ECLI:NL:RBMNE:2018:2548

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 juni 2018
Publicatiedatum
7 juni 2018
Zaaknummer
458577 / HA RK 18-127
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure

Op 5 juni 2018 heeft de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van een verzoekster. Het verzoek was gericht tegen mr. C. Wallis, de behandelend rechter in een civiele zaak met zaaknummer 6692717 UE VERZ 18-98. De verzoekster voerde aan dat haar advocaat, mr. J. van Ham, weigerde haar fysiek bij te staan tijdens de zitting, wat volgens haar duidde op partijdigheid en belangenverstrengeling. Daarnaast uitte zij zorgen over de integriteit van de rechter, verwijzend naar een onderzoek naar corruptie waar hij bij betrokken zou zijn.

De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard. De kamer oordeelde dat de redenen die verzoekster aanvoerde onvoldoende waren om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. De wrakingskamer benadrukte dat de onpartijdigheid van een rechter wordt verondersteld, tenzij het tegendeel vaststaat. De eerste reden, dat de advocaat niet aanwezig zou zijn, werd als een kwestie tussen verzoekster en haar advocaat beschouwd en niet als een grond voor wraking. De tweede reden, betreffende het vermeende onderzoek naar de rechter, werd als niet onderbouwd en onduidelijk beoordeeld.

De wrakingskamer besloot ook dat verzoekster in de toekomst geen nieuwe wrakingsverzoeken in behandeling zal nemen, gezien het willekeurige gebruik van het wrakingsmiddel. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Wrakingskamer
Locatie Utrecht
Zaaknummer: 458577 / HA RK 18-127
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van 5 juni 2018
op het verzoek in de zin van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv) van:
[verzoeker], wonende te [woonplaats] ,
(verder te noemen: verzoekster).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het wrakingsverzoek van 16 april 2018;
- de schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek van mr. C. Wallis van 27 april 2018;
- de e-mail van 1 mei 2018 van verzoekster tot wraking van de wrakingskamer;
- de beslissing van 9 mei 2018 van de meervoudige wrakingskamer.
1.2.
Het wrakingsverzoek is op 22 mei 2018 in het openbaar behandeld door de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken (verder: de wrakingskamer).
Bij de mondelinge behandeling zijn verschenen:
- mr. C. Wallis, rechter;
- [A] namens Stichting SHS.
Verzoekster is zonder bericht van verhindering niet verschenen; zij is wel behoorlijk opgeroepen voor de zitting.
1.3.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek tot wraking is gericht tegen mr. C. Wallis als behandelend rechter (hierna te noemen: de rechter), in de zaak met het zaaknummer 6692717 UE VERZ 18-98.
2.2.
Verzoekster heeft het volgende ten grondslag gelegd aan haar wrakingsverzoek.
Als eerste reden vermeldt zij dat haar advocaat mr. J. van Ham weigert haar fysiek bij te staan tijdens de zitting terwijl zij zijn steun hard nodig heeft. Zij heeft immers recht op bijstand. Doordat haar advocaat niet aanwezig wil zijn bij de rechtszaak is volgens verzoekster onomstotelijk bewezen dat sprake is van partijdigheid en belangenverstrengeling. Als tweede reden voert verzoekster met verwijzing de aan haar verzoek gehechte bijlage aan dat de integriteit van de rechter haar zorgen baart omdat er een onderzoek gaande is naar zijn corruptie. Volgens verzoekster is de rechter vele malen gewraakt en moet er onderzoek worden gedaan naar belangenverstrengeling. Zij heeft een bijlage bij het wrakingsverzoek opgenomen waarop een screenshot van zoekresultaten te zien is op de zoekvraag ‘c.wallis kamervoorzitter’.
2.3.
De rechter heeft niet berust in de wraking. In zijn schriftelijke reactie stelt hij zich op het standpunt dat hij op het moment van het indienen van het wrakingsverzoek (nog) geen bemoeienis met het dossier of de zaak heeft gehad. Het wrakingsverzoek is ingediend op basis van informatie van de griffie dat hij de behandelend rechter zal zijn. De rechter heeft op het internet vastgesteld dat de combinatie van de in de bijlage van het wrakingsverzoek vermelde website en zijn naam een bericht onder kop van het House of Commons over een onderzoek tegen mr. C. Wallis oplevert. Het ‘onderzoek’ waar verzoekster op wijst is de rechter echter niet bekend. Hij vermeldt dat de status van het betreffende bericht onbekend is en geen dagtekening draagt. De rechter heeft contact opgenomen met het op de betreffende website genoemde e-mailadres, maar hierop geen reactie ontvangen. De rechter bestrijdt de stelling dat hij corrupt zou zijn, partijdig is of dat hij de schijn van partijdigheid zou hebben gewekt. De rechter bevestigt dat hij eerder in zijn loopbaan is gewraakt. Hij heeft zich echter verzet tegen alle wrakingsverzoeken en geen van de wrakingsverzoeken is gehonoreerd. Ter zitting heeft de rechter toegelicht dat hij tot op heden geen reactie op zijn e-mail heeft ontvangen. Hij heeft daarnaast het House of Commons via hun e-mailadres benaderd, maar ook daar tot op heden geen reactie op ontvangen.

