Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure in de zaak 15-1042
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord tevens van eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie tevens van antwoord in reconventie tevens akte
- de akte wijziging van eis van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] ;
- de akte overleggen producties van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] ;
- de akte overleggen producties van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] ;
- de akte overleggen producties II van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] ;
- de tijdens het pleidooi, dat op 20 april 2017 is gehouden, door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520]
2.De procedure in de zaak 16-520
- het tussenvonnis van 16 november 2016 (vonnis in voegingsincident);
- de akte vermeerdering van eis;
- de akte overlegging producties van [gedaagde in de zaak 16-520] ;
- de akte overlegging producties van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] ;
- het proces-verbaal van comparitie van 20 april 2017, waarin de zaak, in verband
- de conclusie van repliek tevens akte wijziging van eis;
- de conclusie van dupliek tevens antwoord op wijziging van eis.
3.In beide procedures
4.De feiten
in de activa en passiva welke zijn vermeld op de aan deze akte te hechten openingsbalans, met dien verstande dat de comparanten sub 1 zich het recht op de stille reserves in inventaris, vervoermiddelen en goodwill voorbehouden.
Ieder der vennoten wordt voor zijn inbreng in geld of goederen op zijn rekening in de boeken der v.o.f gecrediteerd ten belope van het bedrag of de waarde, terwijl hij wordt gedebiteerd voor de waarden of bedragen welke hij aan het vermogen onttrekt.
Niet opgenomen winstaandelen worden bij ieders kapitaalrekening geboekt. (…)
het aangaan van verbintenissen, het tekenen van handelspapieren daaronder begrepen, voorzover het gaat om het inkopen van handelsgoederen een bedrag van vijfentwintigduizend euro (€ 25.000) en voorzover het gaat om overige transacties een bedrag of waarde van vijfduizend euro (€ 5.000) te boven gaande (klaarblijkelijk bij elkaar behorende handelingen als één gerekend);
het huren, verhuren, verkrijgen, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken, het verlenen van zakelijke rechten, (…), het sluiten of wijzigen van arbeidsovereenkomsten, alsmede het verrichten van alle handelingen, welke niet tot de gewone werkkring der v.o.f. behoren.
De na toepassing van lid 1 en 2 resterende winst of het na deze toepassing blijkende verlies wordt door de vennoten genoten respectievelijk gedragen, in de volgende verhoudingen, geldend tot en met het boekjaar 2006:
2010) gewijzigd in onderstaande verdeelstaat en geldt tot en met het boekjaar 2014
Bij het eindigen der v.o.f. is ieder der vennoten in het vermogen gerechtigd voor het bedrag, waarvoor hij overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 op zijn rekening in de boeken der v.o.f. is gecrediteerd, vermeerderd of verminderd met zijn aandeel in de winst of het verlies, sedert de aanvang van het boekjaar gemaakt of geleden blijkens de slotbalans en de verlies-en winstrekening, overeenkomstig het hiervoor bepaalde opgemaakt, met inachtneming van het in de volgende zin bepaalde en voorts rekening houdend met de voorbehouden stille reserves zoals vermeld in artikel 4 van deze akte.
De uit deze balans resulterende winst of het daaruit blijkende verlies zal door de vennoten worden genoten en gedragen in de verhouding als aangegeven in artikel 11 lid 3.
In alle gevallen van voortzetting der v.o.f. kunnen alle zaken van de v.o.f. worden overgenomen door degene(n) die de onderneming voortzet(ten). (…)
De voortzettende venno(o)t(en) is/zijn alsdan verplicht om alle schulden der v.o.f. voor hun rekening te nemen en om aan de gewezen vennoot, (…) uit te keren het hem ingevolge artikel 13 toekomende bedrag.
De uitkering van dit bedrag dient te geschieden uiterlijk tien jaar na het moment dat de v.o.f. voor rekening van de voortzetters is gekomen. Over het onafgeloste gedeelte der uitkeringen is een rente verschuldigd van 5,5 procent. Tussentijdse aflossing kan op ieder moment boetevrij plaatsvinden.
