ECLI:NL:RBMNE:2018:2779

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 juni 2018
Publicatiedatum
20 juni 2018
Zaaknummer
16/700061-16 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en seksueel misbruik van minderjarige kinderen door vader met bijkomende kinderporno en wapenbezit

Op 20 juni 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een 43-jarige man uit Enkhuizen veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf voor het seksueel misbruik van zijn drie jonge kinderen. De man heeft jarenlang ontuchtige handelingen gepleegd met zijn kinderen, waaronder het seksueel binnendringen van zijn dochter, die op het moment van de misdrijven nog geen twaalf jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn kinderen heeft gedwongen tot seksuele handelingen en dat hij dit heeft vastgelegd op video en foto. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte in het bezit was van kinderporno en een vuurwapen met munitie. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij de kwetsbaarheid van de kinderen en de langdurige impact van het misbruik op hun leven zijn meegewogen. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en heeft de feiten ontkend, wat de rechtbank als zeer laakbaar heeft beoordeeld. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie voor een hogere straf afgewezen, maar heeft wel een gevangenisstraf van vier jaar opgelegd, rekening houdend met de psychologische rapportages die de kans op herhaling laag inschatten. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij schadevergoeding is opgelegd aan de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/700061-16 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 juni 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] ,
gedetineerd te [detentiecentrum] te [vestigingsplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 13 maart 2018 en 7 juni 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. G.I. Roos, advocaat te Almere, alsmede hetgeen mr. M.A.J. Kubatsch, advocaat te Utrecht, namens de benadeelde partijen naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 13 maart 2018 nader omschreven. De nader omschreven tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1.
in de periode van 19 mei 2010 tot en met 3 juni 2015 te Lelystad en/of Beilen, met zijn kind [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2005, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd die (mede) hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
bestaande uit het brengen van de penis in haar mond, het brengen van zijn penis in/op/tegen haar vagina, het likken van haar vagina, het brengen van zijn vinger in haar vagina en het duwen van haar vinger in haar vagina;
en/of
toen die [slachtoffer 1] de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, onder meer bestaande uit het zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en het aanraken van de borst en/of vagina van die [slachtoffer 1] .
2.
in de periode van 1 november 2010 tot en met 3 juni 2015 te Lelystad en/of Beilen,
met zijn kind(eren) [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2004 en/of [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, onder meer bestaande uit het aanraken van de penis van die [slachtoffer 2] , het aftrekken van en zich laten aftrekken door die [slachtoffer 2] , die [slachtoffer 2] zich heeft laten aftrekken en het aftrekken van die [slachtoffer 3] .
3.
in de periode van 19 mei 2010 tot en met 24 april 2015 te Lelystad en/of Beilen, foto’s en/of video’s van seksuele gedragingen , waarbij zijn kinderen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] waren betrokken, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt, heeft vervaardigd, welke gedragingen onder meer bestonden uit:
- het met de penis vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- het met de / een vinger(s) en/of de penis betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 1] en/of
- het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- het met de vinger(s) en/of hand betasten en/of aanraken en/of aftrekken van de penis van die [slachtoffer 2] en/of het laten masturberen van die [slachtoffer 2] en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer 1] ,
terwijl hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
4.
in de periode van 19 mei 2010 tot en met 11 april 2016 te Lelystad en/of Beilen en/of Enkhuizen, afbeeldingen (foto’s, video’s en/of gegevensdragers) met daarop kinderporno
heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de
toegang heeft verschaft.
5.
in of omstreeks de periode van 19 mei 2010 tot en met 24 april 2015 te Lelystad en/of Beilen, (een) afbeelding(en), waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten (een) foto(‘s)/video(‘s) waarop minderjarige meisjes zichzelf en/of elkaar op onzedelijke wijze betasten, heeft vertoond aan zijn minderjarige kind [slachtoffer 1] .
6.
op 11 april 2016 te Enkhuizen een wapen van categorie III sub 1, te weten een pistool (merk Albrecht Kind, model Berloque, kaliber 2 mm penvuur) en/of munitie van categorie III, te weten 44 scherpe patronen, voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig en de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
De raadsman heeft betoogd dat de officier van justitie ten aanzien van de feiten 1 en 3 niet- ontvankelijk moet worden verklaard. Een eerdere aangifte van seksueel misbruik van
[slachtoffer 1] heeft geleid tot een technisch sepot. Bij gebrek aan nieuwe bezwaren als bedoeld in artikel 255 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan verdachte niet opnieuw worden vervolgd voor hetzelfde feit. Bovendien brengen de beginselen van een behoorlijke procesorde, in het bijzonder het vertrouwensbeginsel, met zich dat het openbaar ministerie gebonden is aan het sepot, aldus de raadsman.
De rechtbank verwerpt dit verweer in beide onderdelen en overweegt daartoe als volgt.
Tegen verdachte is eerder een verdenking ontstaan dat hij zich zou hebben schuldig gemaakt aan – kort gezegd – seksueel misbruik van zijn dochter [slachtoffer 1] . De officier van justitie heeft destijds op grond van de resultaten van het onderzoek afgezien van het instellen van strafvervolging; bij beslissing van 23 april 2013 is die zaak geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.
Uit de stukken in het onderhavige strafdossier blijkt dat in tijd na die sepotbeslissing voor verdachte belastende verklaringen zijn afgelegd, ook over seksueel misbruik door verdachte van zijn dochter en ook over de periode die ligt vóór de datum van de sepotbeslissing.
Meer in het bijzonder wijst de rechtbank op de inhoud van de volgende processen-verbaal:
- de aangifte van seksueel misbruik die op 3 september 2015 namens zijn dochter
[slachtoffer 1] is gedaan,
- de verklaring die [getuige 1] (de pleegmoeder van [slachtoffer 1] ) als getuige heeft afgelegd,
- de (belastende) verklaring die [slachtoffer 1] zelf heeft afgelegd;
- de aangiftes van seksueel misbruik die nadien namens de andere twee kinderen van verdachte ( [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ) zijn gedaan;
- de verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ,
- alsmede de afbeeldingen die op diverse gegevensdragers van verdachte zijn aangetroffen nadat er op 11 april 2016 in zijn woning is binnengetreden, waarbij die gegevensdragers in beslag zijn genomen, zijn onderzocht en waarop blijkens de daarvan opgemaakte processen-verbaal afbeeldingen zijn vastgelegd, waarop – kort gezegd – seksuele gedragingen/handelingen zichtbaar zijn, waarbij verdachte en/of één of meer van zijn drie kinderen (waaronder zijn dochter) zichtbaar zijn.
Deze processen-verbaal – waarin zowel de verklaringen van getuigen als de resultaten van onderzoek aan gegevensdragers zijn gerelateerd – hebben te gelden als de vruchten van een ter zake van nieuwe bezwaren ingesteld opsporingsonderzoek, waarin niet alleen is gebleken van “nieuwe” verdenkingen tegen verdachte, maar bovendien van feiten en omstandigheden die (mede) een ander licht werpen op de verdenking die de officier van justitie op 23 april 2013 nog ertoe bracht om ter zake daarvan tot sepot te beslissen, bij gebrek aan voldoende bewijs tegen verdachte.
Bij die stand van zaken is genoegzaam gebleken van nieuwe bezwaren en staat de in artikel 255, eerste lid, Sv neergelegde drempel niet aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg.
Voor zover verdachte heeft willen betogen dat hij, gelet op voornoemde sepotbeslissing, gerechtvaardigd erop heeft mogen vertrouwen dat ter zake geen vervolging meer zou (kunnen) plaatsvinden, vloeit reeds uit het voorgaande voort dat dat vertrouwen – wat daarvan overigens zij – in rechte geen bescherming verdient. Van feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel dienen te leiden is niet gebleken.
Nu ook overigens niet is gebleken van feiten of omstandigheden die aan vervolging in de weg staan is de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
Voorts zijn er geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK FEIT 5

De officier van justitie heeft ter zake gerekwireerd tot bewezenverklaring, de raadsman heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken. Het dossier bevat wettig doch ontoereikend bewijs. In de kern is het alleen de verklaring van [slachtoffer 1] die belastend is voor verdachte, terwijl verdachte het feit heeft ontkend. Daarmee is niet aan het wettelijke bewijsminimum voldaan.
