Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De procedure
- de schriftelijke vordering van de officier van justitie van 9 maart 2018, die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;
- het strafdossier onder parketnummer 16/661343-15, waaruit blijkt dat veroordeelde bij vonnis van 2 mei 2018 van deze rechtbank is veroordeeld ter zake van – kort gezegd – het medeplegen van illegale handel in geneesmiddelen en overtredingen van de Opiumwet;
- de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzitting;
- de overige stukken;
2.De beoordeling
€ 68.640,- totale opbrengst.
- 1.716 verkochte dozen * € 19,50 inkoopprijs per doos =
€ 33.462,- totale kosten
€ 17.589,- (€ 35.178,- / 2) aan wederrechtelijk voordeel heeft genoten. Aan de veroordeelde zal de verplichting tot betaling aan de Staat ter ontneming hiervan worden opgelegd nu geen omstandigheden zijn gebleken die hieraan in de weg staan.
3.Toepasselijke wettelijke voorschriften
4.De beslissing
€ 17.589,-(zegge: zeventienduizend en vijfhonderdnegenentachtig euro).
€ 17.589,-(zegge: zeventienduizend en vijfhonderdnegenentachtig euro).