ECLI:NL:RBMNE:2018:3349

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 juli 2018
Publicatiedatum
17 juli 2018
Zaaknummer
6912260 MV EXPL 18-78
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van concurrentie- en communicatiebeding door voormalig bestuurder van Ligoon B.V.

In deze kort gedingprocedure vorderde Creative Cloud Company B.V. (CCC c.s.) een voorziening tegen [gedaagde], voormalig bestuurder van Ligoon B.V., wegens vermeende schending van een concurrentie- en communicatiebeding. De procedure vond plaats op 29 juni 2018, waarbij CCC c.s. stelde dat [gedaagde] zich schuldig maakte aan het ontwikkelen en verkopen van chocoladeproducten, ondanks een eerder gesloten overeenkomst waarin hij zich verplichtte om dergelijke activiteiten gedurende een jaar na zijn vertrek bij Ligoon te staken. CCC c.s. voerde aan dat [gedaagde] een website had gelanceerd die inbreuk maakte op het concurrentiebeding en dat hij zich op LinkedIn als oprichter van Ligoon presenteerde, wat in strijd was met het communicatiebeding. De kantonrechter oordeelde dat CCC c.s. onvoldoende bewijs had geleverd voor de schending van het concurrentiebeding, maar dat [gedaagde] wel het communicatiebeding had geschonden door zijn betrokkenheid bij Ligoon te vermelden op LinkedIn en zijn website. De rechter besloot dat [gedaagde] alle verwijzingen naar Ligoon diende te verwijderen en legde een boete op van € 12.500,00 voor de overtredingen, naast de proceskosten van € 1.634,56. De uitspraak werd gedaan op 13 juli 2018.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling civiel recht
kantonrechter
zitting houdend te Almere
zaaknr.: 6912260 MV EXPL 18-78
datum : 13 juli 2018
Vonnis in het kort geding van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CREATIVE CLOUD COMPANY B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LIGOON B.V.,
beiden gevestigd te Hilversum,
eiseressen,
hierna te noemen: CCC c.s.,
gemachtigde mr. H.D.J. van Roest,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het exploot houdende een vordering tot het treffen van een voorziening bij voorraad;
  • de aanvullende producties aan de zijde van CCC c.s.;
  • de e-mail van [gedaagde] van 28 juni 2018;
  • de pleitnotities van mr. Van Roest.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 juni 2018 te Almere. Verschenen zijn de heer [A] (Financieel directeur van CCC c.s.), bijgestaan door mr. Van Roest. Tevens is [gedaagde] verschenen, zonder gemachtigde.

2.De feiten

2.1.
Ligoon B.V. (eiseres sub 2) – thans actief onder de naam Chapter Chocolate – houdt zich bezig met het ontwikkelen, (laten) produceren en verkopen van chocoladetruffels.
2.2.
[gedaagde] was medeaandeelhouder en bestuurder van Ligoon B.V.
2.3.
Bij het aangaan van de samenwerking hebben Creative Cloud Company B.V. (eiseres sub 1), zijnde medeaandeelhouder van Ligoon B.V., en [gedaagde] (middels zijn persoonlijke vennootschap [bedrijfsnaam] B.V.) een participatie- en aandeelhoudersovereenkomst gesloten. Hierin is onder meer een concurrentiebeding opgenomen.
2.4.
[gedaagde] is per 31 december 2017 uitgetreden als bestuurder van Ligoon B.V. Partijen hebben de afspraken dienaangaande op 29 november 2017 in een vaststellings-overeenkomst vastgelegd. Per diezelfde datum heeft [gedaagde], althans [bedrijfsnaam] B.V., zijn aandelenbelang in Ligoon B.V. overgedragen aan Creative Cloud Company B.V.
2.5.
In de vaststellingsovereenkomst is – voor zover relevant – het volgende bepaald:

5. Concurrentiebeding
5.1.
Het tussen partijen geldende concurrentiebeding zoals opgenomen in art. 10 van de
participatie-overeenkomst wordt hierbij (voor zover nodig) opnieuw overeengekomen, en als volgt gepreciseerd.
[bedrijfsnaam] en [gedaagde] zullen zich gedurende een periode van één jaar na de beëindigingsdatum onthouden van:
a) het ontwikkelen, produceren en/ of verkopen van eigen producten op basis van
chocolade;
b) het werkzaam zijn bij-, diensten te verlenen aan-, dan wel een belang te hebben in een onderneming die producent en/of leverancier is van producten op basis van chocolade; Horeca- of cateringondernemingen die chocolade aanbieden als beperkt onderdeel van een generiek horeca-assortiment zijn uitdrukkelijk uitgezonderd van deze bepaling.
c) het in dienst nemen van -, dan wel bewegen uit dienst te treden van werknemers van Ligoon en of aan haar gerelateerde entiteiten;
d) het zakelijk benaderen van afnemers en/ of leveranciers van Ligoon en of aan haar
gerelateerde entiteiten;
De heer [gedaagde] zal zich na de beëindigingsdatum blijvend onthouden van:
e) Het gebruiken van zijn kennis met betrekking tot Ligoon op een wijze die de belangen van van Ligoon en of aan haar gerelateerde entiteiten kunnen schaden.
f) Het gebruik maken van enig intellectueel eigendomsrecht van Ligoon en/of aan haar gerelateerde entiteiten, zoals handelsnamen of domeinnamen en daarop lijkende
handelsnamen of domeinnamen.
(…)

