ECLI:NL:RBMNE:2017:6747

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 mei 2017
Publicatiedatum
24 januari 2018
Zaaknummer
5522843 UC EXPL 16-17030 JOZ/1378
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsovereenkomst en dekking bij diefstal van koi karpers

In deze zaak heeft eiser, eigenaar van koi karpers, een vordering ingesteld tegen ASR Schadeverzekering N.V. naar aanleiding van de diefstal van zijn koi karpers uit zijn tuin. Eiser had een all risks verzekering afgesloten voor zijn woonhuis en inboedel, maar ASR beroept zich op een maximum dekking van € 2.500,00 voor de diefstal van huisdieren. Eiser stelt dat de koi karpers niet als huisdieren moeten worden beschouwd, maar als onderdeel van de woning of tuinaanleg, wat zou leiden tot een hogere schadevergoeding. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de koi karpers als huisdieren moeten worden aangemerkt, en dat ASR zich terecht op het maximum van € 2.500,00 kan beroepen. De kantonrechter oordeelt dat de koi karpers niet zodanig met de woning of tuin verbonden zijn dat zij als onroerend goed kunnen worden beschouwd. Eiser wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten dragen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 5522843 UC EXPL 16-17030 JOZ/1378
Vonnis van 3 mei 2017
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: Krantz & Polak Resolve,
tegen:
de naamloze vennootschap
ASR Schadeverzekering N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen ASR,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. J.R. Meelker.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft een verzekering bij ASR afgesloten voor zijn woonhuis onder polisnummer [nummer] en voor zijn inboedel onder polisnummer [nummer] .
2.2.
De verzekering is een all risks verzekering met garantie tegen onderverzekering.
2.3.
In de door [eiser] overgelegde verzekeringsvoorwaarden staat onder meer:
1.2
Wat hebt u verzekerd
(…)
Wat hoort bij uw inboedel?
  • Geld, geldswaardig papier, edelstenen en onbewerkte edelmetalen.
  • (huis)dieren. Dit zijn (huis)dieren die u bezit voor de gezelligheid of als hobby.
  • (…)
Schade aan tuin en balkon
Staat op uw polisblad dat Tuin en balkon is meeverzekerd? Wij vergoeden uw tuin- en balkonaanleg, beplanting, tuinmeubels, tuingereedschap, vlaggenstokken, (schotel) antennes, zonweringen en wasgoed tot een maximum van € 7.500,00 per gebeurtenis.(…)
Diefstal of ongeval van huisdieren
Gebeurt er iets met uw huisdier? Wij vergoeden schade door een ongeval of diefstal van kleine huisdieren in het woonhuis, in de tuin en op het balkon tot maximaal € 2.500,-- per gebeurtenis. (…)
2.4.
[eiser] is op 23 juli 2015 slachtoffer geworden van diefstal waarbij een aantal Koi-karpers uit de tuin van het woonhuis van [eiser] is gestolen.
2.5.
[eiser] heeft de waarde van de Koi-karpers gesteld op € 13.340,00.
2.6.
De feitelijke waarde van de Koi-karpers is niet in overleg vastgesteld. ASR heeft zich op het standpunt gesteld dat de waarde de maximumdekking van € 2.500,00 op de polis te boven gaat. Zij heeft vervolgens dit maximum onder aftrek van het eigen risico van € 100,00 uitgekeerd en verder geen aanleiding gezien de schade nader (samen met [eiser] ) precies vast te stellen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van ASR om aan [eiser] te voldoen € 15.041,233 (bestaande uit € 10.940,00 aan hoofdsom, € 325,23 aan rente en € 3.776,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en expertisekosten), alles te vermeerderen met de reeds gevallen of nog te vallen kosten van executie en de proceskosten.
3.2.