Ingeval van ziekte of een andere grond van arbeidsongeschiktheid behoudt de arbeidsongeschikte vennoot zijn recht op een aandeel in de winst van de v.o.f., onder de verplichting voor de arbeidsongeschikte vennoot om eventuele uitkeringen in verband met zijn arbeidsongeschiktheid in de vennootschapskas te storten.
Als de arbeidsongeschiktheid van een der vennoten langer dan 1 jaar heeft geduurd zullen partijen in onderling overleg bepalen of deelname aan de v.o.f. al dan niet voortgezet dient te worden.
voor hij de leeftijd van 24 jaar en 8 maanden heeft bereikt te kennen geven om toe te willen treden tot de v.o.f. dan gelden de volgende afspraken tussen de vennoten:
een algemeen voorbehoud is opgenomen met betrekking tot het recht op de stille reserves in inventaris, vervoermiddelen en goodwill ten behoeve van vennoot 1 en vennoot 2, zodat vennoot 3 daarin niet gerechtigd wordt.
5.Het geschil
primairvoor recht verklaart dat de vof van rechtswege is geëindigd per 1 januari 2015,
subsidiairde vof ontbindt op grond van het bepaalde in artikel 12 sub c van de overeenkomst,
meer subsidiairde vof ontbindt wegens gewichtige redenen, (2)
primairvoor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] geen aanspraak kan maken op vergoeding van (de stille reserve in) de goodwill,
subsidiairnaar redelijkheid en billijkheid de hoogte van de vergoeding vaststelt en (3) [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] in de proceskosten veroordeelt, de nakosten daaronder begrepen.
primair(1) de vof ontbindt op grond van artikel 12 c van de overeenkomst, (2) primair voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] op grond van artikel 14 van de overeenkomst de onderneming na ontbinding kan voortzetten, subsidiair voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] de onderneming kan voortzetten omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, meer subsidiair voor recht verklaart dat de redelijkheid en billijkheid met zich brengt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] de onderneming na ontbinding kan voortzetten, (3) primair voor recht verklaart dat de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] ingebrachte en stille reserves en goodwill op 31 december 2002, in totaal € 340.907, nog steeds zijn voorbehouden, dat de akte niet rechtsgeldig tot stand is gekomen zodat daaraan geen rechten kunnen worden ontleend, subsidiair voor recht verklaart dat de akte is vernietigd wegens dwaling/bedrog/misbruik van omstandigheden, meer subsidiair voor recht verklaart dat de akte aldus moet worden uitgelegd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] via de glijdende winstverdeling, zoals neergelegd in artikel 11 van de overeenkomst, een bedrag ad € 18.603,- heeft inverdiend, welk bedrag in mindering kan worden gebracht op de totaal voorbehouden stille reserves en goodwill uit 2003, (4) artikel 15 lid 5 van de overeenkomst uit hoofde van redelijkheid en billijkheid niet van toepassing verklaart, (5) voor recht verklaart dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst dan wel onrechtmatig heeft gehandeld jegens de vof en/of haar medevennoot en dientengevolge gehouden is tot betaling van de kosten van ontbinding, nader op te maken bij staat, (6) [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] gebiedt medewerking te verlenen aan de vereffening van de vof en de voortzetting van de onderneming op straffe van verbeurte van een dwangsom,
subsidiair(1) de vof ontbindt wegens gewichtige redenen, (2) voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] de onderneming na ontbinding van de vof kan voortzetten, subsidiair dat de redelijkheid en billijkheid met zich brengt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] de onderneming na ontbinding kan voortzetten, meer subsidiair aan de ontbinding de voorwaarde verbindt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] de onderneming kan voortzetten, (3) voor recht verklaart dat de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] ingebrachte en stille reserves en goodwill op 31 december 2002, in totaal € 340.907, nog steeds zijn voorbehouden, dat de akte niet rechtsgeldig tot stand is gekomen zodat daaraan geen rechten kunnen worden ontleend, subsidiair voor recht verklaart dat de akte is vernietigd wegens dwaling/bedrog/misbruik van omstandigheden, meer subsidiair voor