In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 23 augustus 2018, wordt de vraag behandeld of een herhaald verzoek om toepassing van de schuldsanering (WSNP) de behandeling van een faillissementsverzoek kan schorsen. De zaak betreft [verzoeker], die op 6 april 2018 door de Ontvanger van de Belastingdienst in faillissement is aangevraagd. Na een eerdere afwijzing van zijn WSNP-verzoek op 14 juni 2018, diende [verzoeker] op 13 juli 2018 een nieuw verzoek in. De rechtbank moest beslissen of dit nieuwe verzoek de behandeling van het faillissementsverzoek zou schorsen. De rechtbank overweegt dat de Hoge Raad in een eerdere uitspraak heeft bepaald dat de rechter kan afzien van schorsing indien er sprake is van misbruik van bevoegdheid. In dit geval concludeert de rechtbank dat [verzoeker] misbruik heeft gemaakt van zijn recht door een tweede WSNP-verzoek in te dienen zonder nieuwe relevante omstandigheden aan te voeren. De rechtbank wijst op de onevenredigheid tussen het belang van [verzoeker] en dat van de aanvragers van het faillissement. De rechtbank beslist dat het tweede WSNP-verzoek de behandeling van het faillissementsverzoek niet schorst en dat de behandeling van het faillissementsverzoek op 4 september 2018 zal worden voortgezet.