Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 juli 2018;
- de mondelinge behandeling op 13 juli 2018
- het tijdens de behandeling tegen [gedaagde] verleende verstek.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 17 juli 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen de stichting Woonstichting Centrada en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. T. Mulder, vorderde een straatverbod voor de gedaagde, die in de omgeving van een appartementencomplex aan de Stadhuisstraat te Lelystad niet meer mocht verblijven. De procedure begon met een dagvaarding op 6 juli 2018, gevolgd door een mondelinge behandeling op 13 juli 2018, waarbij de gedaagde niet aanwezig was. De moeder van de gedaagde had zich wel aangemeld om te verschijnen, maar kreeg geen gelegenheid om het woord te voeren omdat de gedaagde zelf niet aanwezig was.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van Centrada niet onrechtmatig of ongegrond was en heeft het gevorderde toegewezen. Het straatverbod werd opgelegd voor de duur van twee jaar, met een dwangsom van € 1.000,00 per overtreding, tot een maximum van € 25.000,00. Centrada kreeg de machtiging om de naleving van het vonnis te waarborgen met behulp van de sterke arm van justitie. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 1.358,90, te voldoen binnen 14 dagen na de uitspraak. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.