recht verklaart dat de akte aldus moet worden uitgelegd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] via de glijdende winstverdeling, zoals neergelegd in artikel 11 van de overeenkomst, een bedrag ad € 18.603,- heeft inverdiend, welk bedrag in mindering kan worden gebracht op de totaal voorbehouden stille reserves en goodwill uit 2003, (4) aan een ontbinding wegens gewichtige redenen, ongeacht welke vennoot de vof mag voorzetten, de voorwaarde verbindt dat een positief saldo op de kapitaalrekening en het ingebrachte vermogen binnen zes weken na ontbinding aan de uittredende vennoot wordt uitgekeerd en de waarde van voorbehouden goodwill en goodwill ten tijde van (
tekst ontbreekt, toevoeging rechtbank)af te lossen in (half)jaarlijkse termijnen gedurende een door de rechtbank te bepalen periode, maar maximaal gedurende een periode van vijf jaar, (5) voor recht verklaart dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst dan wel onrechtmatig heeft gehandeld jegens de vof en/of haar medevennoot en dientengevolge gehouden is tot betaling van de kosten van ontbinding, nader op te maken bij staat, (6) [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] gebiedt medewerking te verlenen aan de vereffening van de vof en de voortzetting van de onderneming op straffe van verbeurte van een dwangsom en
(zowel primair als subsidiair)[eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] in de proceskosten veroordeelt, de nakosten daaronder begrepen.
6.De beoordeling
Naar ik verder van cliënt begreep, is cliënt al geruime tijd in afwachting van een door u aangekondigd voorstel ter zake van de (financiële) afwikkeling van de eventuele uittreding van uw cliënte als vennoot.”Nu de samenwerking blijkens het voorgaande na 31 december 2014 was voortgezet en partijen aan de overeenkomst uitvoering zijn blijven geven, is de overeenkomst op die datum niet geëindigd.
intentiehadden dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] op de genoemde datum zou uittreden, maar dat partijen dit bovendien hebben
bedoeld af te spreken(en de overeenkomst dus ook zo moet worden uitgelegd). Dit laatste heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] echter onvoldoende onderbouwd.
in principevaststaat. Allereerst kan uit het feit dat de term “afbouwregeling” door de accountant wordt gebruikt, op zichzelf nog niet worden afgeleid dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] bij het einde van de termijn die in de regeling wordt vermeld (het boekjaar 2014) zou stoppen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] zou haar aandeel in de winst en het verlies afbouwen, dat is wat er staat. Voor zover er ook mee is bedoeld dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] bij het einde van de in de afbouwregeling genoemde termijn zou uittreden, geldt dat de accountant schrijft dat de afbouwregeling “in principe” vaststaat. Dit sluit eerder aan bij de stelling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] (op 31 december 2014 kan ook nog besloten worden dat de samenwerking wordt voortgezet) dan bij die van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] (zeker is dat de overeenkomst op 1 januari 2015 zal eindigen). Tot slot geldt dat ook in de in 4.8 genoemde akte, waarin bepaalde artikelen van de overeenkomst zijn gewijzigd, niets over de datum van 1 januari 2015 is vermeld.
- In 2008 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] zonder haar toestemming een bouwvergunning aangevraagd op naam van de vennootschap, terwijl het om een verbouwing van een privépand ging.
- [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] heeft meerdere keren zonder haar toestemming kaasproducten ingekocht waarbij zij de in artikel 8 van de overeenkomst genoemde limiet heeft overschreden. Dit is in 2008 begonnen.
- Zij heeft een kaas [naam] genoemd, waardoor de indruk werd gewekt dat de vennootschap [naam] kaas verkocht. De vennootschap heeft hiermee gehandeld in strijd met de intellectuele eigendomsrechten van [bedrijfsnaam 1] , wat heeft in 2012 heeft geleid tot een forse schadeclaim.
- Zij heeft in 2014 een financiële leaseovereenkomst voor een verkoopwagen van de vof met een waarde van € 200.000,- willen aangaan, waarmee de bank haar (althans [gedaagde in de zaak 16-520] ) een bedrag van € 145.616,- zou verstrekken voor de verbouwing van een privé pand.
