hij is in [plaats] gaan wonen. Het STP is later opgestart dan op de vorige zitting is besproken, omdat hij is overgedragen aan de reclassering in [plaats] vanwege zijn verblijf in [plaats] . Het verloopt met horten en stoten. Er zijn problemen (geweest) rondom school, dagbesteding en huisvesting die deels buiten de schuld van betrokkene lagen. De gunstige ontwikkeling bij betrokkene is hierdoor op de proef gesteld. Betrokkene blijkt in staat om hulp te vragen en ondanks momenten van moedeloosheid, herpakt hij zichzelf. Er is geadviseerd om de maatregel te verlengen met vier maanden, zodat hij kan blijven profiteren van toezicht en begeleiding en de behandeling wordt voortgezet in het kader van STP.
Uit de brief van 14 juli 2017 van [jeugdinstelling] aan de selectiefunctionaris blijkt dat betrokkene thans een time out-plaatsing voor de duur van twee weken ondergaat omdat hij niet of te laat op zijn werk kwam en daardoor zijn dagbesteding is kwijtgeraakt.
Op de zitting heeft de deskundige aangegeven dat de STP tot nu toe niet makkelijk verlopen is, maar dat betrokkene heeft laten zien dat hij om kan gaan met tegenslagen. Het is positief dat hij zelf andere dagbesteding regelt. Indien er geen dagbesteding geregeld is, zal de time out verlengd worden met behoud van verlof. De deskundige blijft bij het advies voor verlenging van de maatregel met vier maanden, zodat hij de eerste maanden op school nog begeleid kan worden.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gepersisteerd in haar vordering tot verlenging van de maatregel met vier maanden. Zij heeft aangegeven dat aan de voorwaarden tot verlenging is voldaan.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangegeven dat betrokkene veel geleerd heeft van de afgelopen periode. Een verlenging van vier maanden is te lang, omdat betrokkene al contact heeft met de reclasseringsmedewerker en hij ook zijn school geregeld heeft. Betrokkene is druk bezig om werk en dagbesteding te regelen. De verdediging heeft daarom verzocht te volstaan met een verlenging van de maatregel met twee maanden.
Het oordeel van de rechtbank
Indiening vordering
De vordering is ingekomen op 19 juni 2017 en derhalve tijdig ingediend.
Maximering
Uit voornoemd vonnis van deze rechtbank van 11 december 2014 blijkt dat betrokkene is veroordeeld wegens een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, te weten diefstal met geweld in vereniging.
Verder volgt uit het vonnis dat bij verdachte tijdens het begaan dit feit een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bestond. De maatregel is daarom verlengbaar tot zeven jaar, waarvan het laatste jaar voorwaardelijk.
Stoornis en recidivegevaar
Bij betrokkene zijn een ernstige gedragsstoornis, een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale en narcistische trekken en hechtingsproblematiek vastgesteld. Het recidiverisico wordt door [jeugdinstelling] als matig ingeschat, neigend naar laag.
Verlenging
Uit het rapport en hetgeen ter zitting is besproken blijkt dat betrokkene grote stappen heeft gemaakt. Het STP verloopt echter niet ongecompliceerd. Betrokkene heeft aangetoond met tegenslagen om te kunnen gaan, maar heeft ook nog veel te leren, zoals blijkt uit het feit dat hij ten tijde van de behandeling ter zitting een time-out onderging. Het is positief dat hij zich inzet voor zijn dagbesteding en school. Betrokkene is gemotiveerd en heeft geprofiteerd van zijn behandeling. Het is van groot belang dat deze positieve lijn zich voortzet. De rechtbank sluit zich daarom aan bij het advies van (de deskundige van) [jeugdinstelling] en acht een verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk voor het vervolgen van het STP. Immers, het is belangrijk dat ook deze laatste fase van de behandeling goed en onder begeleiding van de JJI plaatsvindt, zodat betrokkene het geleerde in de praktijk kan brengen en bij eventuele moeilijkheden terug kan vallen op begeleiding. Een verlenging van twee maanden wordt door de rechtbank daarvoor onvoldoende geacht, zeker gelet op de recente time out-plaatsing.
De verlenging is in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van betrokkene.
De slotsom is dan ook dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen, verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met vier maanden eist.
De rechtbank heeft bij haar beslissing gelet op de artikelen 77s en 77t van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

De rechtbank verlengt de termijn van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van
[betrokkene], voornoemd, met
vier maanden.
Aldus gegeven door mr. K.G. van de Streek, voorzitter tevens kinderrechter, mr. drs. H. Vegter en mr. G. van de Beek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 augustus 2017.