7.Communicatiebeding

7.1
[gedaagde] zal zich niet jegens derden negatief uitlaten over Ligoon, Creative Cloud Company met inbegrip van gelieerde ondernemingen, en personeel van genoemde vennootschappen.
7.2
Ligoon zal zich niet jegens derden negatief uitlaten over [gedaagde].
7.3
[gedaagde] zal zich niet jegens derden presenteren als oprichter van Ligoon, of anderszins betrokken bij Ligoon.
8. Boetebeding
8.1
Bij overtreding van een verbod zoals bedoeld in artikel 5 (concurrentiebeding), 6
(geheimhoudingsbeding), of 7 (communicatiebeding) van deze vaststellingsovereenkomst, verbeurt de heer [gedaagde] ten behoeve van Ligoon een direct opeisbare boete van € 7.500,- per overtreding, te vermeerderen met € 500,- voor elke dag dat de overtreding voortduurt, zulks tot een maximum van € 20,000,-.
2.6.
Op het LinkedIn profiel van [gedaagde] is onder de kop “Ervaring” opgenomen dat [gedaagde] Directeur Ligoon Premium Chocolates was bij Ligoon in de periode van oktober 2015 tot februari 2018.

3.Het geschil

3.1.
CCC c.s. stelt – verkort weergegeven – dat [gedaagde] het concurrentiebeding uit de vaststellingsovereenkomst heeft geschonden, omdat [gedaagde] zich, blijkens een door hem op 5 maart 2018 gelanceerde website ([website]), bezig houdt met het ontwikkelen en op de markt zetten van chocoladeproducten die bovendien voor een deel vrijwel identiek zijn aan de producten van Ligoon. CCC c.s. overlegt schermafbeeldingen van de bedoelde website. De link naar de webshop is nog niet werkend. Ook gebruikt [gedaagde] op zijn website afbeeldingen die behoren tot de intellectuele eigendomsrechten van Ligoon. Tijdens het Festival Groeneveld op 17 juni 2018 te Baarn heeft [gedaagde] (middels [website]) bonbons geserveerd. Dit blijkt volgens CCC c.s. uit een flyer van het festival. Daarnaast heeft [gedaagde] volgens CCC c.s. het communicatiebeding uit de vaststellingsovereenkomst geschonden doordat hij zich op LinkedIn en op zijn website als oprichter van Ligoon presenteert. CCC c.s. overlegt hiertoe schermafbeeldingen van de website [website] en LinkedIn. CCC c.s. stelt dat zij veel geld heeft geïnvesteerd om zich te ontdoen van iedere associatie met [gedaagde] (zo heeft zij bijvoorbeeld haar naam gewijzigd in Chapter Chocolate). Nu volgens CCC c.s. sprake is van meerdere overtredingen van zowel het concurrentiebeding als het communicatiebeding vordert CCC c.s. betaling van de boetes conform artikel 8 van de vaststellingsovereenkomst. CCC c.s. stelt een spoedeisend belang bij haar vorderingen te hebben, omdat vanwege de beperkte duur van het concurrentiebeding, een bodemprocedure niet kan worden afgewacht en de activiteiten van [gedaagde] afbreuk doen aan het merk van Ligoon.
3.2.
CCC c.s. vordert om, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis, tot 31 december 2018:
i. al zijn chocolade-gerelateerde-activiteiten te staken en gestaakt te houden;
ii. alle verwijzingen naar truffels en andere chocoladeproducten te verwijderen van de website [website];
iii. alle verwijzingen naar de relatie tussen [gedaagde] en Ligoon te verwijderen van de website [website];
iv. alle verwijzingen naar de relatie tussen [gedaagde] en Ligoon te verwijderen van LinkedIn;
II. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan Ligoon van een boete van € 7,500,00 voor overtreding van het concurrentiebeding, te vermeerderen met € 500,00 per dag dat de overtreding heeft voortgeduurd, tot aan de dag dat deze gestaakt wordt;
III. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan Ligoon van een boete van € 7.500,00 voor overtreding van het communicatiebeding, te vermeerderen met € 500,00 per dag dat de overtreding heeft voortgeduurd, tot aan de dag dat deze gestaakt wordt;
IV. Het totaal van veroordelingen onder II en III te beperken tot een bedrag van € 25.000,00.
V. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten van deze procedure, waaronder een vergoeding voor gemaakte advocaatkosten, zulks te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf de dag van betekening van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;
