Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 september 2018 met producties 1 tot en met 12,
- de producties 1 tot en met 10 van de Volksbank,
- de mondelinge behandeling van 17 september 2018,
- de pleitnota van [eiser] ,
- de pleitnota van de Volksbank.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
voor onbepaalde tijdalleen op papier heeft bestaan en daarmee fictief is geweest. [eiser] wist van aanvang af dat hij slechts voor bepaalde tijd in loondienst wilde treden, namelijk zo lang als noodzakelijk was voor het verkrijgen van een andere hypothecaire geldlening. Het aan de Volksbank en later Aegon gepresenteerde dienstverband voor onbepaalde tijd is daarmee schijn geweest. Het bestond weliswaar op papier, maar feitelijk wilde [eiser] zo snel mogelijk weer werkzaamheden gaan verrichten als zzp-er. [eiser] wist dat deze informatie over zijn dienstverband van belang was bij de beoordeling van zijn hypotheekaanvraag. Hij had immers ervaren dat hij als zzp-er niet in aanmerking kwam voor oversluiten en daarom tot deze stap besloten. Dit levert in beginsel een gegronde verdenking op dat [eiser] zich schuldig heeft gemaakt aan opzettelijke misleiding van de Volksbank om haar te bewegen tot het sluiten van een hypothecaire geldleningsovereenkomst. Dergelijk gedrag vormt een bedreiging voor de financiële belangen van de Volksbank en voor de integriteit van de financiële sector als geheel.
816,00