- Zij, althans [gedaagde in de zaak 16-520] , heeft een deel van het takenpakket van [B] bij haar weggenomen en in dit verband in mei 2015 het beheer en storten van marktgelden naar zich toegetrokken. Deze houdt zij nu onverzekerd onder zich en zij informeert [het echtpaar A en B] niet over de plaats van opslag.
- De marktgelden worden niet frequent door haar gestort, hetgeen van invloed is op de cashflow positie.
- Zij heeft in 2015 zonder toestemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] een markt in [plaatsnaam] gekocht, in eerste instantie ten behoeve van zichzelf, hetgeen in strijd is met de overeenkomst.
- Zij heeft later ook een markt in [plaatsnaam] gekocht, zonder dit met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] te hebben besproken.
- In 2015 heeft zij herhaaldelijk zonder toestemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] advertenties in het blad de Koopman geplaatst met de mededeling dat de vennootschap op zoek is naar markten voor overname.
- Zij beslist eenzijdig over vacatures en heeft in dat verband in juli 2015 personeelsadvertenties geplaatst in de krant.
- Zij heeft in 2015 een verkoopwagen aangeschaft ten bedrage van € 20.000,- zonder de vereiste voorafgaande toestemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] en deze vervolgens ook weer zonder haar toestemming verkocht.
onder meermarktgelden aannam, kazen versneed en verpakte, het personeel van thee en koffie voorzag en leveranciers ontving. Kennelijk verrichtte hij volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] nog meer werkzaamheden, maar dat deze zagen op het leidinggeven ligt gezien de aard van de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] wél genoemde taken (ondersteuning) en het gegeven dat hij in 2005 als gevolg van een hersenbeschadiging volledig arbeidsongeschikt is geraakt niet bepaald voor de hand. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] heeft ook naar voren gebracht dat het niet mogelijk was om alle werkzaamheden van [A] bij één persoon te beleggen, omdat hij voor zijn ziekte drieënzeventig uur per week werkte. Volgens haar heeft niet alleen [gedaagde in de zaak 16-520] taken van [A] op zich genomen, maar hebben [B] en het personeel van de vennootschap dat ook gedaan. Zij heeft tegelijkertijd echter opgemerkt dat de arbeidsvergoeding van [gedaagde in de zaak 16-520] na (of in) 2005 was verhoogd, dat [B] een arbeidsvergoeding ontving naar rato van de door haar gewerkte uren en dat de taakverdeling was gekoppeld aan de arbeidsvergoeding (met andere woorden: hoe meer werkzame uren, hoe hoger de vergoeding). Hieruit kan worden afgeleid dat het aantal taken van [gedaagde in de zaak 16-520] substantieel was toegenomen; het overnemen van een enkele taak zal in de regel niet tot een verhoging van de vergoeding leiden. Daarnaast volgt uit het gegeven dat ook [B] en het personeel taken hebben overgenomen, nog niet dat zij ook zakelijk leiding aan de onderneming zijn gaan geven en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] heeft dit ook niet gesteld. De tekortkomingen, die zoals overwogen inhielden dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] handelingen verrichtte zonder de daarvoor benodigde toestemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] , moeten in het licht van het voorgaande worden bezien. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] is door haar toegenomen belang, het feit dat [A] voor de vennootschap verminderd “inzetbaar” was en het gegeven dat zij meer taken op zich had genomen en al geruime tijd de zakelijke leiding had steeds meer gaan handelen alsof zij geen medevennoot had.