VI. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de nakosten, zijnde € 131,00 zonder betekening en in geval van betekening € 199,00 voor het geval [gedaagde] niet binnen 24 uur na aanschrijving vrijwillig heeft voldaan aan een veroordeling in dit vonnis.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Hij betwist – samengevat – dat hij het concurrentiebeding heeft geschonden, omdat hij dit jaar niets met chocolade heeft gemaakt, ontwikkeld of verkocht, geen concrete plannen heeft of productie daarvan heeft lopen. [gedaagde] voert aan wel ideeën te hebben, maar dat dit niet gelijk is aan het daadwerkelijk produceren daarvan en deze vervolgens als concurrent van CCC c.s. op de markt te brengen. De website [website] is een schetsboekje, niet toegankelijk en ook niet voorzien van teksten. Er is ook geen inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. [gedaagde] heeft meer van dat soort websites voor onder andere fietsen, kleding en meubels. Omtrent het Festival Groeneveld merkt [gedaagde] op dat hij een vriendin van hem, die daar optrad als violiste, heeft willen helpen. Hij heeft op het festival echter geen bonbons geserveerd, maar wodka ijs met klassieke nootjes, zulks overigens zonder enig financieel gewin. Voorts voert [gedaagde] aan dat hij op geen enkele wijze negatief heeft gesproken of uitlatingen heeft gedaan die schadelijk zouden kunnen zijn voor de bedrijfsvoering van CCC c.s. Volgens [gedaagde] is LinkedIn zijn CV en heeft hij een gesloten profiel, zodat hij betwist daarmee inbreuk te maken op het communicatiebeding.
3.4.
Op de nadere stellingen van partijen zal – voor zover relevant – in het navolgende worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In deze kort gedingprocedure moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder nader onderzoek, beoordeeld worden of de vordering van CCC c.s. in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopen daarop door toewijzing reeds nu gerechtvaardigd is. Zo zal niet alleen moeten worden onderzocht of het bestaan van de vordering in kwestie voldoende aannemelijk is – hetgeen betekent dat met een grote mate van waarschijnlijkheid te verwachten moet zijn dat een bodemrechter de vordering zal toewijzen –, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist.
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de door CCC c.s. gestelde belangen van voldoende spoedeisende aard zijn voor behandeling in kort geding.
Het concurrentiebeding
4.3.
Allereerst zal beoordeeld worden of het concurrentiebeding uit artikel 5 van de vaststellingsovereenkomst door [gedaagde] is overtreden. Hiertoe heeft CCC c.s. gesteld dat [gedaagde] zich, gelet op zijn website [website], bezig houdt met het ontwikkelen en op de markt zetten van chocoladeproducten. Ook zou [gedaagde] tijdens het Festival Groeneveld bonbons hebben geserveerd en daarmee actief zijn in de chocoladebranche. De kantonrechter is van oordeel dat CCC c.s., gelet op het gemotiveerde verweer van [gedaagde], in het verband van dit kort geding onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde] met zijn activiteiten het concurrentiebeding schendt in die zin dat [gedaagde] eigen producten op basis van chocolade ontwikkelt, produceert en/of verkoopt dan wel werkzaam is bij -, diensten verleent aan -, dan wel een belang heeft in een onderneming die producent en/of leverancier is van producten op basis van chocolade. Niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken zijn de stellingen van [gedaagde] dat hij dit jaar niets met chocolade heeft gemaakt, ontwikkeld, verkocht of in productie heeft. Op Festival Groeneveld heeft [gedaagde] onbetwist aangevoerd dat hij – anders dan de flyer van het festival weergeeft – geen bonbons heeft geserveerd, maar ijs, zonder chocolade. De website [website] is momenteel niet actief en de link naar de webshop is niet werkend. Van enig financieel gewin voor [gedaagde] is niet gebleken. Er is bovendien geen inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Door het tonen van afbeeldingen van chocoladetruffels op zijn website [website] heeft [gedaagde] mogelijk de schijn tegen zich gewekt, maar dit is op zichzelf onvoldoende om een schending van het concurrentiebeding aan te nemen. Dit geldt ook voor de gestelde inbreuk op het intellectuele eigendom van CCC c.s. betreffende de afbeeldingen op de website [website]. Het voorgaande betekent dat niet voorshands kan worden uitgegaan van de door CCC c.s. gestelde overtreding van het concurrentiebeding. De vorderingen onder I. sub i. en ii. en II. zullen derhalve worden afgewezen.
