ECLI:NL:RBMNE:2019:2376

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 mei 2019
Publicatiedatum
29 mei 2019
Zaaknummer
C/16/477627 / KG ZA 19-177
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht gediskwalificeerd triatleet in kort geding tegen Nederlandse Triathlon Bond en World Triathlon Corporation

In een kort geding heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 mei 2019 uitspraak gedaan in de zaak van triatleet Els Visser, die onterecht was gediskwalificeerd door de wedstrijdleiding van Ironman Maastricht 2018 en de Nederlandse Triathlon Bond (NTB). Visser had op 5 augustus 2018 deelgenomen aan de Ironman Maastricht, waar zij de wedstrijd won en werd uitgeroepen tot Nederlands kampioen lange afstand. Echter, eind september 2018 ontving zij een e-mail van de organisatie waarin stond dat zij was gediskwalificeerd omdat zij een boei had gemist tijdens het zwemmen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de organisatie niet volgens haar eigen reglementen had gehandeld, aangezien er niet binnen de voorgeschreven termijn van vijf minuten na de finish een protest was ingediend. Bovendien was de organisatie niet transparant in haar besluitvorming en had zij geen hoor- en wederhoor toegepast. De voorzieningenrechter concludeerde dat de diskwalificatie onterecht was en dat Visser recht had op het prijzengeld en de titel van Nederlands kampioen. De rechter schorste de besluiten tot diskwalificatie en wees Visser voorlopig aan als winnaar van de Ironman Maastricht 2018 en het Nederlands kampioenschap lange afstand.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/477627 / KG ZA 19-177
Vonnis in kort geding van 29 mei 2019
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats ] ,
eiseres,
advocaat: mr. M.I. van Dijk,
tegen
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
NEDERLANDSE TRIATHLON BOND,
gevestigd te Nieuwegein,
gedaagde sub 1,
advocaat: mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen,
2. vennootschap naar buitenlands recht
WORLD TRIATHLON CORPORATION,
gevestigd te Tampa, Florida, Verenigde Staten van Amerika,
gedaagde sub 2,
advocaten: mr. A.A.H.J. Huizing en mr. M.P.R. Sardjoe.
Eiseres zal hierna [eiseres] genoemd worden. Gedaagde sub 1 zal NTB en gedaagde sub 2 zal Ironman worden genoemd. Gezamenlijk zullen NTB en Ironman gedaagden worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord van NTB;
  • de exceptie van onbevoegdheid tevens conclusie van antwoord van Ironman;
  • de brief van [eiseres] van 13 mei 2019 met aanvullende producties;
  • de mondelinge behandeling waarvan aantekeningen zijn gehouden;
  • de pleitnota van [eiseres] ;
  • de pleitnota van Ironman.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is een professioneel triatleet die wereldwijd deelneemt aan wedstrijden, waaronder de wedstrijden georganiseerd door Ironman.
2.2.
De NTB is de overkoepelende triatlonbond in Nederland. [eiseres] is, via een licentie en via het lidmaatschap van haar vereniging [vereniging] , lid van de NTB. De NTB is op haar beurt lid van de International Triathlon Union (hierna: ITU)
2.3.
Ironman is (mede) organisator van triatlonwedstrijden over de hele wereld.
2.4.
Om aan wedstrijden van Ironman te kunnen deelnemen, heeft [eiseres] met Ironman een overeenkomst gesloten. [eiseres] heeft op 12 maart 2018 de ‘Waiver Agreement Annual Professional Membership Registration’ (hierna: Waiver) (digitaal) ondertekend. In de Waiver is – voor zover hier van belang – op genomen:
“ANTI-DOPING PROGRAM ACKNOWLEDGMENT & RELEASE OF LIABILITY WAIVER
You (“Athlete”) hereby acknowledge, understand, and agree to the following (collectively, the “Agreement”):
Definitions. As used herein:
(…)
“Competition/Conduct/Anti-Doping Rules” means the Anti-Doping Rules (as defined above), together with Organizer’s “Competition Rules,” and “Professional Athlete Code of Conduct”; each of which is accessible under the domain www.ironman.com, and each as may be amended from time to time and at any time without notice to the Athlete other than, as the case may be, posting of amendments under the domain www.ironman.comor as published on WADA’s website under the domain www.wada.ama.org.
(…)
GeneralPersonal Responsibility of Athlete
(i) Athlete acknowledges that he/she has read, fully understands, and voluntarily consents to each of the Competition/Conduct/Anti-Doping Rules, all of which are incorporated by reference into this Agreement as if set forth fully herein. (…)
(ii) Athlete is responsible for personally knowing and complying with, and Athlete agrees to at all time comply fully with, all Competition/Conduct/Anti-Doping Rules.
(…)
Other Disputes. All other disputes (whether in contract, tort, or otherwise), including, without limitation, any questions regarding issues of fault, liability, negligence, contributory negligence, damages, jurisdiction, or the existence, scope, validity, performance, interpretation, or termination of this Agreement, will be determined by binding arbitration as the sole remedy to all matters in dispute, administered by the American Arbitration Association in accordance with the then applicable arbitration rules as interpreted and governed by the Florida Arbitration Code. (…) This Agreement will be governed by, and construed in accordance with, the laws of the State of Florida, without giving effect to any choice-of-law or conflict-of-law rules or principles that would result in the application of the laws of any other jurisdiction (…) No waiver by Organizer of any of the terms of this Agreement or the Competition/Conduct/Anti-Doping Rules will be effective unless such waiver is in a writing signed by Organizer.”
2.5.
Op 5 augustus 2018 vond de editie Ironman Maastricht plaats. Deze editie betrof een hele triatlon die bestaat uit 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42,195 kilometer hardlopen.
2.6.
De NTB heeft besloten dat de Ironman Maastricht ook het Nederlands Kampioenschap (hele) triatlon 2018 (hierna: NK) zou behelzen. De eerste Nederlander/Nederlandse in de einduitslag van Ironman Maastricht zou worden aangewezen als Nederlands Kampioen lange afstand. Er was sprake van een wedstrijd (NK) binnen een wedstrijd (Ironman Maastricht).
2.7.
Op Ironman Maastricht zijn de Ironman Competition Rules 2018 van toepassing. Daarin is – voor zover hier van belang – opgenomen:

