12.BESLISSING
- verklaart het onder primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder primair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder primair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis;
- ontzegt verdachte ter zake van het onder primair bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1 jaar;
- bepaalt dat van de ontzegging een gedeelte, groot 9 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van het volgende voorwerp:
een personenauto van het merk Volkswagen Polo, met kenteken [kenteken];
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 193,20;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juli 2016 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde 1] wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op € 669,-, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 193,20 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juli 2016 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 3 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, mrs. R. Veldhuisen en V.M.A. Sinnige, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 april 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Primair
zij op of omstreeks 06 juli 2016 te Almere, althans in het arrondissement Midden-Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een auto, daarmede rijdende over de weg, de Rijksweg A27, zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- met (ongeveer) 143 km/uur, althans met een hogere snelheid dan ter plaatse was toegestaan, op die weg heeft gereden en/of
- zij is blijven rijden terwijl zij, verdachte, vermoeid was en/of in slaap is gevallen terwijl zij haar voertuig bestuurde en/of
- ( daardoor) de door haar bestuurde auto niet voortdurend onder controle had en/of
- terwijl zij vermoeid was de cruise control van haar auto heeft ingeschakeld en/of
- rijdende over die weg de snelheid van haar voertuig niet (voldoende) heeft geminderd bij het naderen van haar, verdachtes, voorligger [slachtoffer] en/of
- geen of onvoldoende stuurbeweging met haar, verdachtes voertuig, heeft gemaakt toen de auto van haar voorligger [slachtoffer] naderde en/of
- ( vervolgens) tegen de (linkerachterkant van de) auto van die [slachtoffer] is aangereden en/of
- waarbij de auto van die [slachtoffer] (meerdere malen) over de kop is gegaan en in een nabij die rijbaan gelegen sloot is terechtgekomen,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) werd gedood;
Subsidiair
zij op of omstreeks 06 juli 2016, te Almere, althans in het arrondissement Midden-Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A27,
- met (ongeveer) 143 km/uur, althans met een hogere snelheid dan ter plaatse was toegestaan, op die weg heeft gereden en/of
- zij is blijven rijden terwijl zij, verdachte, vermoeid was en/of in slaap is gevallen terwijl zij haar voertuig bestuurde en/of
- ( daardoor) de door haar bestuurde auto niet voortdurend onder controle had en/of
- terwijl zij vermoeid was de cruise control van haar auto heeft ingeschakeld en/of
- rijdende over die weg de snelheid van haar voertuig niet (voldoende) heeft geminderd bij het naderen van haar, verdachtes, voorligger [slachtoffer] en/of
- geen of onvoldoende stuurbeweging met haar, verdachtes voertuig, heeft gemaakt toen de auto van haar voorligger [slachtoffer] naderde en/of
- ( vervolgens) tegen de (linkerachterkant van de) auto van die [slachtoffer] is aangereden en/of
- waarbij de auto van die [slachtoffer] (meerdere malen) over de kop is gegaan en in een nabij die rijbaan gelegen sloot is terechtgekomen,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) werd gedood;
door welke gedraging(en) gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon
worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon
worden gehinderd.