Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
STADSHERSTEL MIDDEN NEDERLAND N.V.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 maart 2017
- het proces-verbaal van comparitie van 22 juni 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“eisers stellen zich op het standpunt dat Stadsherstel jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld in verband met de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in hun woning (…)”dat [eiser 1] en [eiser 1] mede beogen de aansprakelijkheid op artikel 6:174 BW te baseren. Dat artikel legt een risico aansprakelijkheid op de bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden gesteld kunnen worden. [eiser 1] en [eiser 1] beroepen zich in randnummer 34 uitsluitend op de
aanwezigheidvan asbesthoudende materialen voor het aannemen van aansprakelijkheid en een verplichting tot het betalen van schadevergoeding.
6 september 2017voor akte aan de zijde van [eiser 1] en [eiser 1] . Daarna kan Stadsherstel Midden Nederland een akte nemen. Indien partijen in verband met mogelijk overleg ruimere termijnen willen aanhouden zullen verzoeken om aanhouding worden toegestaan.
5.De beslissing
6 september 2017voor akte aan de zijde van [eiser 1] en [eiser 1] ;