ECLI:NL:RBMNE:2018:3416

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 juli 2018
Publicatiedatum
19 juli 2018
Zaaknummer
C/16/462856 / KL ZA 18-230
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot levering van aardbeienplantjes in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 juli 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen S&A Produce UK Ltd (eiseres) en Flevoplant B.V. (gedaagde). S&A vorderde dat Flevoplant werd veroordeeld tot nakoming van een overeenkomst tot levering van aardbeienplantjes van de rassen Favori en Sonsation. S&A stelde dat er een drie-partijencontract bestond tussen haar, Flevoplant en Flevo Berry B.V. (FB), waarbij Flevoplant zich had verplicht tot levering van de plantjes tegen bepaalde betalingscondities. Flevoplant voerde verweer en betwistte de betalingscondities zoals door S&A gesteld. De voorzieningenrechter oordeelde dat S&A een voldoende spoedeisend belang had, maar dat de vordering niet voor toewijzing in aanmerking kwam. De rechter concludeerde dat de overeenkomst niet op schrift was gesteld en dat er onvoldoende bewijs was voor de door S&A gestelde betalingscondities. De vordering werd afgewezen en S&A werd veroordeeld in de proceskosten van Flevoplant, begroot op € 1.606,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: C/16/462856 / KL ZA 18-230
Vonnis in kort geding van 9 juli 2018
in de zaak van
rechtspersoon naar het land van vestiging
S&A PRODUCE UK LTD,
gevestigd te Marden, Verenigd Koninkrijk,
eiseres, hierna te noemen S&A,
advocaat mr. P.W.M. Steenbergen te Voorhout,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FLEVOPLANT B.V.,
gevestigd te Ens,
gedaagde, hierna te noemen Flevoplant,
advocaten mrs. A.B. Lever en H.C.M. van Haastert te Apeldoorn.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 juli 2018 met producties (1-17),
  • de fax van 3 juli 2018 van S&A met producties (18-21),
  • de fax van 3 juli 2018 van Flevoplant met producties (1-15),
  • de fax van 4 juli 2018 van Flevoplant met een productie (16),
  • de mondelinge behandeling op 4 juli 2018,
  • de pleitnota’s van S&A en Flevoplant.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 9 juli 2018 vonnis uitgesproken. Het onderstaande vormt hiervan de nadere schriftelijke uitwerking en is op 18 juli 2018 opgemaakt.

2.De feiten

2.1.
S&A is een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde onderneming die zich bezighoudt met het kweken en verkopen van aardbeien aan grote supermarkt- en warenhuisketens in het Verenigd Koninkrijk.
2.2.
Flevoplant is een onderneming die gespecialiseerd is in de productie van diverse soorten aardbeiplanten (waaronder de Sonsation en de Favori aardbeiplant). Flevoplant verkoopt deze planten aan derden, waaronder S&A.
2.3.
Flevo Berry B.V. (FB) is de exploitant van het aan Flevo Berry Holding B.V. (FBH) toekomende kwekersrecht van onder meer de Favori aardbeiplant.
2.4.
Op 7 maart 2016 heeft S&A met FB een overeenkomst gesloten waarbij bepaald is S&A gedurende een periode van vier jaar (2016-2019) een exclusief verkooprecht heeft voor de verkoop van de Favori aardbeien in het Verenigd Koninkrijk. Als tegenprestatie betaalt S&A per gekochte aardbeiplant een bepaalde licentievergoeding aan FB. De overeenkomst biedt de mogelijkheid tot een verlenging van de contractduur met twee jaar.
2.5.
S&A en Flevoplant hebben gedurende de eerste drie jaren van het onder 2.4. genoemde contract zaken met elkaar gedaan (planten gereserveerd, betaald en uitgeleverd gekregen) en voor het vierde jaar (levering aardbeien in 2019) heeft S&A aan Flevoplant aangegeven hoeveel aardbeiplantjes Favori en Sonsation zij wenst af te nemen. Deze plantjes zijn door Flevoplant voor S&A ook gereserveerd.
2.6.
De “tips” van de aardbeiplantjes Favori dienen thans voor het einde van de maand te worden geoogst, maar partijen hebben een geschil over de betalingscondities.
2.7.
Tussen S&A, Flevoplant, FB, FBH en Flevoplant Holding B.V. bestaat een juridisch geschil over een aan S&A eerder uitgeleverde partij besmette aardbeien van het ras Fleurette. In dat kader heeft S&A diverse beslagen gelegd, waaronder ten laste van Flevoplant een bankbeslag (458869 / KLRK 18-140). Dit bankbeslag is inmiddels opgeheven. S&A en Flevoplant zijn overeengekomen dat het geschil met betrekking tot het ras Fleurette geen consequenties heeft voor de samenwerking met betrekking tot de andere aardbeirassen, zoals de Favori.

