ECLI:NL:RBMNE:2018:4397
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- S.C. Hagedoorn
- C.A. de Beaufort
- M.J. Slootweg
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in civiele procedure na eindvonnis
Op 12 september 2018 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een beslissing genomen op het verzoek tot wraking van mr. A.M.N. Verhoef, de behandelend kantonrechter in een civiele zaak. Het verzoeker, handelend onder de naam [bedrijfsnaam] en wonende te [woonplaats], heeft op 4 september 2018 per e-mail een wrakingsverzoek ingediend. Dit verzoek was gebaseerd op de vrees voor vooringenomenheid van de rechter, die op 22 augustus 2018 een eindvonnis had gewezen in de zaak met het nummer 6914744 LC EXPL 18-1490.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat, volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, het middel van wraking kan niet meer worden toegepast nadat de rechter een einduitspraak heeft gedaan, omdat de procedure dan is geëindigd. Aangezien de rechter op 22 augustus 2018 een eindvonnis heeft gewezen, concludeerde de wrakingskamer dat verzoeker niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn wrakingsverzoek.
De wrakingskamer heeft besloten dat een mondelinge behandeling van het verzoek niet nodig was, gezien de kennelijke niet-ontvankelijkheid. Tevens heeft de wrakingskamer verzoeker geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van 22 augustus 2018, en verwees zij naar de website van de rechtspraak voor verdere informatie hierover. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.