Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiseres],
gedaagde partij in reconventie,
[gedaagde],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in reconventie van [eiseres] .
2.De feiten
In de door partijen ondertekende huurovereenkomst is onder meer opgenomen:
3. Duur, verlenging en opzegging
Graag wil ik u hiermee kenbaar maken, dat ik als verhuurder bij einde van de huurperiode
2.4. Op 20 juli 2017 heeft [eiseres] de huurcommissie verzocht uitspraak te doen over de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs.
”De overeenkomst is blijkens artikel 3 gesloten voor een periode van 12 maanden met een optie tot verlenging. Artikel 3 van de overeenkomst vermeldt voorts dat de overeenkomst voor onbepaalde tijd doorloopt indien de termijn van 12 maanden
3. Het geschil
- voor recht te verklaren dat per ingangsdatum van de huurperiode de huurprijs per maand
- de veroordeling van [gedaagde] tot betaling aan [eiseres] van
- primair en subsidiairveroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, € 25,00 aan leges huurcommissie en de nakosten.
In reconventie vordert [gedaagde] kort weergegeven de veroordeling van [eiseres] tot betaling aan [gedaagde] van een contractuele boete van in totaal € 7.920,00 wegens onrechtmatige medebewoning. Subsidiair vordert [gedaagde] , naar de kantonrechter begrijpt voor het geval de vordering in conventie voor toewijzing in aanmerking komt, de huurprijs niet op grond van de puntentelling van de Huurcommissie vast te stellen en bij een mogelijke terugbetaling rekening te houden met verbruik van diensten door 2 personen.