4.5.Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter nog het volgende. [gedaagde] heeft gemotiveerd aangevoerd dat niet hij, maar [team Y] de contractspartij van [eiser] was en dat de samenwerkingsovereenkomst tussen [eiser] en [team Y] inhield dat [eiser] zijn werkzaamheden vooralsnog kosteloos zou verrichten en als tegenprestatie voor het vervaardigen en inbrengen van de auteursrechtelijk beschermde werken kosteloos een uitgebreid sponsorpakket van [team Y] zou krijgen aangaande de [...] 2016, aan welke verplichting [team Y] heeft voldaan. Nu er in 2016 geen positieve financiële resultaten zijn behaald, heeft [eiser] verder geen recht op een vergoeding, aldus [gedaagde] . Deze stellingen vinden steun in de als productie 10 overgelegde verklaring van de heer [F] , die verklaart:
“Op 20 april 2016 hebben we met een team van personen een eerste vergadering gehouden.
Dr. [B] (aandeelhouder [team Y] )
Dr. [C] (aandeelhouder [team Y] )
[gedaagde] (aandeelhouder [team Y] )
[D]
[E]
[eiser]
En ik zelf, [F] .
In de vergadering is de opstart van een nieuw bedrijf, genaamd [team Y] B.V. besproken, waar alle aanwezigen een rol aangeboden hebben gekregen in de ontwikkelen van een elektrisch aangedreven rally auto (ERV).
Vanaf meet af aan is door de aandeelhouders van [team Y] klip en klaar uitgelegd, dat er geen financiële middelen zijn voor het uitbetalen van werkzaamheden in het eerste jaar. Een van de doelen van het nieuwe bedrijf, is het mede ontwikkelen van een ERV. Via de exposure en het netwerk van het [team X] , dat sinds dit jaar is overgegaan in [team Y] zullen we fondsen moeten binnen halen om de ontwikkeling van de ERV te bekostigen.
Alle aanwezigen hebben de kans gehad om in dit project hun steentje bij te dragen, waarbij door de aandeelhouders helder is aangegeven dat betrokkenen niet betaalt krijgen voor de door hun verrichte werkzaamheden, tot het moment dat er met het ERV project omzet wordt gerealiseerd. Alle aanwezigen is individueel gevraagd of hij/zij hiermee akkoord was en iedereen, inclusief [eiser] , heeft er dan ook mee ingestemd geen financiële vergoeding te verlangen voor de uit te voeren werkzaamheden. Het is dan ook onbegrijpelijk en geheel tegen de afspraak in, dat [eiser] nu meent een vergoeding te kunnen krijgen voor de door hem gemaakte ontwerpen.”
Deze stellingen vinden tevens steun in de als productie 11 overgelegde intentieverklaring van 20 april 2016 met [team Y] en [eiser] als partijen, waarin - voor zover relevant - is opgenomen:
Partijen wensen een gezamenlijk zakelijk verband van onbepaalde duur aan te gaan ten gunste van het doel dat [team Y] en het voltallige [team Y] team nastreeft;
[team Y] heeft als doelstelling om, naast het binnenhalen van inkomsten middels het vermarketen en verkopen van visueel rally materiaal en data alsmede het aantrekken van sponsoring, de ontwikkeling ter hand te nemen van zogeheten ERV’s (electric rally vehicles) waarmee ze een bijdrage levert aan het ‘ver-groenen’ van de automotive sector;
(…)
5. Het is in dit kader dat TEAMLID z’n inspanningen, vooralsnog onbezoldigd, aanbiedt en verricht als volwaardig lid van de werkgroep […..], belast met [….]; als zodanig is TEAMLID vrijwillig [team Y] adviseur, er is geen sprake van een opdrachtgever-werknemer relatie noch van betaalde dienstverlening.
(…)”
en de als productie 12 overgelegde op onderdelen nader uitgewerkte intentieverklaring van 17 mei 2016 met [team Y] en [eiser] als partijen, waarin - voor zover relevant - is opgenomen:
“(…)
5. Het is in dit kader dat TEAMLID z’n inspanningen, vooralsnog onbezoldigd, aanbiedt en verricht als volwaardig lid van de werkgroep Marketing; als zodanig is TEAMLID vrijwillig [team Y] adviseur, er is geen sprake van een opdrachtgever-werknemer relatie noch van betaalde dienstverlening.
6. TEAMLID zal met name zijn bijdrage leveren aan foto-, visuele- en below the line producties, beeldbewerking, participatie in [team Y] evenementen, ideeën creatie, design van promotie materiaal ten behoeve van [team Y] en de design voor een ERV (elektrische rally en/of pers voertuig), alsmede alles dat voor bovenstaande relevant moge zijn;
7. Daar staat tegenover dat zodra [team Y] positieve financiële resultaten geneert, er duidelijke vergoedingsafspraken gemaakt worden.
(…)
9. Overige [team Y] leden zullen in hun externe inspanningen de onderneming “ [handelsnaam] ” promoten bij werk door derden, en als soort “Salesforce” van TEAMLID opereren, daar waar mogelijk en relevant, zonder daarbij de prioritaire belangen van [team Y] uit het oog te verliezen.
(…)”
Deze intentieverklaringen zijn weliswaar niet ondertekend, maar door [eiser] is ter zitting erkend dat hetgeen daarin is opgenomen overeenkomt met wat destijds is besproken. Uit de hiervoor aangehaalde stukken kan worden opgemaakt dat, zoals [gedaagde] stelt, [team Y] als contractspartij heeft te gelden, dat [eiser] zijn werkzaamheden voor [team Y] vooralsnog kosteloos zou verrichten totdat er winst werd gemaakt, en dat reclame voor [eiser] zou worden gemaakt. Ook gelet op deze gemotiveerde betwisting door [gedaagde] zijn de stellingen van [eiser] dat hij met [gedaagde] zelf heeft gecontracteerd op de door hem aangevoerde voorwaarden, onvoldoende aannemelijk geworden. Ook dat staat daarom aan de toewijsbaarheid van de vorderingen in de weg.