[eiser] vordert nakoming van de verzekeringsovereenkomst. Kort samengevat komen zijn stellingen er op neer dat hij niet heeft hoeven begrijpen dat bij diefstal van zijn Koi-karpers ASR een beroep kan doen op een aan de uitkering verbonden maximum van € 2.500,00. Het gaat immers om een all risks verzekering met garantie tegen onderverzekering. Verder stelt hij dat Koi-karpers niet als huisdier gezien kunnen worden, maar onderdeel zijn van de woning en derhalve onroerend. Dat geeft recht op volledige vergoeding van de schade. Als de Koi-karpers geen onderdeel zijn van de woning geldt dat zij deel uitmaken van de tuinaanleg. Daarvoor geldt een maximale uitkering van € 7.500,00. Koi-karpers kunnen niet als huisdier gezien worden. ASR is verder in gebreke gebleven met de vaststelling van de door [eiser] geleden schade en dient te kosten die [eiser] daarvoor verder heeft moeten maken aan hem te vergoeden.
3.3.
ASR heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering met als conclusie dat de kantonrechter deze zal afwijzen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten. Het verweer komt er kort samengevat op neer dat ASR zich kan beroepen op de maximale dekking bij diefstal van huisdieren. Aangezien meteen duidelijk was dat dit maximum uitgekeerd moest worden, was er geen aanleiding voor het maken van extra kosten voor de vaststelling van de schade.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het er over eens dat [eiser] recht heeft op een uitkering onder door hem afgesloten verzekering(en). Het gaat om de vraag welk bedrag door ASR onder de verzekering uitgekeerd moet worden en of zij zich daarbij kan beroepen op het maximum van € 2.500,00. ASR hanteert dit maximum bij schade door een ongeval of door diefstal bij (huis)dieren.
4.2.
In essentie gaat het in deze zaak om de vraag hoe de gestolen Koi-karpers volgens de verzekeringsovereenkomst moeten worden gezien. Behoren zij tot de onroerende zaak zelf, behoren zij tot de tuinaanleg of zijn het (huis)dieren in de zin van de verzekeringsvoorwaarden waarvoor een beperkte dekking geldt. [eiser] heeft gelijk dat als het gaat om de beantwoording van de vraag wat verzekerd is, de bewoordingen van een overeenkomst op zichzelf niet doorslaggevend zijn. Het gaat er om wat partijen over en weer hebben mogen begrijpen.
4.3.
De kantonrechter volgt [eiser] niet in zijn stelling dat de Koi-karpers onderdeel zijn van de onroerende zaak zelf (het woonhuis van [eiser] ). De Koi-karpers zwemmen weliswaar in de vijver die in de tuin van de woning is aangelegd, maar zij kunnen ook heel goed in een andere vijver zwemmen. Als de Koi-karpers uit de vijver gehaald worden en naar een andere vijver gaan, ontstaat er geen schade van betekenis aan de vijver of aan de Koi-karpers. Los van elkaar behouden vijver en Koi-karpers hun waarde. De Koi-karpers zijn met andere woorden niet zodanig met de tuin en het huis verbonden dat zij als onderdeel (bestanddeel) daarvan gezien kunnen worden. Noch volgens verkeersopvatting, noch door het fysieke criterium als bedoeld in artikel 3:4 BW. Dat wordt niet anders door de aangehaalde uitspraak waarin geoordeeld is dat vissen in de vijver bij de verkoop van de woning zijn meeverkocht. Vanzelfsprekend kunnen vissen onderdeel uitmaken van hetgeen verkocht wordt. Dat maakt ze niet automatisch bestanddeel van de woning. Ook kan de beoordeling inzake de verkoop van een woning niet zonder meer gelijk gesteld worden met een beoordeling van een verzekeringsovereenkomst. Aan de verwijzing van [eiser] naar een arrest van het hof Den Bosch kan daarom geen doorslaggevende betekenis worden toegekend. Dat geldt ook voor zijn verwijzing naar een vonnis van de rechtbank Amsterdam – het feit dat in dat vonnis voor de Koi-karpers een aparte vergoeding genoemd wordt, betekent niet automatisch dat zij in deze zaak als onderdeel van de woning gezien kunnen worden.
4.4.
De kantonrechter volgt [eiser] ook niet in zijn betoog dat de Koi-karpers als tuinaanleg gezien kunnen worden. Het zijn dieren en het is een keuze van [eiser] om ze in zijn vijver te houden. Vissen worden niet aangelegd, maar apart aangeschaft om in een aangelegde vijver te houden. In de definitie van “tuin”, zoals opgenomen in de verzekeringsvoorwaarden, worden ook geen dieren genoemd, terwijl er juist wel een aparte definitie is voor (huis)dieren.
4.5.