“voor zover ik mij kan herinneren”en
“voor zover mij bekend”. Dit voorbehoud maakt hij niet waar hij het heeft over de inhoud van de akte en schrijft dat partijen het er unaniem over eens waren dat het niet gewenst was dat [gedaagde in de zaak 16-520] twee keer voor de goodwill zou betalen, namelijk één keer door het inverdienen (een lager winstaandeel) en één keer bij het uitkopen van [het echtpaar A en B] als hij ging uittreden. Ook in de gespreksnotitie van een bespreking die blijkens de notitie op 23 augustus 2015 had plaatsgevonden, staat vermeld dat het voorbehoud dat in de overeenkomst betreffende de stille reserves was gemaakt tussen partijen was besproken en dat er een (naar de rechtbank begrijpt) aanvullende overeenkomst zou worden opgesteld waarmee “de overkill met betrekking tot de goodwill” zou worden voorkomen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] heeft betwist dat het gesprek waarop de notitie ziet, heeft plaatsgevonden, maar de rechtbank gaat hieraan in het licht van de later ondertekende akte en de genoemde verklaring van de accountant voorbij. De rechtbank gaat er daarom van uit dat partijen wel degelijk over de inhoud van de akte hebben gesproken. Dit gesprek heeft zoals vermeld eind augustus 2015 plaatsgevonden. Dat [A] toen niet in staat moet zijn geweest om zijn wil te vormen, heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] betwist en volgt niet zonder meer uit de passage uit de hiervoor genoemde medische rapportages waarop [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] heeft gewezen en die in 4.6 is weergegeven. Hierin staat weliswaar vermeld dat [A] problemen had met het verwerken van informatie en met aandacht, maar daaruit volgt niet zonder meer dat hij uiteindelijk niet in staat was om zaken, nadat deze hem zijn uitgelegd, te begrijpen en om zijn wil te uiten.
geheelvoor te behouden aan [het echtpaar A en B] Uit productie 25 blijkt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] slechts een bedrag van € 18.603,- heeft inverdiend en dat is wat er in mindering kan worden gebracht op bedrag van € 304.907,- aan voorbehouden stille reserve en goodwill. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] moet dus nog een bedrag van € 322.304,- aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] voldoen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] heeft daarom meer subsidiair gevorderd om voor recht te verklaren dat de akte aldus moet worden uitgelegd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] via de glijdende winstverdeling zoals neergelegd in artikel 11 van de overeenkomst (de akte) een bedrag van € 18.603,- heeft inverdiend, welk bedrag in mindering kan worden gebracht op de totaal voorbehouden stille reserves en goodwill uit 2003. Als de akte anders moet worden geïnterpreteerd, geldt volgens haar dat de redelijkheid en billijkheid zich ertegen verzetten dat de voorbehouden stille reserve en goodwill volledig zijn verrekend. Het is immers niet redelijk dat [gedaagde in de zaak 16-520] zich zonder enige geldelijke inleg in ruil voor een lager winstaandeel (30% in plaats van 33%) voor de duur van slechts vier jaar zich volledig zou hebben ingekocht in een zeer goedlopende onderneming.
geheleverrekening) omdat er nauwelijks zou worden verrekend, kan zij hierin niet worden gevolgd. Weliswaar is het niet logisch dat [gedaagde in de zaak 16-520] bij aanvang meteen voor zeventig procent zou delen in de winst, zoals [eiseres in conventie, verweerster in reconventie in de zaak 15-1042] heeft gesteld, maar omdat [A] en [B] feitelijk als één vennoot moet worden beschouwd (per slot van rekening hebben zij later ook [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] opgericht, waarin zij hun belangen in de vennootschap hebben ingebracht), lag het wel voor de hand dat [gedaagde in de zaak 16-520] op termijn een belang van vijftig procent zou krijgen. Dat is in 2007 ook gebeurd en van belang is dat dit ook meteen de tweede “trede” was. De tweede trede was niet drieëndertig procent, hetgeen in de rede zou hebben gelegen indien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie in de zaak 15-1042 / eiseres in de zaak 16-520] in haar stelling zou moeten worden gevolgd. Juist omdat het niet logisch is dat [gedaagde in de zaak 16-520] bij toetreding meteen een belang van vijftig procent zou krijgen (omdat hij dan niets voor de opgebouwde goodwill zou hoeven te betalen), is zijn belang voor de duur van vier jaar op een lager percentage vastgesteld.
- explootkosten € 94,18
- vast recht € 613,-
- salaris advocaat
- vast recht € 288,-
- salaris advocaat