4.1
WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 tot en met 4 en 6 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 4 heeft de officier van justitie onder meer gewezen op de aangiftes die namens de kinderen zijn gedaan, de studioverhoren van elk van de drie kinderen, de verklaring van getuige [getuige 2] (de moeder van de kinderen), alsmede de afbeeldingen (foto’s en video’s) die op de onder verdachte inbeslaggenomen gegevensdragers zijn aangetroffen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde. Wat betreft het bewijs ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde heeft de raadsman geen opmerkingen gemaakt. De raadsman heeft, zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van feit 1:
Verdachte heeft dit feit ontkend. De door [slachtoffer 1] afgelegde belastende verklaringen zijn haar ingefluisterd, zij is aldus beïnvloed. Waar door verdachte bij de politie afgelegde verklaringen ook als bekennend zijn te kwalificeren, zijn deze voor de bewijslevering niet bruikbaar. Verdachte is op de inhoud daarvan teruggekomen en heeft uiteengezet waarom hij eerder anders heeft verklaard. Volgens verdachte heeft hij de politie naar de mond gepraat en was hij suïcidaal.
Ten aanzien van feit 2:
Verdachte ontkent ook dit feit. Hij heeft zijn zoontjes [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] nimmer met een seksuele intentie aangeraakt. Wanneer [slachtoffer 2] de voorhuid naar achteren deed dan had dit te maken met verdachtes ouderlijke zorg en aandacht voor mogelijke verkleving.
Ten aanzien van feit 3:
Verdachte erkent dat er door hem foto’s en video’s zijn gemaakt. Echter, deze hadden geen seksuele strekking, maar zijn steeds gemaakt met een medische intentie, namelijk met het oog op documentatie voor de huisarts.
Ten aanzien van feit 4:
Verdachte is zich niet bewust geweest van de aanwezigheid van de beelden op zijn gegevensdragers.
Ten aanzien van feit 6:
Als dit feit al kan worden bewezen, aan verdachte komt in elk geval een beroep op afwezigheid van alle schuld toe, omdat hij heeft gedwaald ten aanzien van de wederrechtelijkheid van het voorhanden hebben van het wapen en de munitie.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3:
Verdachte is vader van drie kinderen:
  • [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2004;
  • [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2005;
  • [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2010.
Op 3 september 2015 heeft [aangeefster 1] , toen gezinsvoogdes van de drie kinderen van verdachte, aangifte gedaan van ‘ernstig vermoeden van seksueel grensoverschrijdend gedrag dan wel seksueel misbruik’ door verdachte. [3] De kinderen zijn op 3 juni 2015 uit huis geplaatst. [4]
Aangeefster heeft verklaard dat de aanleiding dat [slachtoffer 1] is gaan praten met haar pleegmoeder is geweest dat zij jeuk had bij haar vagina en gevraagd had aan haar pleegmoeder of ze daar wilde kijken. De pleegmoeder was erg geschrokken van de handeling die [slachtoffer 1] vervolgens bij zichzelf gedaan had. [5]
[slachtoffer 1] heeft in een gesprek met aangeefster verteld over (seksuele) gedragingen die tussen haar en verdachte hebben plaatsgevonden. [6]
[getuige 3] (pleegmoeder van [slachtoffer 1] ) heeft onder meer verklaard, zakelijk weergegeven: ‘Ik kreeg het besef dat [slachtoffer 1] seksueel misbruikt moest zijn toen zij ( [slachtoffer 1] ) op een avond jeuk had bij haar vagina. Ze zat op de bedrand en deed haar benen wijd. Toen trok ze haar schaamlippen zo ver open dat ik schrok en waarop ik zei ‘niet zo ver, straks scheurt het in.’ Ik schrok er enorm van, ze rukte het echt heel erg open. Toen zei ze: ‘ja maar dat moest van papa anders groeit het dicht en kan ik niet meer plassen.’ [7]
Toen [slachtoffer 1] tijdens een gesprek dat op een ander moment plaatsvond vroeg waarom pleegmoeder eerder zo was geschrokken, vertelde [slachtoffer 1] onder meer: ‘als papa er was en mama niet en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] beneden aan het spelen waren, moest ik alleen met papa mee naar boven. Papa ging er aan zitten. Hij duwde op mijn clitoris. Het voelde niet fijn want ik wilde niet dat papa aan mij zat. Papa liet ook zijn penis zien. Soms duwde hij van onderen ertegen en dat voelde helemaal niet fijn. Soms moest ik zijn penis in mijn mond doen.’ [8]
[slachtoffer 1] heeft onder meer verklaard:
‘Papa tikte de hele tijd bij mijn vagina. Hij tikte daar met zijn vinger. Dat moest ik zelf doen maar dat deed ik niet en toen ging papa mijn vinger duwen zodat hij er wel bij kwam. Papa likte daar ook. [9]
Papa pakte mijn vinger en toen duwde die hem in het gat, maar ik duwde terug en toen zat ie er eigenlijk een beetje in en toen duwde papa steeds en duwde hij hem er steeds verder in. Bij mij deed dat heel zeer. Papa duwde mijn vinger in het gaatje. Papa duwde heel hard. Het gebeurde thuis, op meerdere plekken, als ik alleen bij papa was, in [woonplaats] . [10]
Een keer na het eten moest ik met papa naar de waskamer. Toen zat hij bij mijn vagina. Papa zei toen ‘nou [slachtoffer 1] , nu heb je wel genoeg geoefend. Nu moet je je vinger in dat gaatje steken waar de baby’tjes uit komen.’ Dat wilde ik niet, toen werd papa heel boos. Toen op een gegeven moment is het papa weer gelukt zoals altijd. Toen moest ik in dat gaatje mijn vinger steken. [11] Hij deed mijn onderbroek naar beneden. [12] Met mijn vinger bij het gaatje is ongeveer twintig keer gebeurd.
Papa deed het bij het gaatje waar de baby’s uit komen. Hij deed dat met zijn duim. De duim was natuurlijk dik, dat vond ik niet leuk. [13]
Meestal deed papa niks met zijn kleren, maar af en toe deed papa zijn broek, die deed ie dan open en naar beneden en zijn onderbroek. Alleen deed hij dat dan gelijk en dan moest ik aan zijn plasser zitten. Dat was ongeveer twintig keer gebeurd. Dit gebeurde in de badkamer en in papa zijn eigen kamer. Ook in dat kamertje van papa bij [A] en [B] . Daar moest ik dan een beetje in knijpen en dan dat velletje de hele tijd heen en weer doen. (….) nou, dan moest ik dat andere dingetje dat tevoorschijn komt, moest ik dan aantikken. Nou, ik vond het heel moeilijk en het plakte ook heel erg. [14]
Papa kwam met zijn plasser bij mijn mond. Ik hield mijn mond dicht, maar op een gegeven moment moest ik hem toch open doen. Papa zei ‘mond open’. Ik wilde dat niet en toen is het papa weer gelukt, want papa is sterker dan mij. Ik moest bijna spugen zo vies vond ik het. Hij had zijn handen op mijn achterhoofd en dan duwde die mij een beetje naar voren de hele tijd, want anders ging mijn hoofd de hele tijd naar achteren. De plasser in mijn mond is één keer gebeurd. [15]
Papa maakte foto’s en filmpjes van mij. Dat deed hij in de badkamer en in zijn kamertje bij [A] en [B] . [16] Ik vind die foto’s niet leuk omdat ik er helemaal bloot op sta. Op die filmpjes ook. En ook dat papa tegen mij aan moest, dat staat ook op de film. [17] Dan maakte papa een filmpje, maar dan moesten we tegen elkaar, maar toen duwde papa ineens veel te hard en dat deed heel zeer. Toen had ik er de hele dag last van. Toen moest ik elke keer voor hem gaan liggen. Papa duwde er keihard tegen aan. Dit was na april en voor augustus, volgens mij in 2015. [18]
In de badkamer, na het bad, ging hij met zijn plasser tegen mijn vagina aan. Toen moest ik hem wijd houden. Het deed pijn omdat papa er keihard tegen aan duwde en omdat hij mijn gaatje probeerde binnen te gaan. En toen duwde papa één keer keihard. Dan gaat ie er steeds verder naar binnen en dat doet dan zeer. Papa deed hem in het gaatje waar de baby’s uit komen. Ik voelde dat. Hij ging met zijn penis in dat gaatje. Het is ongeveer drie keer gebeurd dat papa met zijn penis in mijn vagina ging, eigenlijk vier keer. [19]
Papa heeft meer dan tien keer foto’s en filmpjes gemaakt toen ik bloot was. Papa vergroot het helemaal en dan zie je alleen nog maar mijn blote vagina. [20] Papa heeft foto’s gemaakt van mij en ook met mijn vagina en heel vaak ook gewoon alleen van het gaatje. Maar ook dat papa dan zo met zijn penis er tegenaan zat. [21]
Dan lig ik zo heel ver wijd met mijn benen. Papa zat dan op zijn knieën, dan kon hij zo filmpjes maken. Ik lig meestal op mijn rug.’ [22]
[getuige 2] , de moeder van de kinderen, heeft onder meer verklaard:
‘In de tijd van [woonplaats] heeft [slachtoffer 1] haar zwemdiploma gehaald. Later hoorde ik van haar dat zij met verdachte in een klein hokje had gezeten en hij haar aankleedde en er ook iets gebeurd moet zijn.’
