ECLI:NL:RBMNE:2018:686
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot heropening van de verificatievergadering in faillissement
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 21 februari 2018 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 29 december 2017 was ingediend door de schuldeiser [verzoekster]. Het verzoek strekte tot heropening van de verificatievergadering of verbetering van het proces-verbaal van de verificatievergadering in het faillissement van [gefailleerde]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gefailleerde op 30 maart 2017 failliet was verklaard, met mr. C.P. Lunter als rechter-commissaris en mr. M.C.C. Ording als curator. De verificatievergadering vond plaats op 17 oktober 2017 en werd aangehouden tot 21 november 2017, waar de lijsten van erkende concurrente en preferente schuldeisers werden vastgesteld. [verzoekster] heeft betwist dat haar vordering correct was weergegeven in de processen-verbaal en heeft verzocht om heropening van de verificatie om haar vorderingen te laten verifiëren.
De rechtbank overweegt dat de verificatieprocedure in faillissement een snelle en doeltreffende afwikkeling van het faillissement beoogt. Het opnieuw houden van een verificatieprocedure is niet voorzien in de Faillissementswet. [verzoekster] heeft niet tijdig beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechter-commissaris, waardoor de rechtbank het verzoek tot heropening van de verificatievergadering afwijst. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de verzoeken tot verbetering van het proces-verbaal niet kunnen worden toegewezen, omdat de fouten niet eenvoudig te herstellen zijn en het verzoek in feite neerkomt op een beroep tegen de erkenning van vorderingen door de rechter-commissaris.
De rechtbank concludeert dat [verzoekster] geen redelijk belang heeft bij haar verzoeken, aangezien de kosten van een gedetailleerd onderzoek naar de vorderingen niet opwegen tegen de mogelijke wijziging in het uitdelingspercentage. De rechtbank wijst de verzoeken van [verzoekster] af.