3.De beoordeling

3.1.
Artikel 36 Rv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden.
3.2.
De rechtbank onderzoekt in een wrakingsprocedure of de onpartijdigheid van de rechter schade lijdt. Een rechter wordt geacht onpartijdig te zijn tot het tegendeel vaststaat. Van dat laatste kan sprake zijn indien uit zijn overtuiging of gedrag persoonlijke vooringenomenheid tegenover een procespartij blijkt. Daarnaast kan een procespartij de indruk krijgen dat de rechter vooringenomen is. Het gezichtspunt van de procespartij is hier van belang maar speelt geen doorslaggevende rol. Beslissend is of de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd is. Komt vooringenomenheid of een gerechtvaardigd vermoeden daarvan vast te staan dan lijdt de rechterlijke onpartijdigheid schade. De rechtbank zal het wrakingsverzoek aan de hand van de hiervoor genoemde maatstaven beoordelen.
3.3
De rechter moge geen bemoeienis met het dossier gehad hebben, het enkele feit dat hij aangewezen is als behandelend rechter maakt het indienen van een verzoek tot wraking van de rechter in beginsel mogelijk. In de persoon van de rechter en zijn relaties kan immers aanleiding gevonden worden aan zijn onpartijdigheid te twijfelen.
3.4
De wrakingskamer overweegt dat ten aanzien van de eerste wrakingsgrond van verzoekster niet valt in te zien dat dit raakt aan partijdigheid of vooringenomenheid van de rechter. Dat haar advocaat van plan is om niet naar de zitting van de inhoudelijke zaak te komen is iets dat zich afspeelt tussen verzoekster en haar advocaat.
Ten aanzien van de tweede wrakingsgrond overweegt de wrakingskamer dat het zoekresultaat dat als bijlage bij het wrakingsverzoek is overgelegd geen informatie bevat over het onderzoek dat tegen de rechter zou lopen of gelopen zou hebben. Het gaat om een vermelding op een (Engelstalige) website waarvan status en herkomst volstrekt niet duidelijk zijn. Het bericht geeft ook geen inhoudelijke informatie. De wrakingskamer is van oordeel dat hieruit op geen enkele wijze kan worden afgeleid dat de rechter niet meer onpartijdig is, vooringenomen zou zijn dan wel dat de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Wat verzoekster aanvoert is met andere woorden volstrekt onvoldoende om als grondslag te kunnen dienen van een verzoek tot wraking.
3.5
In eerdere verzoeken tot wraking van de rechter kan, los van de vraag of deze verzoeken gegrond of ongegrond verklaard zijn, geen aanleiding gevonden worden te twijfelen aan de onpartijdigheid van de rechter in de onderhavige zaak.
3.6
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal de wrakingskamer het verzoek tot wraking ongegrond verklaren.
3.7
Verzoekster heeft op 1 mei 2018 een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechters die haar verzoek van 16 april 2018 zouden behandelen. Verzoekster had dat verzoek ingediend mede omdat twee van de rechters voorwerp van onderzoek door het House of Commons zouden zijn. Verzoekster had dat echter op geen enkele wijze onderbouwd. Het verzoek tot wraking van de leden van de wrakingskamer is niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster heeft nu tweemaal een mogelijk onderzoek door het House of Commons in stelling gebracht zonder dat op enigerlei wijze uit te leggen of te onderbouwen. Dit duidt op een dermate willekeurig gebruik van het wrakingsmiddel door verzoekster dat het voldoende aannemelijk is dat zij wederom een dergelijk verzoek zal indienen. Om misbruik van het wrakingsmiddel in deze zaak te voorkomen zal de rechtbank bepalen dat een volgend verzoek tot wraking zal niet in behandeling wordt genomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer:
4.1.
verklaart het verzoek tot wraking ongegrond;
4.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing toe te zenden aan verzoekster, andere betrokken partijen, alsmede aan de voorzitter van de afdeling Civiel recht en bestuursrecht en de president van deze rechtbank;
4.3.
bepaalt dat de procedure van verzoekster met rolnummer 6692717 UE VERZ 18-98 dient te worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek;
4.4
bepaalt dat een volgende verzoek tot wraking ingediend door verzoekster in de zaak met nummer 6692717 UE VERZ 18-98 niet in behandeling zal worden genomen.
Deze beslissing is gegeven door mr. C.A. de Beaufort, voorzitter, en mr. H.A. Brouwer en mr. R.J. Praamstra als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. A.L. de Gier, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2018.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.