ECLI:NL:RBMNE:2019:101
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van factuur en terugbetaling in reconventie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 6 februari 2019 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen twee besloten vennootschappen. De eiseres, een B.V. die fiscaal advies verleent, vorderde betaling van een factuur van € 3.937,34 van de gedaagde B.V. voor verleende diensten. De gedaagde B.V. betwistte de vordering en stelde dat zij al eerder voor dezelfde werkzaamheden had betaald. Tijdens de comparitie van partijen op 10 januari 2019 is de eiseres niet verschenen, waardoor zij haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres afgewezen.
In reconventie heeft de gedaagde B.V. een vordering ingediend tegen de eiseres, waarbij zij terugbetaling van € 6.102,44 eiste wegens fouten in de jaarrekeningen die door de eiseres waren opgesteld. De kantonrechter oordeelde dat de eiseres niet had gereageerd op de stellingen van de gedaagde B.V. en dat zij haar standpunt onvoldoende had onderbouwd. De kantonrechter heeft de gedaagde B.V. in het gelijk gesteld en de eiseres veroordeeld tot terugbetaling van € 3.000,- en € 3.102,44, evenals de proceskosten van de gedaagde B.V. De proceskosten in conventie werden begroot op € 956,- en in reconventie op € 450,-.