ECLI:NL:RBMNE:2019:2105

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 mei 2019
Publicatiedatum
10 mei 2019
Zaaknummer
7418702 UC EXPL 18-14244
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van reparatiekosten van een auto van de zaak door werknemer of werkgever

In deze zaak vordert de ANWB B.V. betaling van een factuur van € 199 voor hulp verleend aan een auto van de zaak, die eigendom is van de werkgever van de gedaagde. De gedaagde, die de ANWB heeft ingeschakeld voor de reparatie, heeft de factuur niet betaald en stelt dat deze naar zijn werkgever gestuurd had moeten worden. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde verantwoordelijk is voor de betaling, omdat hij de opdracht heeft gegeven voor de reparatie. De ANWB kon niet weten dat de gedaagde handelde namens zijn werkgever, en de gedaagde had dit vooraf duidelijk moeten maken. De kantonrechter wijst erop dat de werkgever de rekening ook zelf had kunnen betalen, en dat de ANWB buiten de relatie tussen de gedaagde en zijn werkgever staat. De gedaagde wordt veroordeeld om het bedrag van € 239,00 te betalen, inclusief wettelijke rente, en moet ook de proceskosten van de ANWB vergoeden, die in totaal op € 277,21 zijn begroot. Het vonnis is uitgesproken op 15 mei 2019.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7418702 UC EXPL 18-14244 nig/1449
Vonnis van 15 mei 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap
ANWB B.V.,
mede handelend onder de naam […] ,
gevestigd in Den Haag,
verder ook te noemen de ANWB,
eisende partij,
gemachtigde: A. Niekus en mr. E. Krom in Amsterdam,
tegen:
[gedaagde],
wonend in [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.Waar gaat de zaak over?

1.1.
Deze zaak gaat over hulp die de ANWB op verzoek van [gedaagde] heeft verleend. De ANWB heeft hem daarvoor in april 2017 een factuur gestuurd voor € 199.
1.2.
De auto waar het om ging was een auto van de zaak. Volgens [gedaagde] moest de factuur daarom gestuurd worden naar zijn werkgever, [bedrijfsnaam] B.V. Hij heeft de factuur niet betaald.
1.3.
In deze procedure vordert de ANWB van [gedaagde] betaling van dit bedrag, met rente en kosten. [gedaagde] heeft mondeling verweer gevoerd, en de ANWB heeft daarop schriftelijk gereageerd. [gedaagde] heeft daarop niet nog eens gereageerd. Het vonnis was gepland voor 1 mei 2019 maar is door omstandigheden een week uitgesteld.

2.Wat vindt de kantonrechter ervan?

2.1.
De ANWB heeft hulp verleend aan de auto waar [gedaagde] in reed, en die eigendom was van diens werkgever. De vraag is nu wie die hulp moet betalen. Volgens de ANWB is dat [gedaagde] , omdat hij het is die opdracht gegeven heeft voor de reparatie. Dat klopt. [gedaagde] heeft de ANWB ingeschakeld. Daardoor heeft hij met de ANWB een overeenkomst gesloten waarin hij opdracht gegeven heeft voor de reparatie. Dan is hij ook degene die de ANWB mag aanspreken op betaling. De ANWB weet immers niet wie de eigenaar van de auto is, en of die instemt met de opdracht.
2.2.
Dat zou anders kunnen zijn als [gedaagde] vooraf duidelijk gemaakt had dat hij die opdracht gaf namens zijn werkgever. De voorwaarde is dan wel dat de ANWB erop mocht vertrouwen dat [gedaagde] daarvoor de toestemming van zijn werkgever had. Mensen kunnen ten slotte niet zomaar overeenkomsten sluiten en de rekening naar een ander laten sturen.
2.3.
Wat wel mag, is dat iemand op eigen initiatief rekeningen van een ander betaalt. De werkgever had zelf de rekening kunnen betalen, ook al stond die op naam van [gedaagde] . Dan was er niets aan de hand geweest. Waarschijnlijk kon [gedaagde] de kosten ook declareren bij zijn werkgever. In elk geval is dat iets tussen hem en zijn werkgever; de ANWB staat daarbuiten.
2.4.
[gedaagde] heeft dus ten onrechte niet betaald. Hij zal dat nu alsnog moeten doen, met de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de factuur.
2.5.
De ANWB vordert een vergoeding van € 40 voor buitengerechtelijke incassokosten. Zij heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van de wet. Het bedrag klopt ook met de tarieven van het Besluit. Dit kan daarom worden toegewezen.
2.6.
Omdat [gedaagde] ongelijk krijgt wordt hij ook veroordeeld om de proceskosten van de ANWB te vergoeden. Die proceskosten worden begroot op:
- dagvaarding € 84,21
- griffierecht € 121,00
- salaris gemachtigde €
72,00(2 punten x tarief € 36,00)
Totaal € 277,21

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan de ANWB € 239,00 te betalen met de wettelijke rente daarover zoals bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek vanaf de vervaldatum van de factuur tot de betaling;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de ANWB, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 277,21, waarvan € 72,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Slootweg, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2019.