In een door deze getuige opgemaakt verslag dat bij de aangifte is gevoegd, staat bij ‘Maart 2015’: ‘ [slachtoffer 1] vertelde toen zij haar zwemdiploma in de kast vond, dat ze van papa op de aankleedtafel (…) moest liggen met haar benen wijd omdat hij daar wilde kijken.’ [23]
Voorts heeft getuige [getuige 2] verklaard dat zij op 20 mei 2015 eerder thuis kwam. Alleen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] waren beneden, dit gaf haar geen fijn gevoel. Getuige dacht gelijk, waar is [slachtoffer 1] , die is dan met verdachte boven en dat gaf haar geen fijn gevoel. Verdachte kwam met [slachtoffer 1] naar beneden. Later zag zij in de badkamer een gebruikt washandje en een gebruikte handdoek liggen. [slachtoffer 1] vertelde dat zij de handdoek op de grond moest leggen en daar zelf op moest gaan liggen van verdachte en dat zij zichzelf moest wassen en dat verdachte daar bij bleef. [slachtoffer 1] zei de volgende avond dat zij de volgende keer met haar eigen vinger in haar vagina moest om te voelen hoe dat daar van binnen is, omdat daar een keer een watje in moet. [24]
[aangeefster 2] , gezinsvoogd sinds medio september 2015, heeft aangifte gedaan van het vermoeden van seksueel misbruik van [slachtoffer 2] door verdachte. [25] Pleegmoeder [getuige 4] vertelde dat [slachtoffer 2] was gaan praten. Hij had tegen zijn pleegmoeder verteld dat zijn zus [slachtoffer 1] met papa in bad was en dat hij dat ook moest. Het zou vaker dan tien keer zijn gebeurd. Hij moest aan zijn vader zitten en zijn vader zat aan hem. [26]
[getuige 5] , de pleegmoeder van [slachtoffer 2] , heeft onder meer verklaard:
Op 6 januari 2016 zei [slachtoffer 2] tegen haar dat hij ook met zijn vader in bad moest. Zijn vader zat bij hem aan zijn plasser. Hij werd dan stijf, ook wel eens niet. Dat was de bedoeling, dat zijn vader dat dan voordeed. Zijn vader deed het bij hem. Hij moest het ook bij hem zelf doen. Hij moest dat dan ook bij zijn vader doen. [slachtoffer 2] deed het aan zijn pleegmoeder voor met twee handen, dat hij het ook met één hand kon doen en dat hij dan heen en weer moest doen en dan kwam het bovenste eruit. Dan moest hij er over heen wrijven. Als hij in bad ging met zijn vader gebeurde het, dat hoorde er gewoon bij. [27]
[slachtoffer 2] heeft onder meer verklaard:
‘Dan moest ik gewoon samen met hem in bad en zo. Ik was toen wel wat jonger dan nu groep 4 of 5 denk ik. In bad ging hij (verdachte) met mijn plassertje een beetje bezig en dan legde hij er iets bij uit en dan moest ik het ook bij hem doen. Of hij deed het nog even bij mij of hij deed het bij zichzelf geloof ik en ik moest het ook bij mezelf doen. Dat moest allemaal van hem. Dan moest ik voor hem gaan zitten op mijn knieën, dan kon hij er beter bij. Het was ook wel eens zo dat [slachtoffer 3] eerst nog bij ons in bad zat. Wanneer mama [slachtoffer 3] eruit had gehaald, deed papa meestal zelf de deur op slot. Het gebeurde altijd in de badkamer in ons huis in [woonplaats] . [28]
Hij zei iets van dan moest het velletje of zoiets erover heen en dat deed hij dan eerst bij zichzelf geloof ik en dan bij mij. En dan moest ik dus het bij mezelf doen of bij hem. Het velletje dat over het bovenkantje uit stak moest naar beneden. Zijn vader heeft niet gezegd waarom, hij moest het gewoon doen. Daarna deed hij het bij zichzelf of bij mij. Als hij het bij mij had gedaan ging hij er soms ook nog even aan zitten met zijn vinger. Het is sowieso meer dan 10 keer gebeurd, het is ook wel een aardig lange periode gebeurd.’ [29]
Verbalisant beschrijft hoe [slachtoffer 2] voordeed wat verdachte bij verdachte zijn eigen plasser deed: [slachtoffer 2] pakt een beker vast en gaat naar boven en naar beneden, knijpend in de beker
.
[slachtoffer 2] verklaart verder, onder meer: ‘Hij deed het met een vuistachtig iets. De plasser van verdachte werd gewoon wat stijver en groter. Hij deed het ook bij mij. Hij deed het bij mij met zijn vingers, die van mij was natuurlijk kleiner. Papa deed met zijn vingers hetzelfde als papa bij zichzelf deed, zoals ik voordeed. [30]
Papa zei een keer bij de Mac: ‘nou papa moet naar de politie (….) hij moet daar iets zeggen het gaat dus over je zusje dat ik daar zo stoute dingen noemde hij het geloof ik mee gedaan heb (….) en zoiets heb ik ook met jou gedaan’ maar hij zei natuurlijk tegen mij dat hoef je niet te zeggen, ‘dat doen vaders altijd’. [31]
[getuige 2] heeft onder meer verklaard:
‘ [slachtoffer 2] ging ook wel met [slachtoffer 3] in bad, ook wel met verdachte erbij. Dan viste ik [slachtoffer 3] uit bad en dan ging verdachte verder met [slachtoffer 2] . Dan bleef verdachte soms wel tot een half uur met [slachtoffer 2] in bad. De badkamerdeur ging op slot wanneer ik [slachtoffer 3] uit bad haalde. [32]
Op 29 april 2015 vertelde [slachtoffer 3] dat hij een zere plasser had en dat hij zei ‘papa heeft eraan getrokken’. [33]
In de periode dat wij (verdachte en getuige) uit elkaar waren, hoorde ik van [slachtoffer 1] dat zij geld kreeg als zij met papa in bad ging en dat zelfde hoorde ik ook van [slachtoffer 2] .’ [34]
[aangever 3] , clustermanager bij het Leger des Heils, heeft namens [slachtoffer 3] aangifte gedaan van ‘grensoverschrijdende seksuele handelingen’ door vader bij [slachtoffer 3] . De pleegmoeder van [slachtoffer 3] had verteld dat [slachtoffer 3] haar had verteld dat zijn vader aan zijn plassertje zat en dat hij dat niet fijn vond. [35]
Bij voornoemde aangifte is een e-mail gevoegd van de pleegmoeder van
[slachtoffer 3] , waarin een gesprek dat zij met hem had op 8 januari 2017
is uitgeschreven, onder meer inhoudende:
“ [slachtoffer 3] : ik vind papa stom, ik wil papa zijn gezicht nooit meer zien.
