Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
beschikking van de enkelvoudige familiekamer
[de vrouw] ,
[de man] ,
Het procesverloop
Vaststaande feiten
- indien de vier vrije dagen van de man die volgen op zes dagen werken in het weekend vallen, verblijven de minderjarigen bij hem van vrijdagmiddag uit school tot zondag 18:00 uur;
- indien de man van vrijdag op zaterdag nachtdienst heeft, verblijven de minderjarigen van zaterdag 12:00 uur tot zondag 18:00 uur bij de man;
- twee weken tijdens de zomervakantie;
- één week tijdens de meivakantie of de herfstvakantie;
- de vrouw te verbieden met de minderjarigen naar [woonplaats 1] te verhuizen, althans de vrouw te bevelen om binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn met de minderjarigen te blijven/gaan wonen binnen een straal van 25 kilometer van de woonplaats van de man, de vrouw te verbieden de minderjarigen in te schrijven in de gemeentelijke registers in [woonplaats 1] en de minderjarigen uit te schrijven van hun school in [woonplaats 2] alsmede in te schrijven op een andere school, en
- subsidiair: indien de vrouw geen woning meer heeft in [woonplaats 2] , het hoofdverblijf van de minderjarigen tijdelijk te wijzigen in die zin dat zij hun hoofdverblijf bij de man krijgen tot het moment dat de vrouw weer in [woonplaats 2] woonachtig is.
Beoordeling van de zaak
- te bevelen dat de vrouw in de voorjaarsvakantie 2019 dient terug te verhuizen naar [woonplaats 2] , althans op/voor een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,-- per dag of dagdeel dat de vrouw in gebreke blijft om aan de te geven beschikking te voldoen, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom;
- de vrouw te veroordelen de bij beschikking van 17 augustus 2017 vastgestelde zorgregeling na te komen, waarbij de vrouw zorgt voor het halen en brengen van de minderjarigen, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,-- per dag of dagdeel dat de vrouw in gebreke blijft om aan de te geven beschikking te voldoen, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom;
- vervangende toestemming te verlenen om de minderjarigen:
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen
van de verhuizing voor het kind en de andere ouder te verzachten en/of te
compenseren;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de andere ouder en de minderjarigen op onverminderd contact met elkaar
in hun vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen de minderjarigen en de andere ouder voor en na de
verhuizing;
- de leeftijd van de minderjarigen, hun mening en de mate waarin zij geworteld zijn in hun
omgeving of juist gewend zijn aan verhuizingen;