Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
kanzijn en dat de specificatie van Ziggo niet zonder meer voor juist gehouden kan worden.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert Ziggo B.V. betaling van onbetaalde facturen van een gedaagde, die onder bewind staat. De gedaagde heeft een overeenkomst met Ziggo voor telefonie en aanverwante diensten. Ziggo constateert dat de belkosten van de gedaagde snel zijn gestegen en heeft twee facturen gestuurd, die door de gedaagde zijn gestorneerd. De gedaagde betwist de juistheid van de facturen en stelt dat er sprake is van fraude. Tijdens de comparities is vastgesteld dat er twee procedures lopen over een vergelijkbaar feitencomplex. De kantonrechter heeft de vordering van Ziggo beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat de facturen correct zijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Ziggo niet voldoende onderzoek heeft gedaan naar het vermoeden van fraude en dat de gedaagde de afgeschreven bedragen terecht heeft gestorneerd. De kantonrechter heeft de vordering van Ziggo grotendeels afgewezen, maar een klein deel van de vordering, betreffende de abonnementskosten, is toegewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.