Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.1. Verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de zijde van de man, ingekomen ter griffie op 5 december 2018;
- het verweerschrift van de zijde van de vrouw, ingekomen ter griffie op 8 februari 2019;
- de incidentele vordering ex artikel 843a Rv van de zijde van de man, ingekomen ter griffie op 5 maart 2019;
- de producties 6 tot en met 17 van de zijde van de vrouw, ingekomen ter griffie op 22 maart 2019.
2.Vaststaande feiten
3.Verzoek en verweer
primairde vrouw te veroordelen in de werkelijke proceskosten, die de man voor de onderhavige procedure heeft gemaakt en nog zal moeten maken, vermeerderd met de wettelijke rente over deze proceskosten vanaf de vijftiende dag na de dag van de in deze te wijze beschikking tot aan de dag der algehele voldoening;