In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 29 november 2017, is een verzoek tot onderbewindstelling behandeld. Het verzoekschrift was ingediend door een notaris, die hiervoor een honorarium van €900,-- in rekening bracht. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 1 augustus 2017 ter griffie is ingekomen, evenals de bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder(s) om benoemd te worden.
De rechthebbende, geboren in 1929, is als gevolg van haar lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat om haar vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechthebbende niet in staat is om de rekening en verantwoording te beoordelen, maar wel in staat is om toestemming te geven voor bepaalde handelingen volgens artikel 1:441 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. Tijdens de zitting is gebleken dat de notaris enkele bloedverwanten van de rechthebbende ten onrechte niet in het verzoekschrift heeft vermeld, wat in strijd is met de vereisten voor een dergelijk verzoek.
De kantonrechter heeft vervolgens besloten om de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de rechthebbende onder bewind te stellen en heeft de verzoeker benoemd tot bewindvoerder. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij het beroepschrift uitsluitend door een advocaat kan worden ingediend.