Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 augustus 2018 met 9 producties;
- de brief van 31 augustus 2018 waarbij M.M. Willigen heeft aangegeven namens [gedaagde 1] als woordvoerder op te treden;
- de mondelinge behandeling, gehouden op 3 september 2018, waarvan aantekening is gehouden door de griffier;
- een kleurenprint van de huidige situatie van het verkochte (afkomstig van “ [website] ”), ter zitting door [gedaagde 1] overhandigd aan de voorzieningenrechter en aan de wederpartij.
2.De feiten
[vestigingsplaats] als in [vestigingsplaats] hield [gedaagde 1] pluimvee. De locatie van het pluimveebedrijf in [vestigingsplaats] bevindt zich direct naast het bedrijf van [eiser 1] .
Koopovereenkomst Agrarisch Bedrijf” en ondertekend op 6 november 2017. Als datum van overdracht is 1 juni 2018 afgesproken (artikel 4). In artikel 10 (risico-overgang) en 11 (verzuim, ingebrekestelling, ontbinding) staat, voor zover nu van belang, het volgende:
3.Het geschil
Omdat er nog geen duidelijkheid bestaat over de omvang van de schade en de vergoeding daarvan door de verzekeraar van [gedaagde 1] , vordert [eiser 1] dat de koopsom van € 405.000,00 (te vermeerderen met btw) in depot onder de notaris blijft totdat vaststaat in hoeverre de schade wordt vergoed door de verzekeraar.
heeft een spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen. [eiser 1] is namelijk verplichtingen met derden aangegaan. Hij heeft leghennen gekocht die hij uiterlijk in week 40 van 2018 moet afnemen en daarnaast heeft hij op 17 mei 2018 een aannemingsovereenkomst gesloten om de pluimveestallen geschikt te maken voor het houden van biologische leghennen.
4.De beoordeling
816,00