Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 december 2018 in de zaak tussen
Gedeputeerde Staten van Utrecht, verweerder
[derde-partij], te [woonplaats]
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 december 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de handhaving van de Verordening natuur en landschap provincie Utrecht 2017 (Vnl). De eisers, waaronder [eiseres 1], [eiseres 2] B.V., [eiseres 3] B.V. en [eiseres 4] B.V., hebben beroep ingesteld tegen een besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht, waarin hen werd gelast om diverse reclame-uitingen, zoals borden en spandoeken, te verwijderen. De rechtbank oordeelt dat de eisers niet-ontvankelijk zijn in hun beroep, omdat het dwangsombesluit specifiek gericht was aan [eiseres 1] als overtreder. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een concreet zicht op legalisatie van de overtredingen, en dat de opgelegde lasten onder dwangsom rechtmatig zijn. De rechtbank wijst het beroep van [eiseres 1] af en verklaart de andere eisers niet-ontvankelijk. De uitspraak benadrukt de strikte handhaving van de Vnl en de voorwaarden waaronder vrijstellingen kunnen worden verleend.