Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 september 2017;
- het proces-verbaal van comparitie van 4 mei 2018.
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
In de hoofdzaak
4.De beoordeling in conventie, in de hoofdzaak en in het incident
geldigheidof
aantastbaarheidvan de overdracht van de woning aan [voornaam van gedaagde sub 1] eveneens Nederlands recht van toepassing is. Deze overdracht heeft plaatsgevonden zeven maanden voor het overlijden van moeder en is een rechtshandeling die weliswaar verstrekkende gevolgen heeft voor de inhoud van de nalatenschap van moeder, maar op zichzelf los staat van de erfopvolging.
de provisionele vorderingvan [voornaam van eiser] toewijzen en [voornaam van gedaagde sub 1] veroordelen [voornaam van eiser] inzage te geven in alle bankafschriften van de rekeningen van moeder die zij nog van heeft. Het lijkt de rechtbank het meest praktisch als die inzage gefaciliteerd wordt doordat [voornaam van gedaagde sub 1] kopieën aan [voornaam van eiser] verstrekt. De rechtbank acht het niet noodzakelijk daaraan een dwangsom te verbinden, aangezien zij er van uitgaat dat [voornaam van gedaagde sub 1] ook zonder dwangsom hieraan zal voldoen. [voornaam van eiser] zal in de gelegenheid worden gesteld om zich, nadat hij de inzage/afschriften van de rekeningen heeft verkregen, nader uit te laten over de door hem gestelde onttrekkingen/overboekingen en over de vraag of en in hoeverre hij zijn vorderingen op dit punt handhaaft, waarna [voornaam van gedaagde sub 1] twee weken later een antwoordakte kan nemen.
5.Het geschil in voorwaardelijke reconventie
- een bedrag van € 20.000,-- (datum onbekend);
- een bedrag van € 25.000,-- op 22 februari 2007;
- een bedrag van € 15.000,-- op 18 oktober 2008;
- een bedrag van € 8.000,-- op 1 december 2009;
- een bedrag van € 6.500,-- op 4 mei 2009;
- een bedrag van € 3.000,-- op 1 februari 2008.
6.De beslissing
allebeschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;