ECLI:NL:RBMNE:2018:4960
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- S.C. Hagedoorn
- C.A. de Beaufort
- L.P. de Haas
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechterlijke beslissing over uitstel comparitie
In deze wrakingszaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 oktober 2018 uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster B.V. Het verzoek was gericht tegen de rechter die op 29 augustus 2018 had besloten om een verzoek tot uitstel van een comparitie van partijen af te wijzen. Verzoekster had om uitstel gevraagd in verband met getuigenverhoren in een andere zaak, maar dit verzoek werd afgewezen. Verzoekster stelde dat de afwijzing onbegrijpelijk was en dat dit duidde op vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van beide partijen beoordeeld. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter om het uitstelverzoek af te wijzen een processuele beslissing was en dat deze niet kon leiden tot wraking. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter. De beslissing om het wrakingsverzoek ongegrond te verklaren werd genomen, en de procedure van verzoekster met het oorspronkelijke zaaknummer moest worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond voor de schorsing.