Pleegmoeder: waarom niet?
[slachtoffer 3] : papa maakte mijn plassertje strak
Pleegmoeder: zat papa aan jouw plassertje?
[slachtoffer 3] : ja papa trok er heel erg hard aan, dat was niet leuk, het duurde heel lang en deed pijn.
Pleegmoeder: waar was je dan?
[slachtoffer 3] : in de badkamer. Als papa thuis was en ik moest douchen dan deed papa dat altijd.
Pleegmoeder: hoe oud was je toen?
[slachtoffer 3] : 3 of 4….ik weet het niet, papa deed het heel vaak.” [36]
[slachtoffer 3] heeft onder meer verklaard:
‘Het gebeurde bij mama in huis in [woonplaats] . [37] Mijn plassertje zat een beetje strak, een beetje rechtop. Toen ging papa in mijn plassertje knijpen en schudden. Toen deed ie heel erg zeer. Het knijpen en schudden deed hij wel een beetje lang. Mama was toen ergens anders, papa was toen alleen in mamma’s huis.’ [38]
[getuige 6] is pleegmoeder van [slachtoffer 3] geweest. Zij heeft verklaard dat hij op 3 juni 2015 bij hen werd geplaatst. Het viel haar op dat [slachtoffer 3] met enige regelmaat met zijn handjes bij zijn piemeltje zat en zat te wriemelen. Zij zag dat hij het als een soort masturberen deed.
Op 20 november 2015 zei [slachtoffer 3] ineens: ‘Kijk nu heb ik ineens een vader plassertje. Omdat hij een beetje stijf is bedoel je? Ja dat hebben vaders toch? Heb je dat bij papa gezien dat je dat weet? Ja papa zat altijd bij mij te wriemelen als ik onder de douche stond. Deed papa dat om hem schoon te maken, zoals wij dat doen? Nee, dat duurde veel langer.’ [39]
De verdachte heeft verklaard dat hij de huid (
van de penis, zo begrijpt de rechtbank dat uit dit gedeelte van het verhoor) van [slachtoffer 3] achteruit heeft geschoven. [40]
Op 11 april 2016 zijn onder verdachte diverse gegevensdragers in beslag genomen, waaronder een harde schijf van het merk Fujitsu (goednummer A1.01.03.015), een harde schijf van het merk WDC (goednummer A1.01.04.004) en een mobiele telefoon (goednummer A1.02.03.001). [41]
De onder verdachte inbeslaggenomen gegevensdragers zijn onderzocht op de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal.
  • Op de mobiele telefoon (goednummer A1.02.03.001) is een video met bestandsnaam [bestandsnaam] aangetroffen. Deze opname zou gemaakt kunnen zijn in de badkamer op het adres [adres] te [woonplaats] . [slachtoffer 1] ligt geheel bloot op haar rug op een handdoek, met haar beide handen bij haar vagina, terwijl zij met haar voeten een blote penis masseert. Zij maakt daarbij heen-en-weer gaande bewegingen waardoor de eikel te zien is, en spreidt met haar beide handen haar schaamlippen. De vingers van de hand van de persoon die de opname maakt doet dat eveneens. Daarbij is te zien dat de nagels van deze vingers vlekkerig en kalkachtig zijn. Te horen is dat verdachte tegen [slachtoffer 1] zegt: ‘Hou maar goed open’, en ‘Laat je clitoris eens zien’. De openstaande vagina wordt close-up in beeld gebracht. Dit bestand is gemaakt op 25 april 2015.
  • Op de mobiele telefoon (goednummer A1.02.03.001)is een video met bestandsnaam [bestandsnaam] aangetroffen. Hierop is te zien dat [slachtoffer 1] op verzoek van verdachte haar schaamlippen naar beneden duwt, en dat de eikel tegen de onderzijde van de vagina wordt gehouden, en vervolgens tussen de grote en tegen de kleine schaamlippen. Dit bestand is gemaakt op 24 april 2015.
  • Op de mobiele telefoon (goednummer A1.02.03.001) is een video met bestandsnaam [bestandsnaam] aangetroffen. Hierop is te zien [slachtoffer 2] met beide handen zijn penis vasthoudt en een aantal malen zijn voorhuid naar voren en naar achteren beweegt. Dit bestand is gemaakt op 24 april 2015.
  • Op de interne harde schijf van het merk Fujitsu (goednummer A1.01.03.015) is een video met bestandsnaam [bestandsnaam] aangetroffen.
[slachtoffer 1] ligt met ontbloot onderlichaam op een bed met haar vagina naar de camera gericht, met haar benen gespreid. De beide handen van verdachte komen in beeld. Hij spreidt met beide wijsvingers de schaamlippen van [slachtoffer 1] . Ze zegt ‘auw’. Verdachte spreidt nogmaals de schaamlippen van [slachtoffer 1] . Dit bestand is gemaakt op 19 mei 2010.
  • Op een harde schijf van het merk Western Digital (goednummer A1.01.04.004) is een video met bestandsnaam [bestandsnaam] aangetroffen. Het ontblote onderlichaam van een jongen is hierop te zien. Gelet op de bestandsnaam zou dit [slachtoffer 2] kunnen zijn. Te zien is dat de jongen met de vingers van zijn beide handen de voorhuid van zijn penis afwisselend naar achter trek en weer naar voren duwt. Op enig moment komt een andere hand in beeld en verbalisant herkent de duim van deze hand als de duim van verdachte. Te zien is dat verdachte met zijn duim en wijsvinger de penis van de jongen vastpakt, de voorhuid naar achter trekt en de penis draait en beweegt. Tegen het einde van de opname komt wederom de hand van verdachte in beeld. Hij streelt met een vinger over de eikel en neemt de penis tussen duim en wijsvinger. Vervolgens trekt hij de voorhuid een aantal malen naar achter en duwt deze dan weer naar voren. Dit bestand is gemaakt op 13 oktober 2012.
  • Op de interne harde schijf van het merk Fujitsu (goednummer A1.01.03.015) is een afbeelding met bestandsnaam [bestandsnaam] aangetroffen. Hierop is het ontblote onderlichaam van een meisje te zien. Gezien haar bovenkleding is het aannemelijk dat dit [slachtoffer 1] is. De vagina van [slachtoffer 1] is naar de camera gericht en duidelijk in beeld. Te zien is dat [slachtoffer 1] met haar beide wijsvingers haar schaamlippen spreidt waardoor de kleine schaamlippen en de clitoris duidelijk zichtbaar zijn. Dit bestand is gemaakt op 19 mei 2010.