De kantonrechter is daarom van oordeel dat de uitleg die [eiser] geeft, niet de uitleg is die aan de polisbepalingen kan worden toegekend. Daarbij is doorslaggevend dat er een aparte bepaling is voor (huis)dieren. Koi-karpers zijn dieren en [eiser] heeft moeten begrijpen dat zijn Koi-karpers voor de verzekering als dieren aangemerkt worden en niet als onderdeel van de tuin(aanleg) of de woning zelf. Dat wordt niet anders door het feitelijk wel juiste uitgangspunt dat de meeste mensen met een hond of een kat daarmee een andere relatie zullen opbouwen, dan de meeste mensen zullen doen met hun Koi-karpers. Dat maakt nog niet dat Koi-karpers geen (huis)dier zijn.
4.6.
Uit de stellingen van [eiser] begrijpt de kantonrechter dat in de voorwaarden door ASR een wijziging is aangebracht in die zin dat aanvankelijk gesproken werd over
huisdierenen dat naderhand gesproken wordt over
(huis)dieren. [eiser] is blijkens zijn stellingen uitgegaan van de beperkte aansprakelijkheid voor huisdieren, in de veronderstelling dat zijn Koi-karpers niet als huisdier kunnen worden aangemerkt. Dit maakt het oordeel van de kantonrechter niet anders. Ook dieren die niet per se voor de gezelligheid gehouden worden, kunnen voor de verzekering als huisdier gezien worden. In ieder geval kan de kantonrechter [eiser] niet volgen in zijn stelling dat Koi-karpers eerder als onderdeel van een huis of tuin gezien moeten worden, dan als een huisdier. Het zijn immers dieren. Het is te ver gezocht om de Koi-karpers als iets anders dan een dier te bestempelen.
4.7.
Het is daarom terecht dat ASR de claim van [eiser] beoordeelt op basis van wat afgesproken is voor vergoeding voor schade van diefstal van dieren. Het is niet van belang dat sprake is van een all risks verzekering. Het is immers niet de vraag bij welke oorzaak (welk verzekerd risico) ASR moet uitkeren, maar de vraag onder welke rubriek geclaimd kan worden en of ASR zich op het daarvoor opgenomen maximum kan beroepen. Het feit dat ASR vanwege diefstal moet uitkeren staat niet ter discussie.
4.8.
Een verzekeraar mag een uitkering aan een zeker maximum verbinden. Daarop zal in de regel ook de premie zijn afgestemd. Het is dus ook niet onredelijk om een verzekeringsnemer daaraan te houden. Ook het beroep op de garantie tegen onderverzekering leidt niet tot een ander oordeel. Het gaat hier niet om de vraag of de verzekerde som lager is dan de werkelijke waarde, omdat de verzekeringnemer een te lage waarde heeft opgegeven. In dit geval gaat het om een overeengekomen maximale dekking, los van de eventuele waarde. De gegeven garantie is voor deze situatie van geen betekenis.
4.9.
ASR heeft zich dus terecht op het standpunt gesteld dat zij ondanks de werkelijke waarde van de vissen, niet meer dan € 2.400,00 (€ 2.500,00 minus eigen risico) heeft hoeven uitkeren. ASR heeft zich ook direct op het standpunt gesteld dat er geen belang bestond bij de vaststelling van exacte schade omdat een gegeven was dat deze het maximum oversteeg. Dat zij onder die omstandigheden geen extra tijd en geld gestoken heeft in vaststelling van de exacte schade kan haar niet worden tegengeworpen. Ook als zij de schade na overleg had vastgesteld op de schade zoals die feitelijk is opgegeven en geleden, dan nog had ASR niet meer hoeven uitkeren. De verwijten die [eiser] ASR op dit punt maakt gaan daarom ook niet op. De door [eiser] gemaakte kosten moeten voor eigen rekening blijven.
4.10.
[eiser] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom ook de kosten van de procedure dragen. Deze worden begroot op € 600,00 (2 punten volgens toepasselijk liquidatietarief). De nakosten worden toegewezen, zoals in het dictum opgenomen.
De beslissing
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van ASR, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 600,00 aan salaris gemachtigde;
veroordeelt [eiser] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door ASR volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 100,00, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.O. Zuurmond, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2017.