ECLI:NL:RBMNE:2018:2343
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag energiebesparing voor bedrijfsgebouw omgebouwd tot woning
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 april 2018 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eiser had op 1 september 2016 een gebouw en perceel gekocht en op 2 februari 2017 een subsidieaanvraag ingediend voor energiebesparende maatregelen. De aanvraag werd afgewezen omdat het gebouw, dat een bedrijfsbestemming had, niet voldeed aan de voorwaarden van de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis, die alleen subsidies verleent voor bestaande koopwoningen.
De rechtbank oordeelde dat het gebouw ten tijde van de aanvraag nog niet als bestaande koopwoning kon worden beschouwd. De rechtbank wees erop dat de bestemming van het gebouw als smederij en de noodzakelijke verbouwingen om het pand bewoonbaar te maken, in de weg stonden aan de toekenning van de subsidie. Eiser betoogde dat het gebouw historisch gezien een woning was en dat hij al in een deel ervan kon wonen, maar de rechtbank volgde deze redenering niet. De rechtbank concludeerde dat de verbouwingen niet alleen een verfraaiing betroffen, maar dat er nog steeds sprake was van een omvorming van een bedrijfsgebouw naar een woning.
De rechtbank stelde vast dat de wetgever niet bedoeld had subsidie te verlenen voor maatregelen die ook zonder subsidie genomen zouden worden. Aangezien de verbouwingen aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 moesten voldoen, was eiser al verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de subsidieaanvraag, omdat niet voldaan was aan de voorwaarden van de Subsidieregeling.