3.Het geschil

3.1.
S&A vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Flevoplant wordt veroordeeld:
tot ongewijzigde nakoming van de 4 jarige overeenkomst tot levering in 2019 van aardbeiplantjes van het ras Favori tot een aantal van 2.500.000 minitrays en van het ras Sonsation tot en aantal van 250.000 trayplanten;
tot het zich onthouden van elke instructie aan de uitvoerende vermeerderaars, die deze aardbeiplanten maken, die op zichzelf in de weg zou kunnen staan aan de levering conform onderdeel a;
tot het zich onthouden van de verkoop of levering van deze voor S&A bestemde aardbeiplanten aan andere dan S&A, hetgeen in de weg zou kunnen staan aan de levering conform onderdeel a;
tot betaling van de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
3.2.
S&A heeft ter onderbouwing van de vorderingen naar voren gebracht kort gezegd dat de onder 2.4. bedoelde overeenkomst tussen S&A en FB dient te worden aangemerkt als een drie-partijen contract waarbij Flevoplant zich jegens S&A voor vier jaar heeft verplicht tot levering van aardbeiplantjes. Volgens S&A dient dit te geschieden tegen de overeengekomen betalingscondities. Dit betekent dat 25% van de totaalprijs wordt betaald in januari (na de vermeerdering van de Favori planten) en dat de resterende 75% wordt betaald binnen 30 dagen na elke deellevering. Flevoplant dient - aldus S&A de tussen partijen bestaande afspraken na te komen.
3.3.
Flevoplant voert verweer met conclusie tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van S&A in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op de aard van de vorderingen heeft S&A een voldoende spoedeisend belang om in haar vorderingen in kort geding te worden ontvangen.
4.2.
De vordering van S&A komt in feite neer op een vordering tot nakoming van de tussen partijen gemaakte partijafspraken. Een dergelijke vordering kan in kort geding alleen worden toegewezen, indien voldoende aannemelijk is dat de rechter in een eventuele bodemprocedure het standpunt van S&A over de gestelde betalingscondities zal volgen en van S&A niet kan worden gevergd dat zij de uitslag van de bodemprocedure afwacht. De voorzieningenrechter overweegt daartoe het volgende.
4.3.
S&A beroept zich in deze zaak op een door haar in 2016 met Flevoplant gesloten overeenkomst van vier jaar. Deze overeenkomst is niet op schrift gesteld en moet, zoals ter zitting door S&A desgevraagd is toegelicht, primair worden afgeleid uit de door S&A overgelegde schriftelijke overeenkomst die zij in maart 2016 gesloten heeft met FB (zie 2.4.).
4.4.
De schriftelijke overeenkomst van maart 2016 bepaalt onder meer een door S&A aan FB te betalen licentievergoeding per afgenomen aardbeiplant van het ras Favori. Flevoplant is niet als contractspartij vermeld. De overeenkomst bepaalt niet dat de door S&A nog te kopen aardbeiplanten bij Flevoplant moeten worden afgenomen dan wel dat Flevoplant deze zal leveren. De overeenkomst bepaalt evenmin wat de koopprijs van de aardbeiplanten is en op welke wijze die koopprijs voldaan moet worden.
4.5.
Flevoplant heeft ter zitting voorts onweersproken gesteld dat naast Flevoplant er nog zo’n vijf andere vermeerderaars zijn die de door S&A gewenste aardbeien van het ras Favori leveren. S&A is dan ook niet afhankelijk van Flevoplant om deze aardbeiplantjes te krijgen.
4.6.
Ter zitting is wel komen vast te staan dat S&A, gedurende de periode van de onder 2.4. bedoelde overeenkomst, de aardbeiplantjes van Flevoplant gekocht heeft. Anders dan aanvankelijk door S&A (stellig) is betoogd, kan er niet van uit worden gegaan dat de betalingscondities voor al deze drie jaren gelijk waren. Voor het tweede en derde jaar geldt dat er volgens de door S&A gestelde verhouding van 25% na vermeerdering en 75% na levering betaald is, maar in het eerste jaar is de koopprijs vooraf geheel voldaan, waarbij S&A een korting van Flevoplant heeft gekregen van 4%.
4.7.
Van een afspraak met betrekking tot de door S&A gestelde afgesproken betalingscondities van betaling van 25% van de koopprijs na vermeerdering van de aardbeiplantjes en 75% na levering van de aardbeiplantjes kan vooralsnog niet worden uitgegaan.
4.7.1.
Dit geldt te meer nu uit de door Flevoplant overgelegde stukken voldoende aanknopingspunten te vinden zijn waaruit valt op te maken dat de betalingscondities voor de levering 2019 nog in bespreking waren. Gewezen wordt op de door Flevoplant overgelegde verklaring van Erik Dekker met betrekking tot een bespreking tussen Flevoplant en S&A op 6 november 2017 (productie 12). In deze verklaring staat dat afgesproken is dat 40% per 1 september 2018 moet zijn betaald en 60% binnen dertig dagen na levering. Bij de nadien verzonden reservering van plantjes ten behoeve van S&A zijn door Flevoplant weer andere condities en percentages genoemd (producties 13 en 14). Ook S&A zelf heeft gewezen op de door haar van Flevoplant ontvangen correspondentie waarbij diverse deelbetalingen met verschillende percentages worden genoemd. S&A stelt dat zij al deze betalingscondities heeft afgewezen, maar een voldoende onderbouwing daarvan ontbreekt. Zo is niet gebleken dat S&A van meet af aan gesteld heeft Flevoplant te willen houden aan de door haar gestelde overeengekomen betalingscondities van 25% van de kooprijs na vermeerdering van de aardbeiplantjes en 75% na levering van de plantjes. Dit laatste is voor zover in deze procedure kenbaar - pas in juni 2018 aan Flevoplant bekend gemaakt.
4.8.
De omstandigheid dat partijen voor 2016 al jaren zaken met elkaar doen en dat er in die periode ook volgens de door S&A gestelde betalingscondities is afgerekend, betekent nog niet dat moet worden aangenomen dat partijen in 2016 een dergelijke betalingscondities hebben afgesproken. Zoals hiervoor overwogen kunnen uit die overeenkomst niet dergelijke betalingscondities worden afgeleid.
4.9.
Dit alles maakt dat nader onderzoek naar de feiten noodzakelijk zou zijn en dit kort geding leent zich daar niet voor. De conclusie is dan ook dat de vordering niet voor toewijzing in aanmerking komt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt S&A in de proceskosten, aan de zijde van Flevoplant tot op heden begroot op € 1.606,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2018. [1]

Voetnoten

1.type: TS (4428)