In deze zaak gaat het om een beroep tegen een administratieve sanctie die is opgelegd aan betrokkene voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een duidelijk zichtbare geldige gehandicapten parkeerkaart. De gedraging vond plaats op 17 december 2015 te Zeist, waar betrokkene, die als vrijwilliger werkzaam is voor een stichting, het voertuig parkeerde om een bejaarde dame naar het ziekenhuis te begeleiden. Betrokkene ontkent de gedraging niet, maar stelt dat er verzachtende omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de sanctie op nihil of een lager bedrag zou moeten worden vastgesteld.
De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 9 februari 2017, waarbij betrokkene en een vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren. De officier van justitie handhaafde de sanctie van € 370,00, maar de kantonrechter oordeelde dat de omstandigheden van het geval voldoende aanleiding gaven om de sanctie te matigen. De kantonrechter heeft uiteindelijk de sanctie verlaagd naar € 70,00, met de aanbeveling dat de betrokken dame een persoonsgebonden gehandicaptenparkeerkaart kan aanvragen om toekomstige sancties te voorkomen.
De beslissing is genomen door mr. drs. M.P. Glerum, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, mits het beroepschrift correct is ingediend bij de rechtbank Midden-Nederland.