ECLI:NL:RBMNE:2018:5701
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herstel van een kennelijke schrijffout in een eerder vonnis
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 november 2018 een herstelvonnis uitgesproken met betrekking tot een eerder vonnis van 10 oktober 2018. De eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, had een geschil met de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap. De advocaat van de gedaagde, mr. A. Th. de Haan, heeft de rechtbank per brief van 12 oktober 2018 gewezen op een kennelijke schrijffout in het eerdere vonnis. In het vonnis van 10 oktober 2018 was overwogen dat de eiseres als grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten zou worden veroordeeld, terwijl het dictum aangaf dat de gedaagde in de proceskosten zou worden veroordeeld. Dit leidde tot verwarring en de gedaagde verzocht de rechtbank om deze fout te herstellen.
De rechtbank heeft de eiseres in de gelegenheid gesteld om op het verzoek tot herstel te reageren, maar de eiseres heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Na beoordeling van het verzoek heeft de rechtbank vastgesteld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke schrijffout die eenvoudig te herstellen was. In het herstelvonnis heeft de rechtbank bepaald dat de eerdere overweging in het vonnis van 10 oktober 2018 moet worden gewijzigd, zodat de eiseres in plaats van de gedaagde in de proceskosten wordt veroordeeld. Deze wijziging zal worden vermeld op de minuut van het oorspronkelijke vonnis.
De rechtbank heeft verder gelast dat partijen, voor zover zij dit nog niet hebben gedaan, de ontvangen grosse of het afschrift van het vonnis van 10 oktober 2018 aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.J.M. de Laat en openbaar gemaakt op 7 november 2018.