Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
Er is waarschijnlijk sprake van een evenwichtsstoornis bij het lopen op basis van doorgemaakte gentamicine ototoxiciteit. Dit manifesteert zich vaak met een balansstoornis bij het lopen en oscillopsie (…). Een deel van deze schade kan irreversibel zijn. (…)
Balansstoornis mogelijk op basis van ototoxiciteit gentamicine (…)”
Concluderend is het antibiotische regime zoals dat bij betrokkene is toegepast niet de eerste keus, maar daarom nog niet verkeerd. Wel lijkt onvoldoende rekening gehouden te zijn met de beruchte bijwerkingen van Gentamicine, gelet op de hoogte van de dosis en de duur van de behandeling. Ook uit de beschikbaar gestelde correspondentie valt af te leiden dat er na het ontslag uit [naam ziekenhuis 1] weinig of geen aandacht voor het optreden van deze bijwerkingen is geweest (…).”
De gentamicine is 1 keer per dag 400 mg voor 6 weken gegeven. Om oto- en nefrotoxische bijwerkingen zoveel mogelijk te voorkomen wordt geadviseerd de behandelduur zo kort mogelijk te houden, bij voorkeur 7-10 dagen (…). Twee dagen na starten van de therapie waren top en dal spiegels binnen de norm. Wanneer de Gentamicine tijdig gestopt zou zijn geworden, zou de kans kleiner zijn geweest dat er vestibulaire afwijkingen op zouden zijn getreden.
Ze heeft moeite met staan en lopen zonder assistentie. Draaistoel onderzoek en calorisatie zijn beiderzijds ernstig afwijkend alsook de vHIT. De Dizziness Handicap Inventory geeft ook een zeer hoge score. Volgens mijn inschatting is daarom de ‘whole person impairment rating’ 58%.”
Gegevens t.a.v. beperkingen:
Tijdens de klinische opname van mevrouw [verzoekster] van 06-02-2006 t/m 24-02-2006, waarin gestart werd met de door de Microbioloog geadviseerde dosering en duur van de gentamicine, was ik de superviserend neuroloog. Er is slechts eenmaal in deze periode een top-dalspiegel gentamicine bepaald, en, hoewel ik het papieren dossier nu niet voor me heb, weet ik zeker dat het geen bewuste keuze is geweest om dit niet vaker te doen.
3.Het geschil
georiënteerd in trias” was. Pas recent is [verzoekster] gebleken dat in het verslag van het [naam ziekenhuis 2] uit 2008, naar aanleiding van haar positieve antwoord op de vraag of ze wel eens alcohol nuttigde, is vermeld dat haar balansprobleem waarschijnlijk werd versterkt door de gevolgen van langdurig overmatig alcoholgebruik. [verzoekster] vindt het zeer pijnlijk dat haar antwoord destijds, waarschijnlijk vanwege haar beven en moeilijke lopen, verkeerd is geïnterpreteerd, en vervolgens ten onrechte een eigen leven is gaan leiden.
4.De beoordeling
georiënteerd in trias”. Medirisk heeft nog aangevoerd dat [verzoekster] regelmatig alcohol zou nuttigen, maar de omvang en gevolgen hiervan kan niet worden vastgesteld. De rechtbank deelt ook niet het standpunt van Medirisk dat [verzoekster] het risico op een val bewust zou vergroten door alcohol te nuttigen.