ECLI:NL:RBMNE:2019:1322
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van minderjarigen voor schoolboekenbestellingen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 3 april 2019, staat de aansprakelijkheid van een minderjarige voor de betaling van schoolboeken centraal. De eiseres, een besloten vennootschap, vorderde betaling van € 310,12 met rente en kosten van de gedaagde, die in 2015 de boeken had besteld. De gedaagde, geboren in 2000, was op het moment van de bestelling vijftien jaar oud en dus minderjarig. De gedaagde stelde dat haar vader verantwoordelijk was voor de betaling van de boeken, wat door de rechtbank werd bevestigd op basis van artikel 1:404 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel stelt dat ouders verplicht zijn om te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, waaronder schoolboeken vallen.
De rechtbank oordeelde dat, hoewel de gedaagde zelf de boeken had besteld, dit niet automatisch betekende dat zij ook de betalingsverplichting op zich nam. Artikel 1:234 BW stelt dat een minderjarige rechtshandelingen kan verrichten mits met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger. De rechtbank concludeerde dat het gebruikelijk is dat minderjarigen van deze leeftijd zelf schoolboeken bestellen, maar dat dit niet impliceert dat zij ook verantwoordelijk zijn voor de betaling. De eiseres had geen bewijs geleverd dat de ouders van de gedaagde anderszins toestemming hadden gegeven voor de betalingsverplichting.
Daarom werd de vordering van de eiseres afgewezen, evenals de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten. De eiseres werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nul werden begroot. Dit vonnis benadrukt de bescherming van minderjarigen in contractuele verplichtingen en de rol van ouders in de financiële verantwoordelijkheden van hun kinderen.