ECLI:NL:RBMNE:2019:1826

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 mei 2019
Publicatiedatum
29 april 2019
Zaaknummer
7489946 UC EXPL 19-767
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van schoolboeken met rechtsverwerking door eerdere incassopogingen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 1 mei 2019, vordert de besloten vennootschap [eiseres] B.V. betaling van € 97,20 aan [gedaagde] voor schoolboeken die in de zomer van 2017 ingeleverd hadden moeten worden. [gedaagde] betwist de vordering en stelt dat hij de boeken wel heeft ingeleverd. Hij verwijst naar een bewijsstuk van een verzending op 26 juli 2017, maar dit bewijsstuk biedt geen duidelijkheid over de inhoud of bestemming van de verzending.

Daarnaast stelt [gedaagde] dat drie andere incassobureaus, waaronder GGN, eerder hebben geprobeerd de vordering te innen, maar dat GGN op 23 mei 2018 heeft medegedeeld het dossier te sluiten. De kantonrechter overweegt dat het sluiten van het dossier door GGN, in combinatie met de inhoudelijke bezwaren van [gedaagde], hem het recht geeft om te vertrouwen op de beëindiging van de vordering.

De kantonrechter concludeert dat [eiseres] niet kan terugkomen op de vordering, omdat [gedaagde] een legitieme reden had om te geloven dat de zaak gesloten was. De vordering wordt afgewezen, evenals de rente en de buitengerechtelijke incassokosten. [eiseres] wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] op nul worden begroot. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.O. Zuurmond, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7489946 UC EXPL 19-767 nig/1449
Vonnis van 1 mei 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap
[eiseres] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders Groningen,
tegen:
[gedaagde],
wonend in [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.Beoordeling

1.1.
Deze zaak gaat over schoolboeken, die [gedaagde] in de zomer van 2017 had moeten inleveren. [eiseres] vordert nu betaling daarvoor, namelijk € 97,20 met rente en kosten.
1.2.
In het dossier zitten de volgende stukken:
- de dagvaarding;
- het proces-verbaal van de rolzitting waar [gedaagde] verweer gevoerd heeft;
- de conclusie van repliek van [eiseres] .
[gedaagde] heeft de gelegenheid gekregen om nog eens te reageren, maar dat heeft hij niet gedaan.
1.3.
[gedaagde] heeft twee bezwaren. In de eerste plaats heeft hij de boeken wel ingeleverd, volgens hem. Hij heeft ook een bewijsstuk laten zien dat hij op 26 juli 2017 iets heeft verzonden bij [naam winkel] . De kosten daarvan waren € 6,95. Aan het bewijsstuk is niet te zien wat dat was en waar hij het heen gestuurd heeft, maar de datum klopt met de inleverdatum van de boeken en ook het bedrag zou best kunnen kloppen.
1.4.
In de tweede plaats hebben volgens [gedaagde] al drie andere incassobureaus geprobeerd de vordering te innen. GGN heeft hem op 23 mei 2018 bericht dat die in overleg met [eiseres] het dossier sloot.
1.5.
Als iemand een vordering wil incasseren en het lukt niet, dan wil dat niet automatisch zeggen dat hij het niet later opnieuw mag proberen. Zelfs als het dossier wordt gesloten, betekent dat niet per definitie dat het daarmee afgelopen is. In dit geval is het echter zo dat [gedaagde] een inhoudelijke reden had waarom hij vond dat hij deze vordering niet hoefde te betalen. Dat verhaal zou een goede reden zijn voor het sluiten van het dossier door GGN. GGN noemt ook geen andere reden (en [eiseres] nu ook niet). [gedaagde] mocht er daarom op vertrouwen dat de zaak gesloten was omdat de vordering niet terecht was, en hij mocht erop vertrouwen dat hij niet nog een keer hiermee lastig gevallen zou worden. Het is ook logisch dat [gedaagde] na zo’n bericht stopt met zoeken naar verder bewijs. Als [eiseres] daarna opnieuw begint, wordt [gedaagde] daardoor benadeeld in zijn bewijspositie.
1.6.
De vordering zal daarom worden afgewezen. Dat geldt dan vanzelf ook voor de rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Omdat [eiseres] in het ongelijk gesteld wordt, zal zij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op nul.

2.Beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op nul.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.O. Zuurmond, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2019.