  • Op de interne harde schijf van het merk Fujitsu (goednummer A1.01.03.015) is een afbeelding met bestandsnaam [bestandsnaam] aangetroffen. Hierop is het ontblote onderlichaam van een meisje te zien. Te zien is dat [slachtoffer 1] enigszins op haar linkerzij ligt, waarbij zij haar linkerbeen opgetrokken heeft en haar rechterbeen gestrekt lijkt te zijn. De venusheuvel en de vagina zijn duidelijk zichtbaar. Dit bestand is gemaakt op 20 mei 2010.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Ten aanzien van feit 4:
Op 11 april 2016 zijn er in de woning van verdachte te [woonplaats] diverse gegevensdragers in beslag genomen, waaronder een harde schijf van het merk Seagate (goednummer A1.02.01.001). [43]
Op gegevensdragers van verdachte is kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Op een harde schijf van het merk Seagate (goednummer A1.02.01.001) is onder andere een bestand – te weten een video – aangetroffen met bestandsnaam [bestandsnaam] . Hierop is onder meer te zien dat een kind tussen de vijf en acht jaar met de handen wordt aangeraakt/betast bij het geslachtsdeel en de billen en dat de billen van een meisje van acht jaar worden gestreeld. [44]
Er wordt een bestandspad bij voornoemd bestand genoemd, waarbij wordt gerelateerd dat het genoemde bestandspad niet gebruikelijk is wanneer een bestand van het internet gedownload wordt en op de gegevensdrager opgeslagen wordt. Uit de tussenvoeging VERPLAATSEN NAAR EXTERNE SCHIJF kan opgemaakt worden dat het bestand, na gedownload te zijn, door de gebruiker van de gegevensdrager hernoemd is. Daarbij staat als datum 28 december 2012 genoemd. [45]
Ten aanzien van feit 6
Op 11 april 2016 is de woning van verdachte in [woonplaats] doorzocht en daarbij zijn onder meer een mini pistool en diverse kogeltjes / munitie in beslag genomen. [46]
In het kader van de Wet wapens en munitie is een onderzoek ingesteld naar deze voorwerpen. Er is sprake van een pistool, merk Albrecht Kind, model Berloque, kaliber 2mm penvuur en dit betreft een wapen van Categorie III sub 1. Voorts betreft het munitie van categorie III, te weten 44 scherpe patronen dan wel onderdelen daarvan. [47]
Uit de verklaring van verdachte volgt dat hij dit wapen en die munitie voorhanden heeft gehad. [48]
Bewijsoverwegingen feiten 1, 2 en 3:
De rechtbank acht deze feiten, gelet op de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna onder 6 omschreven.
De verdediging heeft betoogd dat de verklaring van [slachtoffer 1] niet betrouwbaar is wegens beïnvloeding door derden. De rechtbank gaat daaraan voorbij. De seksueel overschrijdende gedragingen van verdachte jegens zijn kind [slachtoffer 1] blijken uit hetgeen [slachtoffer 1] tegen de toenmalige gezinsvoogd en haar pleegmoeder heeft gezegd, en vervolgens wat zij ten tijde van haar studioverhoor heeft verklaard. Zij is daarin consistent. Uit het studioverhoor klinkt ook door de boosheid, de frustratie en het verdriet van [slachtoffer 1] over hetgeen verdachte bij/met haar heeft gedaan, waarbij zij het steeds ook moeilijk vindt om te vertellen wat er precies is gebeurd. De verklaring van
[slachtoffer 1] wordt bovendien ondersteund door de door verdachte gemaakte afbeeldingen (foto’s en video’s). Uit deze afbeeldingen blijkt duidelijk het grensoverschrijdende seksuele karakter van de gedragingen van verdachte jegens [slachtoffer 1] . Dat deze afbeeldingen zouden zijn gemaakt ter medische documentatie voor de huisarts schuift de rechtbank, gelet op de seksuele gedragingen van verdachte die daarop te zien zijn, als ongeloofwaardig terzijde.
Het voorgaande geldt ook voor de gedragingen jegens zijn andere kinderen, namelijk
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Uit de inhoud van hun verklaringen, die worden ondersteund door een video waarop een seksuele gedraging van en bij [slachtoffer 2] te zien is, volgt voor de rechtbank de ongeloofwaardigheid van de verklaring van verdachte, erop neerkomend dat deze video is gemaakt ter medische documentatie voor de huisarts. Niet alleen omdat niet is gebleken dat een huisarts enig, tot dergelijke documentatie strekkend verzoek aan verdachte heeft gedaan, maar ook en vooral omdat verdachte de door hem vervaardigde beelden nimmer aan de huisarts getoond of daarvan jegens de huisarts gewag heeft gemaakt. Dit vervaardigen is steeds op initiatief van verdachte geschied en hij heeft daaraan nimmer enige ruchtbaarheid gegeven. De rechtbank gaat, gelet op het voorgaande, ook voorbij aan de verklaring van verdachte dat hij [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] nimmer met een seksuele intentie heeft aangeraakt. De seksuele intentie, althans de seksueel overschrijdende gedragingen, volgt/volgen naar het oordeel van de rechtbank reeds uit de aard – en ernst – van die gedragingen, zoals deze blijken uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen.
Ten aanzien van de bewezenverklaring van het aftrekken van [slachtoffer 3] (feit 2) merkt de rechtbank op dat daarvoor ook de bewijsmiddelen die zien op de seksueel overschrijdende gedragingen jegens de kinderen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] redengevend zijn.
Bewijsoverwegingen feit 4:
Op gegevensdragers van verdachte is kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Ten aanzien van de afbeeldingen die in de tenlastelegging worden genoemd, is in het dossier gerelateerd dat die afbeeldingen van de betreffende gegevensdragers zijn verwijderd en niet door de gebruiker te benaderen en zichtbaar waren. Het dossier biedt geen aanknopingspunten voor de stelling dat verdachte die afbeeldingen in de tenlastegelegde periode heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de
toegang heeft verschaft, met uitzondering van de afbeelding met bestandsnaam ‘ [bestandsnaam] ’. Ten aanzien van dit bestand is namelijk gerelateerd dat het in het dossier genoemde bestandspad niet gebruikelijk is wanneer een bestand van het internet gedownload wordt en op de gegevensdrager opgeslagen wordt. Uit de tussenvoeging ‘_VERPLAATSEN NAAR EXTERNE SCHIJF’ in de bestandnaam, kan worden opgemaakt dat het bestand, na gedownload te zijn, door de gebruiker van de gegevensdrager hernoemd is. Dat verdachte zich niet bewust is geweest van dit bestand op zijn gegevensdrager(s), vindt dan ook zijn weerspreking in het voorgaande. Bovendien wordt in het bestandspad, achter het woord ‘Build’, de datum 28 december 2012 genoemd, welke datum valt in de tenlastegelegde periode. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte voornoemde afbeelding in zijn bezit heeft gehad, maar spreekt verdachte, gelet op het voorgaande, vrij van het in de tenlastegelegde periode in bezit hebben van het overige kinderpornografisch materiaal.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
op meerdere tijdstippen in de periode van 19 mei 2010 tot en met 3 juni 2015 te Lelystad, met zijn kind [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2005, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
bestaande uit het
- brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1] en
- (laten) spreiden van de benen en schaamlippen van/door die [slachtoffer 1] en (vervolgens) duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis in en tegen de vagina van die [slachtoffer 1] en
- likken van de vagina van die [slachtoffer 1] en
- duwen/brengen van zijn, verdachtes, vinger in de vagina van die [slachtoffer 1] en
- (laten) duwen/brengen van de vinger van die [slachtoffer 1] in de vagina van die [slachtoffer 1] ;
en
op meerdere tijdstippen in de periode van 19 mei 2010 tot en met 3 juni 2015 te Lelystad en Beilen, met zijn kind [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2005, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
- op de rug laten liggen van die [slachtoffer 1] en (vervolgens) (laten) uittrekken van de onderbroek van/door die [slachtoffer 1] en
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en
- aanraken/betasten van de borst en vagina van die [slachtoffer 1] ;
2.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 november 2010 tot en met 3 juni 2015 te Lelystad met zijn kinderen
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2004 en
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2010,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt, buiten echt, (telkens) ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
- met de vingers en hand betasten en aanraken van de penis van die [slachtoffer 2] en
- aftrekken van die [slachtoffer 2] en
- zich door die [slachtoffer 2] laten aftrekken en
- die [slachtoffer 2] zich heeft laten aftrekken en
- aftrekken van die [slachtoffer 3] ;
3.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 19 mei 2010 tot en met 24 april 2015 te Lelystad meermalen afbeeldingen, te weten foto’s en video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten zijn kinderen
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2005 en
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2004
is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, heeft vervaardigd, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
( [bestandsnaam] , p. 4-5 pv)
en
het met de een vingers betasten en aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 1]
( [bestandsnaam] , p. 4-4 pv en [bestandsnaam] , p. 4-10 pv)
en
het houden van een penis bij het lichaam van die [slachtoffer 1] , waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam] , p. 4-4 en p. 4-5 pv)
en
het met de vingers betasten en aanraken en aftrekken van de penis van die [slachtoffer 2] en het laten masturberen van die [slachtoffer 2]
( [bestandsnaam] , p. 4-5 en/of [bestandsnaam] p. 4-11 pv)
en
het gedeeltelijk naakt laten poseren van die [slachtoffer 1] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [slachtoffer 1] poseert in een (erotisch getinte) houding en op een wijze die niet bij haar leeftijd past en (waarna) door het camerastandpunt en de (onnatuurlijke) pose nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel van die [slachtoffer 1] in beeld gebracht wordt, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
( [bestandsnaam] en/of [bestandsnaam] , p. 4-12 pv);
4.
hij in de periode van 28 december 2012 tot en met 11 april 2016 te Lelystad en Enkhuizen,
een gegevensdrager, te weten een harde schijf, bevattende een afbeelding, te weten een video,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken
in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de hand(en) betasten en aanraken van het geslachtsdeel en de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam] , p. 4-20 en 4-21 pv);
6.
op 11 april 2016 te Enkhuizen
- een wapen van categorie III sub 1, te weten een pistool (merk Albrecht Kind, model Berloque, kaliber 2 mm penvuur) en
- munitie van categorie III, te weten 44 scherpe patronen en/of onderdelen daarvan,

voorhanden heeft gehad.