Het communicatiebeding
4.4.
Vervolgens zal beoordeeld worden of het communicatiebeding uit artikel 7 van de vaststellingsovereenkomst door [gedaagde] is overtreden doordat hij zich op LinkedIn en op zijn website als oprichter van Ligoon presenteert.
4.5.
Artikel 7.3 van de vaststellingsovereenkomst verbiedt [gedaagde] om zich jegens derden te presenteren als oprichter van Ligoon of anderszins betrokken bij Ligoon. Blijkens de door CCC c.s. overgelegde schermafbeelding van het LinkedIn profiel van [gedaagde] heeft hij daarin opgenomen dat hij Directeur Ligoon Premium Chocolates was bij Ligoon in de periode van oktober 2015 tot februari 2018. Op zijn website [website] heeft [gedaagde] eveneens melding gemaakt van zijn verbondenheid met Ligoon. [gedaagde] heeft het voorgaande niet betwist en heeft enkel aangevoerd dat LinkedIn zijn CV is. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] hiermee artikel 7.3 van de vaststellingsovereenkomst schendt, nu zowel LinkedIn (ook bij een gesloten profiel) als zijn website, door derden kunnen worden geraadpleegd. [gedaagde] presenteert zich tevens op LinkedIn als directeur van Ligoon in de periode van oktober 2015 tot februari 2018, en op zijn website vermeldt hij ook zijn betrokkenheid bij Ligoon, hetgeen in strijd kan worden geacht met de voornoemde bepaling. Dit betekent dat de vorderingen onder I. sub iii. en iv. zullen worden toegewezen en [gedaagde] zodoende alle verwijzingen naar de relatie tussen hem en Ligoon dient te verwijderen van de website [website] en zijn LinkedIn.
4.6.
De vraag resteert dan nog of de gevorderde boete onder III. zal worden toegewezen. Hieromtrent overweegt de kantonrechter het volgende. Artikel 8.1 van de vaststellings-overeenkomst schrijft voor dat [gedaagde] bij overtreding van het communicatiebeding een direct opeisbare boete verbeurt van € 7.500,00 per overtreding. Zoals hierover reeds overwogen, is van een schending van het communicatiebeding sprake, zodat [gedaagde] een boete van € 7.500,00 aan CCC c.s. verschuldigd is.
4.7.
Niet gesteld of gebleken is dat [gedaagde] inmiddels de verwijzingen naar Ligoon heeft verwijderd van zijn LinkedIn en/of zijn website, zodat de overtreding nog immer voortduurt en [gedaagde] om die reden nog eens € 500,00 per dag aan boete verbeurt. De kantonrechter ziet evenwel in de gegeven omstandigheden aanleiding om deze (dagelijks oplopende) boete te matigen tot een bedrag van € 5.000,00, zodat [gedaagde], tezamen met de onder 4.6. genoemde boete, een totaalbedrag van € 12.500,00 aan CCC c.s. zal dienen te voldoen. Hierbij wordt aangesloten bij de reeds door CCC c.s. beperkte vordering onder IV., waarbij aldus de helft van het gevorderde wordt toegewezen, nu ook slechts één van de twee gestelde overtredingen van de gemaakte afspraken aannemelijk is gemaakt. Dit neemt overigens niet weg dat CCC c.s. in een eventuele bodemprocedure een vordering voor het meerdere kan instellen jegens [gedaagde].
4.8.
[gedaagde] zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van CCC c.s. worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van CCC c.s. worden begroot op:
- dagvaarding € 82,56
- griffierecht € 952,00
- salaris gemachtigde
€ 600,00
Totaal € 1.634,56
De gevorderde wettelijke rente alsmede de nakosten zullen worden toegewezen op de hierna te vermelden wijze.

5.De beslissing in kort geding

De kantonrechter:
- veroordeelt [gedaagde] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis, tot 31 december 2018, alle verwijzingen naar de relatie tussen [gedaagde] en Ligoon te verwijderen van de website [website] en zijn LinkedIn, totdat in een eventuele bodemprocedure anders wordt beslist;
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Ligoon van een gematigde boete van € 12.500,00 wegens overtreding van het communicatiebeding;
- veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.634,56, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt [gedaagde], onder de voorwaarde dat [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving door CCC c.s. volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 100,= aan salaris gemachtigde te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. R.M. Berendsen, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 13 juli 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.