ECLI:NL:RBMNE:2018:4082
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap door erfgenamen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 augustus 2018 een beschikking gegeven inzake het verzoek van erfgenamen om gemachtigd te worden om de nalatenschap van de overleden [A] beneficiair te aanvaarden. De erfgenamen, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. S.F. Mokken, kandidaat-notaris, en advocaat mr. J.C. van den End, hebben een verzoek ingediend op grond van artikel 4:194a lid 1 BW. In de tussenbeschikking van 3 juli 2018 heeft de kantonrechter de legatarissen, die nog niet in de procedure waren betrokken, als belanghebbenden aangemerkt en hen in de gelegenheid gesteld om op het verzoek te reageren.
Na het indienen van de reacties van de belanghebbenden, waaronder [belanghebbende 3], [belanghebbende 4], [belanghebbende 5] en [belanghebbende 6], bleek dat er geen bezwaren waren tegen de toewijzing van het verzoek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen aanleiding was om terug te komen op het voorlopige oordeel dat in de tussenbeschikking was geformuleerd. Daarom heeft de kantonrechter besloten om de erfgenamen machtiging te verlenen om de nalatenschap van erflater alsnog beneficiair te aanvaarden.
De beschikking is openbaar uitgesproken en de erfgenamen kunnen binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep instellen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De beslissing is genomen door mr. A.M. Crouwel, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier uitgesproken.