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1, 2, 3, 4 en 6 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd
en
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd
Feit 2:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd
Feit 3:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd
feit 4:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben
feit 6:
overtreding van artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
overtreding van artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Ten aanzien van feit 6:
Namens verdachte is aangevoerd dat hem een beroep op afwezigheid van alle schuld toekomt, omdat hij heeft gedwaald ten aanzien van de wederrechtelijkheid van het voorhanden hebben van het wapen en de daarbij behorende munitie.
De rechtbank overweegt naar aanleiding van dit verweer als volgt.
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen volgt dat het onder verdachte in beslag genomen Berloque pistool een wapen van categorie III van de Wet wapens en munitie betreft. Verdachte heeft van meet af aan betwist dat het voorhanden hebben van dit pistool strafbaar is, waarop nog eens nader onderzoek is verricht (pagina 5-24 tot en met 5-26 van het dossier), met eenzelfde conclusie, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 9 mei 2017 (ECLI:NL:HR:2017:313), aan welk arrest de raadsman ook heeft gerefereerd. Ook indien ervan wordt uitgegaan dat verdachte in de veronderstelling heeft verkeerd dat zijn voorhanden hebben van dit wapen en de daarbij behorende munitie straffeloos is, voor een geslaagd beroep op rechtsdwaling is in elk geval nodig dat verdachte zich toereikend op de hoogte stelt van de vigerende regelgeving hoogte. Wat is aangevoerd ter onderbouwing van het beroep op afwezigheid van alle schuld wegens dwaling ten aanzien van de wederrechtelijkheid van het voorhanden hebben van het wapen is onvoldoende voor een geslaagd beroep daarop, zodat het wordt verworpen.
Over verdachte zijn onder meer de volgende rapporten opgemaakt:
  • een Pro Justitia rapport van 2 november 2017, opgemaakt door H. Scharft, psycholoog. Verdachte heeft zijn medewerking aan dit psychologisch onderzoek geweigerd;
  • een Pro Justitia rapport van 21 november 2017, opgemaakt door S.E. Zijp (psychiater en rapporteur in opleiding) en F.R. Kruisdijk (psychiater), aan welk onderzoek verdachte grotendeels heeft meegewerkt;
  • een triple-onderzoek Pro Justitia van 17 april 2018, opgemaakt door deskundige D.A. de Ruiter en deskundigen S.E. Zijp (voornoemd), F.R. Kruisdijk (voornoemd) en H. Scharft (voornoemd).
De psycholoog heeft geconcludeerd, zoals vervat in het Triple onderzoek Pro Justitia, dat verdachte lijdende is aan een ziekelijke stoornis in de vorm van een chronische aanpassingsstoornis met een gemengde angstige en sombere stemming. Tevens komen er wat dwangmatige persoonlijkheidstrekken naar voren. Deze stoornissen waren aanwezig in de periode dat de tenlastegelegde feiten plaatsvonden. Mocht het tenlastegelegde bewezen worden geacht, dan is het waarschijnlijk dat tevens sprake was van een pedofiele stoornis. Nu verdachte de tenlastegelegde feiten ontkent, kon een eventueel verband tussen de stoornis en het tenlastegelegde niet onderzocht worden, zodat de psycholoog geen advies over de mate van toerekenbaarheid heeft gegeven.
De conclusie van de psychiater, zoals vervat in het Triple onderzoek Pro Justitia, is dat sprake is van een pedofiele stoornis, niet exclusief, incesttype. Voorts kan worden gesproken van een aanpassingsstoornis met zowel emotionele als gedragssymptomen. Het (ten opzichte van het Pro Justitia rapport van 21 november 2017) aanvullende onderzoek, heeft geen aanleiding gegeven om van meer dan een bescheiden doorwerking van de pedofiele stoornis in het ten laste gelegde te spreken en de psychiater heeft geen aanvulling op het advies over de mate van toerekenen. In het rapport van 21 november 2017 heeft de psychiater geadviseerd het ten laste gelegde in enigszins verminderde mate toe te rekenen.
De rechtbank is, gelet op de conclusies van de deskundigen, met name de conclusie van de psychiater die zich over de toerekenbaarheid heeft kunnen uitspreken, van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde in enigszins verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend.
Verdachte is dan ook strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaar, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht rekening te houden met de conclusies van de deskundigen dat de kans op recidive laag is. Er kan niet worden uitgesloten dat de houding van verdachte jegens een eventuele behandeling in de toekomst zal veranderen en om die reden heeft de raadsman, indien de rechtbank tot een veroordeling komt, verzocht een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden – gericht op toezicht en behandeling – op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft, verspreid over een periode van een aantal jaren, zijn drie nog jonge kinderen herhaaldelijk seksueel misbruikt. Met name zijn dochter heeft vergaande seksuele gedragingen moeten verrichten en ondergaan. Dit seksueel misbruik heeft mede bestaan uit het seksueel binnendringen van zijn dochter, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt. Zo heeft zij de penis van verdachte in haar mond moeten nemen en heeft hij meermalen zijn penis in en tegen haar vagina geduwd, heeft hij zijn vinger in haar vagina gebracht en liet hij zijn dochter haar eigen vinger in haar vagina inbrengen.
Zijn oudste zoon heeft hij onder meer meermalen afgetrokken en zich laten aftrekken, en zijn jongste zoon heeft hij meermalen afgetrokken. Daarnaast heeft verdachte kinderpornografische foto’s en video’s van twee van zijn kinderen gemaakt en heeft hij een kinderpornografische video – waarop andere kinderen afgebeeld staan – in zijn bezit gehad.
Voorts is bij verdachte een vuurwapen en munitie aangetroffen.
Deze categorie van zedenmisdrijven is uit de aard daarvan een ernstige. Degenen die kwetsbare minderjarigen misbruiken vinden op enig moment de officier van justitie op hun weg, ook na verloop van lange tijd. Dat als regel in zaken als de onderhavige door de officier van justitie de oplegging van zware straffen wordt gevorderd en ook door de strafrechter worden opgelegd hangt samen met de aan dit type misdrijven te verbinden belangen en te maken verwijten. In trefwoorden gaat het dan onder meer om het kwetsbare kind tegenover de volwassen ouder, de bescherming van de lichamelijke en psychische integriteit en ontwikkeling van die kinderen, en ook om de voor de (seksuele) ontwikkeling doorgaans fnuikende gevolgen van grensoverschrijdend seksueel gedrag. Dikwijls behoeven die kinderen veel nazorg en hulp in het verdere verloop van hun leven en ondervinden zij de gevolgen van misbruik ook in hun volwassen leven.
Het is buitengewoon laakbaar en verwerpelijk dat de verdachte, ten koste van deze kwetsbare slachtoffers – zijn drie kinderen – die hem vertrouwden en van hem volkomen afhankelijk waren, zich zo door zijn lustgevoelens heeft laten meeslepen. Verdachte heeft met zijn handelen het geestelijk welzijn en de seksuele ontwikkeling van zijn kinderen ernstig in gevaar gebracht. Dat hij geen professionele hulp heeft gezocht voor het beteugelen van zijn kennelijk onbeheersbare lustgevoelens moet verdachte ernstig worden verweten.
