ECLI:NL:RBMNE:2019:1826
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van schoolboeken met rechtsverwerking door eerdere incassopogingen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 1 mei 2019, vordert de besloten vennootschap [eiseres] B.V. betaling van € 97,20 aan [gedaagde] voor schoolboeken die in de zomer van 2017 ingeleverd hadden moeten worden. [gedaagde] betwist de vordering en stelt dat hij de boeken wel heeft ingeleverd. Hij verwijst naar een bewijsstuk van een verzending op 26 juli 2017, maar dit bewijsstuk biedt geen duidelijkheid over de inhoud of bestemming van de verzending.
Daarnaast stelt [gedaagde] dat drie andere incassobureaus, waaronder GGN, eerder hebben geprobeerd de vordering te innen, maar dat GGN op 23 mei 2018 heeft medegedeeld het dossier te sluiten. De kantonrechter overweegt dat het sluiten van het dossier door GGN, in combinatie met de inhoudelijke bezwaren van [gedaagde], hem het recht geeft om te vertrouwen op de beëindiging van de vordering.
De kantonrechter concludeert dat [eiseres] niet kan terugkomen op de vordering, omdat [gedaagde] een legitieme reden had om te geloven dat de zaak gesloten was. De vordering wordt afgewezen, evenals de rente en de buitengerechtelijke incassokosten. [eiseres] wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] op nul worden begroot. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.O. Zuurmond, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.