ECLI:NL:RBMNE:2018:2462

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 juni 2018
Publicatiedatum
5 juni 2018
Zaaknummer
6748537 UT VERZ 18-6480
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • P.A.M. Penders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om extra beloning voor bewindvoerder op basis van Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 8 juni 2018 uitspraak gedaan in een verzoek van Bureau voor Budget en Inkomensbeheer Midden Nederland B.V. om extra beloning voor de bewindvoerder. De bewindvoerder had verzocht om toestemming voor het declareren van extra kosten in verband met een huisbezoek waarbij de rechthebbende niet thuis was. De kantonrechter overweegt dat de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren sinds 1 januari 2015 van toepassing is, waarin de forfaitaire jaarbeloningen zijn vastgelegd. Volgens artikel 3 lid 6 van deze regeling heeft een bewindvoerder alleen recht op een afwijkende beloning in uitzonderlijke omstandigheden.

De kantonrechter stelt vast dat het afleggen van een huisbezoek tot de standaard werkzaamheden van een bewindvoerder behoort en daarom niet als uitzonderlijk kan worden aangemerkt. De afwezigheid van de rechthebbende tijdens het huisbezoek verandert hier niets aan. De door de bewindvoerder verzochte reiskostenvergoeding van € 4,25 wordt ook als normale kantoorkosten beschouwd en valt onder het reguliere tarief. De kantonrechter benadrukt dat professionele bewindvoerders geacht worden de Regeling beloning te kennen en dat zij alleen aanspraak kunnen maken op extra beloning in uitzonderlijke situaties.

Uiteindelijk wijst de kantonrechter het verzoek tot het in rekening brengen van extra kosten af, omdat het verzoek niet voldoet aan de criteria van de Regeling beloning. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bewindsbureau
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 6748537 UT VERZ 18-6480 LL
bewindnummer: BM 17923

Beschikking van 8 juni 2018

inzake het verzoek van

Bureau voor Budget en Inkomensbeheer Midden Nederland B.V.,

Correspondentieadres:
Postbus [postbus]
[postcode] [vestigingsplaats] ,
verzoekster.
Het verzoek strekt tot machtiging betreffende het vermogen van de rechthebbende:

[rechthebbende] ,

Geboren te [geboorteplaats] (Italië) op [1966] ,
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats]
hierna te noemen: rechthebbende.
Verzoekster heeft het verzoek gedaan in haar hoedanigheid van bewindvoerder.

De procedure

Bij brief van 14 maart 2018 vraagt verzoekster leidt toestemming voor het declareren van extra kosten in verband met een huisbezoek waarbij rechthebbende niet thuis was.

De overwegingen van de kantonrechter

Met ingang van 1 januari 2015 is de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren van toepassing. In deze regeling zijn de forfaitaire jaarbeloningen (inclusief onkostenvergoeding) opgenomen die de curator, bewindvoerder en/of mentor vanaf 2015 in rekening mag brengen.
Uit artikel 3 lid 6 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren volgt dat de bewindvoerder alleen ‘wegens uitzonderlijke omstandigheden’ recht heeft op een afwijkende beloning.
Blijkens de toelichting bij de Regeling beloning is de jaarbeloning een gemiddelde. Het ene bewind zal meer tijd kosten dan het andere en het kan ook voorkomen dat het ene jaar meer uren aan een rechthebbende moeten worden besteed en een ander jaar minder. In de toelichting op de Regeling beloning is tevens expliciet aangegeven dat extra beloning alleen mogelijk is in uitzonderlijke situaties en dat niet te snel mag worden overgegaan tot afwijking van de regeling. Verzoeken om extra beloning zullen worden getoetst aan dit criterium.
De kantonrechter is van oordeel dat het afleggen van een huisbezoek behoort tot de standaard werkzaamheden van een bewindvoerder en daarom niet als uitzonderlijk is aan te merken. Dat rechthebbende niet aanwezig was maakt dit niet anders.
De door de bewindvoerder verzochte reiskostenvergoeding van € 4,25 behoort tot de normale kantoorkosten en valt onder het normale tarief.
De kantonrechter merkt nog op dat professionele bewindvoerders geacht worden de Regeling beloning te kennen. Een professionele bewindvoerder behoort te weten dat hij alleen aanspraak kan maken op extra beloning als er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden. Zo’n professionele bewindvoerder behoort ook te weten dat het bezoeken van zijn cliënt behoort tot de normale werkzaamheden.
Daar waar een van de doelstellingen van het forfaitaire tarief voor de beloning is het verminderen van de administratieve belasting van zowel bewindvoerders als het rechterlijke apparaat, betreurt de kantonrechter het dat de bewindvoerder verzoeken tot het toekennen van extra beloning doet terwijl zij weet, althans zou moeten weten, dat deze geen enkele kans van slagen hebben.
Het verzoek zal gelet op het voorgaande worden afgewezen.

De beslissing

De kantonrechter:
wijst af het verzoek tot het in rekening mogen brengen van extra kosten.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A.M. Penders, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2018.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend..