Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
4.3 Samenstelling Beoordelingscommissie
6 x afdeling Facilitair, Advies en Beheer, team FBK;
1 x afdeling Beheer Openbare Ruimte, team GBB;
1 x afdeling Facilitair, Advies en Beheer, team IMA.
Plan van Aanpak
Wensen
Maatschappelijk Verantwoord Inkopen
Presentatie
onvoldoende beantwoording
belangrijke elementen ontbreken/schieten tekort
geen toegevoegde waarde
geen oplossingen aangereikt
voldoende beantwoording
alle elementen aanwezig
geen toegevoegde waarde
standaard(oplossing)
voldoende beantwoording
alle elementen aanwezig
(beperkte) toegevoegde waarde
Meer dan standaard(oplossing)
meer dan gevraagde beantwoording
alle elementen aanwezig
ruime toegevoegde waarde
geen standaardoplossing
Medewerker 1” tot en met “
Medewerker 8”), en hun stemverhouding (100%, 50% of 0%) per onderdeel van het Programma van Eisen en per Wens.
Om eventuele onduidelijkheden weg te nemen met betrekking tot de presentatie verwijzen wij naar de Biedingleidraad (…) Hoofdstuk 6.5.4. Presentatie.
Omdat er mogelijk toch nog wat onduidelijkheid bestaat over de door u te verzorgen presentatie doen wij u hierbij een uitgebreide uitleg toekomen van onze verwachtingen. Een presentatie kent een subjectief karakter en vanuit die optiek hechten wij er zeer veel waarde aan dat de uitgangspunten voor iedereen hetzelfde zijn en dat de beoordeling dan ook op de juiste manier kan geschieden.
(…) Ten onrechte heeft uw organisatie op onderdelen 0 punten gescoord. Wij hebben dit aangepast met als gevolg dat de eindscore wijzigt en er derhalve een nieuw gunningsvoornemen moet worden uitgebracht. Onderstaand vindt u de nieuwe scoringstabel.
(…) Onderstaand vindt u de nieuwe scoringstabel.
De Gemeente vindt het vervelend dat zij haar gunningsvoornemen tot tweemaal toe heeft moeten wijzigen, Echter, de Gemeente ziet hierin noch in de overige bezwaren van Centric aanleiding om tot gunning aan Centric, herbeoordeling van de inschrijvingen of heraanbesteding over te gaan. (…)”
3.Het geschil
4.De beoordeling
helderheid, de mate waarin er tijdens de presentatie door Inschrijver een concreet antwoord op de gestelde vragen van Gemeente Lelystad wordt gegeven en in welke mate er een duidelijk onderscheid gemaakt kan worden tussen de inhoudelijkheid en de bruikbaarheid” en “
klikfactor, het vertrouwen dat gemeente Lelystad heeft na de presentatie in een goede samenwerking en of de relatie ‘goed voelt’”. Met name dat laatste punt, die “
klikfactor”, is per definitie subjectief, maar dat hoeft nog niet per se onrechtmatig te zijn. Als het subjectieve element (“
vertrouwen in een goede samenwerking”, “
voelt goed”) in de uitwerking voldoende geconcretiseerd wordt, is van strijd met aanbestedingsrechtelijke beginselen geen sprake.
een indruk (…) krijgen van wat het aangeboden systeem te bieden heeft”. Vooral datgene wat het systeem uniek maakte, moest tijdens de presentatie worden getoond (“
look & feel”
). Centric heeft daar op 18 mei 2017 nog vragen over gesteld. Uit het op 19 mei 2017 gegeven antwoord, inhoudend dat het ging om de “
unique selling points” van het door haar aangeboden systeem, heeft Centric mogen begrijpen dat met de Presentatie werd beoogd te toetsen of toekomstige gebruikers een klik hadden met het aangeboden systeem, of zij er vertrouwen in hadden dat zij in de praktijk met dat systeem uit de voeten zullen kunnen. Centric heeft er daarom op mogen vertrouwen dat zij tijdens de Presentatie zou worden beoordeeld op datgene wat haar systeem anders maakte dan concurrerende systemen, en of dat toegevoegde waarde had voor de Gemeente.
klikfactor”, “
vertrouwen” en “
voelt goed” leken daarmee voldoende geobjectiveerd, waardoor ook niet kan worden gezegd dat Centric op dat moment bezwaar had moeten maken wegens (veronderstelde) strijd met het aanbestedingsrecht. Om die reden gaat het gevoerde zogenoemde “Grossmann”-verweer in dit geval dus niet op. De aangevoerde omstandigheid dat de Gemeente in haar bericht van 19 mei 2017 geen afstand heeft genomen van de in de aangepaste Biedingleidraad genoemde vage termen maakt dat niet anders. Pas achteraf is bij Centric de indruk kunnen ontstaan dat van deze objectivering feitelijk niet veel terecht is gekomen. Toen pas kreeg zij vage argumenten als “
kreeg geen wij-gevoel” (Medewerker 1), “
voelt voor mij niet dit ishet, voor mij bevestiging van mijn opgedane indruk en dat voelt niet goed” (eveneens Medewerker 1) en “
het voelde niet zo goed” (Medewerker 8) onder ogen. Een aantoonbare link tussen die argumenten en haar “
unique selling points” ontbreekt. Aan Centric moet de mogelijkheid worden geboden om dit alsnog aan de orde te stellen en van rechtsverwerking op dit punt kan dus geen sprake zijn.
klik”, anders dan Centric meent, is beoordeeld zoals in de aanbestedingsstukken is bedoeld: dat is getoetst of toekomstige gebruikers een “
klik” hadden met het aangeboden systeem en of zij er vertrouwen in hadden dat zij in de praktijk met dat systeem uit de voeten zouden kunnen. De door de beoordelaars beschreven argumenten moeten eveneens in het licht van die toets worden bezien. Dan moet worden geconstateerd dat de beschreven argumenten weliswaar niet de schoonheidsprijs verdienen, maar dat een en ander de toets der kritiek wel kan doorstaan. In ieder geval kan niet worden geoordeeld dat op dit punt sprake zou zijn van klaarblijkelijke procedurele of inhoudelijke onjuistheden of onduidelijkheden, die zouden kunnen meebrengen dat de beoordeling op dit punt niet deugt.
Ervaringen uit verleden/andere applicaties” (Medewerker 2) en “
Ervaring met eerdere trajecten met zelfde projectleider en ook deze organisatie moeizaam” (Medewerker 5) kunnen immers moeilijk anders worden begrepen dan dat deze beoordelaars eerdere ervaringen met Centric hebben laten meewegen. Daarmee is voldoende aannemelijk geworden dat deze beoordelaars een onjuist toetsingscriterium hebben gehanteerd.
816,00