Uitspraak
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
is buiten staat te ondertekenen
Rechtbank Midden-Nederland
Op 2 oktober 2017 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van verzoekster, die mr. R.W.J. van Veen, de rechter in een echtscheidingszaak, heeft gewraakt. Het wrakingsverzoek werd op 15 september 2017 ontvangen en verzoekster werd op 19 september 2017 in de gelegenheid gesteld om het verzoek via een advocaat in te dienen. Verzoekster heeft echter nagelaten dit verzuim te herstellen, ondanks de waarschuwing dat het verzoek niet-ontvankelijk verklaard zou worden indien dit niet binnen een week zou gebeuren. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoekschrift niet door een advocaat was ondertekend, wat in strijd is met de vereisten van artikel 282 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het wrakingsprotocol van de Rechtbank Midden-Nederland. Hierdoor heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.