4.3Het oordeel van de rechtbank
[aangeefster] heeft aangifte gedaan. Zij heeft verklaard dat haar buurman van [adres] aan haar dochter, [slachtoffer] , heef gezeten. Hier is een filmpje van gemaakt door een buurman. Het filmpje is van 22 mei (2017).
[slachtoffer] heeft als getuige verklaard, zakelijk weergegeven:
‘Ik ben gekomen om te vertellen over mijn buurman van nummer [nummer] . Volgens mij is zijn naam [verdachte] .Het wrijven over de borsten gebeurde elke week wel drie of vier keer in de zomer en in de lente. Het gebeurde in de voortuin.De laatste keer was de dag voordat de Ramadan begon. Hij ging toen aan mijn borsten zitten en sabbelen en wrijven en in mijn vagina er ook over heen wrijven. Ik was toen in de voortuin. Hij gaat dan over de schutting heen, ook met zijn armen en dan gaat hij over mijn borsten wrijven en over mijn vagina wrijven. Onze schutting was niet zo heel hoog. Ik zit dan bij de schutting en dan komt de buurman er overheen hangen.Heel soms knijpt hij ook in mijn borsten.Af en toe haalt hij er een borst uit. Het wrijven over de vagina doet hij net als bij mijn borsten. Dan gaat hij eerst wrijven en dan een beetje knijpen.Als hij eerst aan mijn borsten heeft gezeten gaat hij vervolgens naar binnen en komt hij terug met een gevulde koek. Die geef hij dan aan mij en dan gaat hij over de vagina wrijven. Als hij de koek geeft, dan geeft hij mij een kusje op de mond. Hij heeft mij vaker een kusje gegeven toen hij een koek gaf.Hij heeft mij vaker over mijn vagina gewreven.Ik denk dat het wrijven over de vagina te vaak is gebeurd, want ik weet eigenlijk niet meer hoe vaak het is gebeurd.’
In een ‘Proces-verbaal informatief gesprek zeden’ staat als verklaring van [slachtoffer] , geboren op [2003], onder meer opgenomen:
‘Ik was 12 jaar toen het begon. De laatste weken van de basisschool is het begonnen. Toen is het gestopt omdat zijn kleindochters kwamen. Op de [naam] is het weer begonnen. Nu is het Ramadan en is het weer gestopt.
Bij mijn vagina is het vaak over mijn kleren maar ook af en toe in mijn broek. Dan gaat hij met zijn hand in mijn broek.’
Eigen waarneming rechtbank:
Het in de aangifte genoemde filmpje van 22 mei 2017, gemaakt door een buurman, is tijdens het onderzoek ter terechtzitting bekeken en de rechtbank heeft hierop onder meer het volgende waargenomen:
De man op het filmpje heeft zijn uitgestrekte hand ter hoogte van de borst van het meisje dat in de naastgelegen tuin zit. De man maakt met zijn hand heen en weer gaande bewegingen.
Verdachte heeft verklaard dat hij de man op het ter zitting bekeken filmpje van 22 mei 2017 is en dat de andere persoon op het filmpje zijn buurmeisje is.
Getuige [getuige 2] heeft onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:
‘ [slachtoffer] is mijn buurmeisje, ze woont schuin tegenover mij op de [straat] . Een buurvrouw die [getuige 1] (fonetisch) heet, heeft ongeveer een jaar geleden verteld dat ze had gezien dat de buurman die naast [slachtoffer] woont [slachtoffer] steeds op haar mond ging kussen. Ze heeft er toen een melding van gemaakt, ik denk bij Jeugdzorg. Mijn ex-man heeft een filmpje gemaakt van boven van de zolder vanuit mijn slaapkamer. Hij zag dat de buurman gebogen naar [slachtoffer] over het hek hing. Hij vond dat hij heel dicht bij haar was en heeft toen het gordijn weer dicht gedaan en heeft de camera van zijn telefoon aan gezet en het filmpje gemaakt. Toen ik het filmpje zag, ging mijn hart tekeer. Ik dacht gelijk dat ik [slachtoffer] moest helpen. Het gaf mij ook de bevestiging dat het klopt van een jaar ervoor.’
In een ‘Proces-verbaal Bevindingen telefoongesprek [getuige 1] ’ is onder meer het volgende gerelateerd:
‘Verbalisant nam contact op met [getuige 1] naar aanleiding van het verhoor van getuige [getuige 2] . [getuige 1] zei vervolgens dat het klopte dat ze twee jaar geleden al gezien had dat de buurman het buurmeisje aan het kussen was. [getuige 1] vertelde onder meer het volgende:
- Twee jaar geleden heb ik gezien dat de man het meisje heel vast hield
- Dat de man het meisje kusjes gaf
- Dat dit vaak gebeurde
- Dat de man de borsten van het meisje vast hield
- Dat het de buurman was van het meisje
- Dat ze twee jaar geleden, vanuit haar slaapkamer, een video heeft gemaakt
- Dat haar ex man deze video naar Jeugdzorg zou sturen.’
