In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 8 juni 2018 uitspraak gedaan in een verzoek van Bureau voor Budget en Inkomensbeheer Midden Nederland B.V. om extra beloning voor de bewindvoerder. De bewindvoerder had verzocht om toestemming voor het declareren van extra kosten in verband met een huisbezoek waarbij de rechthebbende niet thuis was. De kantonrechter overweegt dat de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren sinds 1 januari 2015 van toepassing is, waarin de forfaitaire jaarbeloningen zijn vastgelegd. Volgens artikel 3 lid 6 van deze regeling heeft een bewindvoerder alleen recht op een afwijkende beloning in uitzonderlijke omstandigheden.
De kantonrechter stelt vast dat het afleggen van een huisbezoek tot de standaard werkzaamheden van een bewindvoerder behoort en daarom niet als uitzonderlijk kan worden aangemerkt. De afwezigheid van de rechthebbende tijdens het huisbezoek verandert hier niets aan. De door de bewindvoerder verzochte reiskostenvergoeding van € 4,25 wordt ook als normale kantoorkosten beschouwd en valt onder het reguliere tarief. De kantonrechter benadrukt dat professionele bewindvoerders geacht worden de Regeling beloning te kennen en dat zij alleen aanspraak kunnen maken op extra beloning in uitzonderlijke situaties.
Uiteindelijk wijst de kantonrechter het verzoek tot het in rekening brengen van extra kosten af, omdat het verzoek niet voldoet aan de criteria van de Regeling beloning. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.