Verdachte heeft de zedenmisdrijven – onder het herroepen van een min of meer bekennende verklaring – ontkend en allerminst verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. Uit veel van zijn diep verontwaardigde uitingen blijkt dat hij zichzelf als slachtoffer aanwijst, namelijk als slachtoffer van alle bij verzorging, opvoeding en bescherming van zijn kinderen betrokken instanties en personen. En ook politie, de officier van justitie en de rechtbank treffen in zijn ogen een ernstig verwijt. Al met al vertoont zijn gedrag als verdachte sterk externaliserende trekken. Het moet worden betreurd dat verdachte in het bestek van deze strafzaak ook jegens zijn kinderen zowel zijn daderschap als verantwoordelijkheid stelselmatig van de hand heeft gewezen.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een op zijn naam gesteld uittreksel uit de justitiële documentatie van 23 april 2018, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op de hiervoor onder 7 genoemde Pro Justitia rapportages en de rechtbank houdt er bij de strafoplegging rekening mee dat verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden gezien. Het recidiverisico wordt door de deskundigen – kort gezegd – laag ingeschat. De psychiater heeft de mogelijkheid tot enige vorm van behandeling open gelaten. De psycholoog heeft aangegeven dat geen meerwaarde te verwachten valt van behandeling of begeleiding.
De reclassering heeft een advies opgesteld, gedateerd 20 december 2017, maar heeft zich nadien onthouden van een strafadvies, nu verdachte stellig is in zijn mening dat hij niet wenst mee te werken aan een toezicht.
Conclusie
Gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur ervan, gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken – voor zover individuele strafzaken zich laten vergelijken – worden opgelegd. Gelet op de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, is de rechtbank van oordeel dat de eis van de officier van justitie de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, aanzienlijk ontstijgt. De rechtbank zal dan ook tot de oplegging van een lagere gevangenisstraf komen dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank is wel van oordeel dat een gevangenisstraf van aanzienlijke duur, onder meer ter vergelding van het leed dat verdachte zijn kinderen heeft aangedaan, op zijn plaats is. Verdachte staat niet open voor het ondergaan van enige behandeling en gelet op de conclusies van de deskundigen, die het recidiverisico laag inschatten, ziet de rechtbank geen aanleiding over te gaan tot het opleggen van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden.
De rechtbank acht, alles overwegende, het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van de tijd van het voorarrest, passend en geboden.

9.BESLAG

10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de op de beslaglijst van 6 juni 2018 vermelde voorwerpen, te weten de nummers 1 en 2 op die lijst (te weten: munitie en 1 pistool) en de nummers 3 tot en met 20 op die lijst (te weten: 12 harddisks, 2 mobiele telefoons, 1 computer en 3 USB-sticks), te onttrekken aan het verkeer. De officier van justitie heeft betoogd dat de voorwerpen 3 tot en met 20 op die beslaglijst in gezamenlijkheid beschouwd moeten worden, en dat de kans bestaat dat op elk van die voorwerpen pornografisch materiaal aanwezig is.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de voorwerpen aan verdachte te terug te geven.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst van 6 juni 2018 genoemde in beslag genomen voorwerpen, te weten de nummers 1 en 2 op die lijst (te weten: munitie en 1 pistool) en de nummers 3 tot en met 20 op die lijst (te weten: 12 harddisks, 2 mobiele telefoons, 1 computer en 3 USB-sticks), onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Met betrekking tot de voorwerpen genummerd 1 en 2 is het onder 6 bewezenverklaarde feit begaan en met behulp van de voorwerpen genummerd 3 tot en met 20 zijn de onder 3 en 4 bewezen verklaarde feiten begaan. Op een deel van de inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 3 tot en met 20, staat kinderpornografisch materiaal. Van geen van de voorwerpen, genummerd 3 tot en met 20, kan worden uitgesloten dat deze sporen van kinderpornografisch materiaal bevatten, zodat onttrekking van voornoemde voorwerpen gerechtvaardigd en geboden is.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 1] heeft zich, via haar wettelijk vertegenwoordigster, als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 19.125,88. Dit bedrag bestaat uit € 125,88 materiële schade en € 19.000,00 immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 2] heeft zich, via zijn wettelijk vertegenwoordigster, als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.000,00, ten gevolge van de aan verdachte onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 3] heeft zich, via zijn wettelijk vertegenwoordigster, als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.500,00 ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vorderingen van de benadeelde partijen
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] toe te wijzen met toepassen van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] ,
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk te verklaren in verband met de door hem bepleite vrijspraken.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 1 en 3 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte heeft de hoogte van de gestelde – en onderbouwde – schade inhoudelijk niet betwist. Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] rechtstreeks schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering in zijn geheel worden toegewezen, te weten een bedrag van € 19.125,88 (bestaande uit € 125,88 materiële schade en € 19.000,00 immateriële schade), te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 mei 2010 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 19.125,88, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 19 mei 2010 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 130 dagen vervangende hechtenis, waarbij toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
De benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 2 en 3 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte heeft de hoogte van de gestelde – en onderbouwde – schade inhoudelijk niet betwist. Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] rechtstreeks schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering in zijn geheel worden toegewezen, te weten een bedrag van € 5.000,00 (bestaande uit immateriële schade), te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 november 2010 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 5.000,00 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 november 2010 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 60 dagen vervangende hechtenis, waarbij toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
De benadeelde partij [slachtoffer 3]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte heeft de hoogte van de gestelde – en onderbouwde – schade inhoudelijk niet betwist. Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] rechtstreeks schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering in zijn geheel worden toegewezen, te weten een bedrag van € 2.500,00 (bestaande uit immateriële schade), te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf [datum] 2014 (
uit het dossier kan worden opgemaakt dat de benadeelde partij vier jaar oud was toen verdachte het feit jegens hem pleegde. Op voornoemde datum is de benadeelde partij vier jaar oud geworden) tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.500,00 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf [datum] 2014 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 35 dagen vervangende hechtenis, waarbij toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] .

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 36b, 36c, 36f, 57, 240b, 244, 247 en 248 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 5 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 6 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 6 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 6 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van vier (4) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

Beslag

- verklaart de voorwerpen, genoemd op de aan het vonnis gehechte beslaglijst van 6 juni 2018 (genummerd 1 tot en met 20) onttrokken aan het verkeer;
Benadeelde partij [slachtoffer 1] (feiten 1 en 3)
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van
€ 19.125,88 (bestaande uit € 125,88 materiële schade en € 19.000,00 immateriële schade);
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2010 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat
€ 19.125,88 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2010 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 130 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 2] (feiten 2 en 3)
  • wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 5.000,00 (bestaande uit immateriële schade);
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2010 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 5.000,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2010 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 60 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 2)
  • wijst de vordering van [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 2.500,00 (bestaande uit immateriële schade);
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 3] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf [geboortedatum] 2014 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat
€ 2.500,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf [geboortedatum] 2014 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Veldhuisen, voorzitter, mrs. V.M.A. Sinnige en
P.K. Oosterling-van der Maarel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Laanstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 juni 2018.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
(zaak 1)
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 mei 2010 tot en met
3 juni 2015 te Lelystad en/of Beilen, althans in het arrondissement Midden-Nederland en/of Noord-Nederland, met zijn kind [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2005, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
bestaande uit het
- duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1] en/of
- ( laten) spreiden van de benen en/of schaamlippen van/door die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis in/op/tegen de vagina van die [slachtoffer 1] en/of
- likken van de vagina van die [slachtoffer 1] en/of
- duwen/brengen van zijn, verdachtes, vinger in de vagina van die [slachtoffer 1] en/of
- ( laten) duwen/brengen van de vinger van die [slachtoffer 1] in de vagina van die [slachtoffer 1] ;
en/of
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 mei 2010 tot en met 3 juni 2015 te Lelystad en/of Beilen, althans in het arrondissement Midden-Nederland en/of Noord-Nederland, met zijn kind [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2005, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige
handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
- op de rug laten liggen van die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) (laten) uittrekken van de onderbroek van/door die [slachtoffer 1] en/of
- zich laten aftrekken door die [slachtoffer 1] en/of
- aanraken/betasten van de borst en/of vagina van die [slachtoffer 1] ;
art 247 Wetboek van Strafrecht
art 248 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 244 Wetboek van Strafrecht
2.
