ECLI:NL:RBMNE:2017:5227
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- M.A. Bouter-Rijksen
- R. in ’t Veld
- R.M. Berendsen
- R.J. Praamstra
- F.G.T. Jansen
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 17 oktober 2017 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van drs. [verzoeker]. Dit verzoek was gericht tegen mr. M.A. Bouter-Rijksen, die betrokken was bij een eerdere zaak met zaaknummer UTR 17/1237, waarin verzoeker als gemachtigde optrad voor eiseres [A] tegen de verweerder Belastingdienst/Toeslagen. Het wrakingsverzoek werd op 10 oktober 2017 ingediend, maar de wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was. Dit oordeel was gebaseerd op het feit dat de rechter al een eindbeslissing had gegeven in de betreffende zaak op 25 september 2017, waardoor het doel van de wraking niet meer kon worden bereikt. De wet staat niet toe dat een wraking wordt verzocht nadat de behandeling van de zaak is geëindigd. De wrakingskamer heeft de procedure en de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in overweging genomen en besloot om het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.