In een proces-verbaal van bevindingen staat onder meer het volgende gerelateerd:
‘In het dossier van ‘Veilig Thuis Flevoland’ staat dat er op 27 mei 2015 een anonieme melding was binnengekomen waarin stond dat de melder op 17 mei (2015) en 24 mei (2015) de buurman in de tuin had gezien met zijn buurmeisje van een jaar of 8 á 10 jaar oud, dat de buurman het meisje kuste op de mond en met zijn hand onder haar shirt en in haar broek zat. De melder gaf aan dat hij hier een filmpje van had gemaakt.’
Betrouwbaarheid verklaring(en) [slachtoffer]
De raadsvrouw heeft betoogd dat de verklaring van [slachtoffer] als onbetrouwbaar dient te worden aangemerkt en zij heeft daarbij onder meer gewezen op tegenstrijdigheden in haar verklaringen.
De rechtbank overweegt dat de verklaringen die [slachtoffer] tegenover de politie heeft afgelegd, uitgebreid en gedetailleerd zijn, en op grond van de inhoud als voldoende betrouwbaar kunnen worden aangemerkt. [slachtoffer] heeft consistent verklaard over de diverse gebeurtenissen die zich in de ten laste gelegde periode hebben afgespeeld. De omstandigheid dat er enkele tegenstrijdigheden te vinden zijn in haar verklaringen doet daaraan niet af. Het gaat immers over een lange periode waarin de diverse ontuchtige handelingen plaatsvonden. Haar verklaring komt inhoudelijk op specifieke en relevante punten overeen met hetgeen zij kort nadat de politie ter plaatse is gekomen (naar aanleiding van de melding die haar moeder deed toen zij een filmpje van een buurman onder ogen had gekregen) aan de politie heeft verteld. Vervolgens heeft zij uitgebreider verklaard ten tijde van het informatieve gesprek zeden en nadien heeft er een uitgebreide, gedetailleerde getuigenverklaring plaatsgevonden. Daar komt bij dat de verklaring van [slachtoffer] steun vindt in andere bewijsmiddelen. De rechtbank heeft dan ook geen reden om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van haar verklaring en acht deze op grond van bovenstaande bruikbaar voor het bewijs.
De ‘verklaring’ van [getuige 1] als te bezigen bewijsmiddel
De stelling van de verdediging dat de verklaring van [getuige 1] niet voor het bewijs gebezigd kan worden, nu zij de naam van verdachte niet noemt en het filmpje waarover zij verklaart niet meer beschikbaar is, zodat een en ander niet meer getoetst kan worden, passeert de rechtbank. Uit de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, volgt genoegzaam dat zij tijdens het telefoongesprek met de politie vertelt over ontuchtige handelingen die door verdachte zijn gepleegd. De rechtbank acht het proces-verbaal van bevindingen waarin hetgeen die [getuige 1] in een telefoongesprek met de politie heeft gezegd, bruikbaar voor het bewijs.
Ondersteuning verklaring [slachtoffer] in andere bewijsmiddelen
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de verklaring van [slachtoffer] in voldoende mate wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen. Haar verklaring wordt ondersteund ten aanzien van de periode waarin de ontuchtige handelingen plaatsvonden, de aard van de ontuchtige handelingen en de wijze waarop verdachte daarbij te werk ging (namelijk vanuit zijn eigen tuin, hangend/buigend over het hekje dat de tuin scheidde van de tuin waarin [slachtoffer] steeds zat). Bovendien is er een filmpje waarop te zien is dat verdachte vanuit zijn tuin met gestrekte arm heen en weer gaande bewegingen maakte ter hoogte van de borst van [slachtoffer] die in de naastgelegen tuin zat.
Geloofwaardigheid verklaring verdachte
Verdachte, die het feit ten stelligste ontkent, heeft pas tijdens het onderzoek ter terechtzitting een verklaring afgelegd over hetgeen volgens hem op het filmpje (van 22 mei 2017) te zien zou zijn. Bij de politie wilde hij geen vragen beantwoorden over het filmpje en hij wilde ook niet zeggen of hij op dat filmpje te zien was. De verdachte heeft hierover ter zitting verklaard dat hij haar daarvoor een koekje had gegeven en dat zij hem vroeg haar te omhelzen voor het koekje dat zij had gekregen, waarop verdachte tegen haar zei dat zij moest blijven zitten. Hierbij zou verdachte haar misschien onbewust hebben aangeraakt bij de borst(en). De rechtbank acht deze verklaring, gelet op hetgeen de rechtbank ter zitting heeft waargenomen op het filmpje, niet geloofwaardig. De rechtbank gaat dan ook aan die verklaring van verdachte voorbij.
Conclusie ten aanzien van het tenlastegelegde
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierna onder 5 omschreven. De rechtbank acht echter niet bewezen dat die ontuchtige handelingen mede hebben bestaan uit het zich door die [slachtoffer] (op de kleding) lasten betasten van zijn kruis/schaamstreek, zodat verdachte van dat deel van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.