(zaak 2 en/of 3)
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november
2010 tot en met 3 juni 2015 te Lelystad en/of Beilen, althans in het
arrondissement Midden-Nederland en/of Noord-Nederland, met zijn kind(eren)
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2004 en/of
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2010,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
- met de vinger(s) en/of hand betasten en/of aanraken van de penis van die [slachtoffer 2] en/of
- aftrekken van die [slachtoffer 2] en/of
- zich door die [slachtoffer 2] laten aftrekken en/of
- die [slachtoffer 2] zich heeft laten aftrekken en/of
- aftrekken van die [slachtoffer 3] ;
art 248 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 247 Wetboek van Strafrecht
3.
(zaak 4)
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 mei 2010 tot en met
24 april 2015 te Lelystad en/of Beilen, althans in het arrondissement Midden-Nederland en/of Noord-Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens afbeeldingen, te weten (een) foto(s) en/of (een) video(’s) - en/of gegevensdragers, te weten (een) mobiele(e) telefoon(s) en/of een micro SD-kaart en/of (een) harde schij(f)(ven) en/of een usb-stick, bevattende afbeeldingen, te weten (een) foto(s) en/of (een) video(s) - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten zijn kind(eren)
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2005 en/of
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2004
is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, heeft vervaardigd, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 1] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam] , p. 4-5 pv)
en/of
het met de / een vinger(s) en/of de penis betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 1] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam] , p. 4-4 pv en/of
[bestandsnaam] , p. 4-10 pv
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van die [slachtoffer 1] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam] , p. 4-4 en p. 4-5 pv)
en/of
het met de vinger(s) en/of hand betasten en/of aanraken en/of aftrekken van de penis van die [slachtoffer 2] en/of het laten masturberen van die [slachtoffer 2] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
( [bestandsnaam] , p. 4-5 en/of [bestandsnaam] p. 4-11 pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer 1] die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [slachtoffer 1] poseert in een (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel van die [slachtoffer 1] in beeld gebracht wordt, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
( [bestandsnaam] en/of
[bestandsnaam] , p. 4-12 pv)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
art 248 lid 2 Wetboek van Strafrecht
(art. 240b lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)
art 248 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 240b lid 2 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 mei 2010 tot en met
11 april 2016 te Lelystad en/of Beilen en/of Enkhuizen, althans in het arrondissement Midden-Nederland en/of Noord-Nederland en/of Noord Holland,
meermalen, althans eenmaal,
telkens
afbeeldingen, te weten (een) foto(’s) en/of (een) video(’s) - en/of gegevensdragers, te weten (een) harde schij(f)(ven), bevattende afbeeldingen, te weten (een) foto(’s) en/of (een) video(’s)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de
toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger(s) oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(‘ [bestandsnaam] , p. 449 en 4-20 pv en/of
[bestandsnaam], p. 4-22 en 4-23 pv)
en/of
het met de/een tong vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon
door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam] , p. 4-23 pv)
en/of
het met de/een vinger(s) en/of hand(en) betasten en/of aanraken van het
geslachtsdeel en/of de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam] , p. 446 en
447 pv en/of
[bestandsnaam] , p. 4-20 en 4-21 pv)
en/of
het met de/een tong en/of hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam] , p. 4-23 pv, en/of
[bestandsnaam], p. 4-24 pv)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam] , p. 4-16 en
4-17 pv)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)
5.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 mei 2010 tot en met
24 april 2015 te Lelystad en/of Beilen, althans in het arrondissement Midden-Nederland en/of Noord-Nederland, meermalen, althans eenmaal,
telkens (een) afbeelding(en), waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten:
- ( een) foto(’s) en/of video(’s) van (een) minderjarig(e) meisje(s) waarop haar/hun ontblote borsten en/of billen en/of vagina te zien is/zijn en/of (vervolgens) dat zij met haar/hun vinger in haar/hun vagina en/of elkaars vagina gaan, danwel op onzedelijke wijze zichzelf en/of elkaar betasten,
heeft vertoond aan (een) minderjarige(n), te weten (zijn kind) [slachtoffer 1] , geboren op
[geboortedatum] 2005, van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze jonger was dan zestien jaar;
6.
(zaak 5)
hij op of omstreeks 11 april 2016 te Enkhuizen, althans in het arrondissement
Noord-Holland,
- een wapen van categorie III sub 1, te weten een pistool (merk Albrecht Kind, model Berloque, kaliber 2 mm penvuur) en/of
- munitie van categorie III, te weten 44, althans een of meerdere scherpe patronen en/of onderdelen daarvan,
voorhanden heeft gehad;

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 4 januari 2018, genummerd 2015265249, opgemaakt door politie Midden-Nederland, Dienst Regionale Recherche Team Zeden, District Flevoland, doorgenummerd 1 tot en met 31 (Algemeen dossier), 0-1 tot en met 0-280 (Persoonsdossier [verdachte] ), 1-1 tot en met 1-294 (Zaak 1 [slachtoffer 1] ), 2-1 tot en met 2-188 (Zaak 2 [slachtoffer 2] ), 3-1 tot en met 3-111 (Zaak 3 [slachtoffer 3] ), 4-1 tot en met 4-40 (Zaak 4 Kinderpornografie), 5-1 tot en met 5-42 (Zaak 5 Wet wapens en munitie). Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 1-5, alinea 3.
3.Pagina 1-4, alinea’s 9
4.Pagina 1-7, de laatste alinea.
5.Pagina 1-8, alinea 3.
6.Pagina 1-9, alinea’s 6 en 7. Pagina’s 1-10 en 1-11.
7.Pagina 1-190, alinea 6.
8.Pagina 1-191, alinea’s 3 en 4. Pagina 1-192, alinea 1.
9.Pagina’s 1-50 en 1-66.
10.Pagina 1-52.
11.Pagina 1-56.
12.Pagina 1-60.
13.Pagina 1-58.
14.Pagina 1-61.
15.Pagina’s 1-64 en 1-65.
16.Pagina 1-83.
17.Pagina 1-86.
18.Pagina 1-87.
19.Pagina’s 1-88 tot en met 1-92.
20.Pagina 1-93.
21.Pagina 1-95
22.Pagina 1-96.
23.Pagina’s 1-117 en 1-124, alinea 5.
24.Pagina’s 1-133 (laatste alinea) en 1-134 (alinea’s 1 en 3).
25.Pagina 2-5, alinea 3.
26.Pagina 2-8, alinea 2.
27.Pagina’s 2-89 en 2-90
28.Pagina 2-138, 2-139, 2-140, 2-143.
29.Pagina 2-145.
30.Pagina’s 2-146 en 2-147.
31.Pagina 2-142.
32.Pagina 2-168, de laatste alinea.
33.Pagina 2-169, alinea 6.
34.Pagina 2-180, alinea’s 8 en 9.
35.Pagina 3-4, alinea’s 7, 8 en 9.
36.Pagina 3-9.
37.Pagina 3-41.
38.Pagina’s 3-41 tot en met 3-44.
39.Pagina’s 3-55 (alinea 8) en 3-56 (alinea 4).
40.Pagina 229, alinea 5.
41.Pagina’s 0-35 tot en met 0-39.
42.Pagina’s 4-4, 4-5, 4-6, 4-10, 4-11 en 4-12.
43.Pagina’s 0-35 tot en met 0-39.
44.Pagina’s 4-20 en 4-21 (eerste alinea).
45.Pagina 4-21, alinea’s 2 en 3.
46.Pagina 0-40 en 0-55.
47.Pagina’s 5-3 en 5-4.
48.De verklaring van verdachte tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 13 maart 2018, blad 11 en pagina 0-240.