ECLI:NL:RBMNE:2019:1322

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 april 2019
Publicatiedatum
29 maart 2019
Zaaknummer
7368928 UC EXPL 18-13223
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van minderjarigen voor schoolboekenbestellingen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 3 april 2019, staat de aansprakelijkheid van een minderjarige voor de betaling van schoolboeken centraal. De eiseres, een besloten vennootschap, vorderde betaling van € 310,12 met rente en kosten van de gedaagde, die in 2015 de boeken had besteld. De gedaagde, geboren in 2000, was op het moment van de bestelling vijftien jaar oud en dus minderjarig. De gedaagde stelde dat haar vader verantwoordelijk was voor de betaling van de boeken, wat door de rechtbank werd bevestigd op basis van artikel 1:404 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel stelt dat ouders verplicht zijn om te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, waaronder schoolboeken vallen.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel de gedaagde zelf de boeken had besteld, dit niet automatisch betekende dat zij ook de betalingsverplichting op zich nam. Artikel 1:234 BW stelt dat een minderjarige rechtshandelingen kan verrichten mits met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger. De rechtbank concludeerde dat het gebruikelijk is dat minderjarigen van deze leeftijd zelf schoolboeken bestellen, maar dat dit niet impliceert dat zij ook verantwoordelijk zijn voor de betaling. De eiseres had geen bewijs geleverd dat de ouders van de gedaagde anderszins toestemming hadden gegeven voor de betalingsverplichting.

Daarom werd de vordering van de eiseres afgewezen, evenals de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten. De eiseres werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nul werden begroot. Dit vonnis benadrukt de bescherming van minderjarigen in contractuele verplichtingen en de rol van ouders in de financiële verantwoordelijkheden van hun kinderen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7368928 UC EXPL 18-13223 nig/1449
Vonnis van 3 april 2019
inzake
de besloten vennootschap
[eiseres] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders Groningen,
tegen:
[gedaagde],
eerder wonend in [woonplaats] en nu in [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.Beoordeling

1.1.
Deze zaak gaat over schoolboeken, die [gedaagde] in 2015 besteld heeft. [eiseres] vordert nu betaling daarvoor, namelijk € 310,12 met rente en kosten.
1.2.
In het dossier zitten de volgende stukken:
- de dagvaarding;
- het proces-verbaal van de rolzitting waar [gedaagde] verweer gevoerd heeft;
- de conclusie van repliek van [eiseres] .
[gedaagde] heeft de gelegenheid gekregen om nog eens te reageren, maar dat heeft zij niet gedaan.
1.3.
[gedaagde] is geboren in 2000. Toen zij de boeken bestelde, was zij vijftien jaar oud, en dus minderjarig. Volgens haar was haar vader verantwoordelijk voor de betaling van deze nota. Daar heeft zij gelijk in. Op grond van artikel 1:404 van het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn ouders verplicht om naar draagkracht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Schoolboeken horen daar zeker bij.
1.4.
[gedaagde] ontkent niet dat zij de boeken zelf besteld heeft. Dat wil zeggen dat zij zelf de overeenkomst met [eiseres] gesloten heeft. Dat mocht zij ook doen. In artikel 1:234 BW is het volgende bepaald:
1. Een minderjarige is, mits hij met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger handelt, bekwaam rechtshandelingen te verrichten, voor zover de wet niet anders bepaalt. (…)
3. De toestemming wordt aan de minderjarige verondersteld te zijn verleend, indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze zelfstandig verrichten.
1.5.
Het is niet ongebruikelijk dat een jongere van 15 zelf haar schoolboeken bestelt. Het spreekt echter niet vanzelf dat die jongere ook de bijbehorende betalingsverplichting op zich neemt. In beginsel zijn hun ouders verplicht om deze kosten te dragen. De meeste jongeren hebben ook niet zo veel inkomen dat zij dit soort lasten zelf kunnen betalen, en ouders geven hun wel vaak zakgeld en kleedgeld maar meestal geen boekengeld. Daarom mocht [eiseres] ervan uitgaan dat de ouders van [gedaagde] haar toestemming hadden gegeven om zelf de boeken te bestellen, maar niet zonder meer dat het de bedoeling was dat zij ook zelf de betalingsverplichting op zich nam. [eiseres] noemt geen omstandigheden waarom dat in dit geval anders zou zijn. Zij had de bestelling dus zo kunnen en moeten begrijpen dat [gedaagde] zelf de boeken bestelde, en dat haar ouders de betalingsverplichting op zich namen.
1.6.
De vordering zal daarom worden afgewezen. Dat geldt dan vanzelf ook voor de rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Omdat [eiseres] in het ongelijk gesteld wordt, zal zij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op nul.

2.Beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nul.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.O. Zuurmond, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 3 april 2019.