AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling voor woninginbraak en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
Op 13 maart 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal en het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaar. De verdachte heeft op 10 september 2017 in Naarden een woninginbraak gepleegd, waarbij hij goederen van de aangeefster heeft weggenomen door middel van braak. Daarnaast had hij op 11 september 2017 harddrugs in zijn bezit, waaronder cocaïne en GHB.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, maar niet voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn initiatief om te stoppen met het gebruik van harddrugs en zijn inspanningen om zijn leven te stabiliseren. De rechtbank oordeelde dat de aard en ernst van de woninginbraak en de straffen die daarvoor doorgaans worden opgelegd, een hogere straf rechtvaardigen dan door de officier van justitie was gevorderd.
De rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en 2 en 10 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde. De verdachte is schuldig bevonden aan beide feiten, maar is vrijgesproken van enkele andere ten laste gelegde feiten wegens onvoldoende bewijs.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 13 november 2018, genummerd PL0900-2017278581, opgemaakt door politie Midden-Nederland, district Gooi en Vechtstreek, doorgenummerd pagina 1 tot en met pagina 72. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] , pagina 8.
3.een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] , pagina 9.
4.een proces-verbaal van sporenonderzoek, pagina 16.
5.een rapport DNA-onderzoek aan een referentiemonster van een verdachte, pagina 55 en 57.
6.een proces-verbaal van aanhouding, pagina 27 tot en met 29.
7.een proces-verbaal van bevindingen, pagina 23.
8.een kennisgeving van inbeslagneming, pagina 66 en 71.
9.een proces-verbaal van bevindingen, pagina 25.
10.een proces-verbaal van bevindingen, pagina 23 en 24.
11.een kennisgeving van inbeslagneming, pagina 66 en met 69.
12.een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 43.
13.een proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, pagina 44.
14.een rapport identificatie van veelvoorkomende drugs, pagina 48.
15.de verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 27 februari 2019.