Article I. INTRODUCTION TO COMPETITION RULES
(…)
Section 1.03RACE PERSONNEL DEFINITIONS
(…)
(c) “Head Referee” is the person appointed by IRONMAN to be in charge of rule enforcement for the Race;
(…)
(e) “Race Officials” are each person appointed by IRONMAN to manage and/or supervise the Event; and
(f)”Race Referees” are the Head Referee and each person appointed by the Head Referee to enforce rules for the Race.
(…)
Article II. CONDUCT OF ATHLETES
Section 2.01GENERAL BEHAVIOR
Each athlete must:
(…)
(d) Obey traffic regulations and instructions from Race Officials;
(…)
(m) Follow the prescribed course. It is the athlete’s responsibility to know the course. Athletes must cover the prescribed course in its entirety. Failure to do so will result in adisqualification.
(…)
Section 2.02ASSISTANCE
(a)Assistance provided by Race Referees or Race officials (including official Event volunteers) is allowed but such assistance is limited to: providing drinks, nutrition, mechanical and medical assistance, and other necessary assistance (as may be approved by the Event Director or Head Referee).
(…)
Section 3.06RIGHT OF PROTEST OR APPEAL
(a)The athlete’s right to protest or appeal, if any, will be governed and handled by the Event’s sanctioning body, and/or the competition rules of the relevant National Federation, provided, however, that if no formal process exists for the applicable National Federation then IRONMAN may elect to handle protests and appeals for such Event in a manner that is substantially similar to the process set forth by the then-current International Triathlon Union Competition Rules;
(b)No protest may be filed with respect to matters which were observed by or previously ruled upon by a Race Referee. No person may file a protest which requires a judgment call. A “judgment call,” as used in these Competition Rules, means the resolution of a dispute involving one or more material facts that cannot be determined with certainty solely through the production of tangible physical evidence. The term “judgment call” shall include but shall not be limited to a resolution of:
(i) any purported violation of the cycling position foul rules (including alleged drafting violations);
(ii) allegations of blocking, obstruction, or interference; or
(iii) allegations of unsportsmanlike conduct.
(…)
Article IV. SWIM CONDUCT
Section 4.01GENERAL
(…)
(i) It is the sole responsibility of each athlete to know and follow the prescribed swimming course. No adjustments in times or results will be made, for any reason whatsoever, for athletes who fail to follow the proper course;
(…)
Article X. RACE OFFICIATING
Section 10.01POWERS OF THE HEAD REFEREE
The Head Referee has the power to:
(a) To interpret and enforce the Competition Rules and any other regulations or
policies of IRONMAN;
(…)
(c) To enforce the Competition Rules and impose penalties for violations of the Competition
Rules;
(d) To make decisions with respect to any Race-related situation before, during,
and/or after the Race (including situations not specifically covered in the
Competition Rules);
(…)
(f) To overrule any Judge, Marshal, or other Race Official on any point of
interpretation of the Competition Rules
(…)
(h) To establish all aspects of protest procedures (including the time and place of
hearing, to impose sanctions for noncompliance with established procedures and to assess penalties in accordance with the resolution of any protests.
(…)
APPENDIX A: Common Competition Rule Violations and Penalties
(…)
*SUMMARY OF GENERAL COMPETITION RULES PENALTIES
(…)
Failure to follow the prescribed course DSQ.
(…)”.
2.8.
[eiseres] heeft voor de wedstrijd van Ironman Maastricht ook de Athlete Guide Ironman Maastricht ontvangen. Daarin is – voor zover hier van belang – opgenomen:

Resultaten
Een complete lijst met resultaten wordt op maandag, na de race, om 11:00 uur gepubliceerd tijdens de Awards Party. Om de definitieve resultaten te bepalen vindt er een sessie plaats met een speciaal comité op de dag na de race tussen 10:00 en 10:30 uur. Dit zal op dezelfde plaats zijn waar de Award Ceremonie gehouden wordt.
Het comité bestaat uit de volgende personen:
  • De Race Director van de betreffende race, of een afgevaardigde
  • De hoofdscheidsrechter of een afgevaardigde
  • Een persoon met de kwalificatie van de rechterlijke macht
Het comité bepaalt of de resultaten onderhevig zijn aan de definitieve resultaten van de dopingtest. Het is alleen mogelijk om in bezwaar te gaan tijdens de award ceremonie.
Na de race zullen alle uitslagen gepubliceerd worden op www.ironman.com/Maastricht.”
2.9.
Het wedstrijdreglement van de NTB is (grotendeels) gelijk aan het wedstrijdreglement van het ITU in een Nederlandse vertaling. In het wedstrijdreglement van de NTB is – voor zover hier van belang – opgenomen:

2 REGELS VOOR DEELNEMERS
2.1
Algemeen gedrag
a.
a) Aan Triathlons en andere onder de ITU vallende gerelateerde multisporten nemen veel atleten deel. (…) Deelnemers moeten:
(…)
(iv) Zich aan de verkeersregels en instructies van officials en vrijwilligers houden;
(…)
(xiii) Het voorgeschreven parcours volgen.
(…)
4 ZWEMREGELS
4.1
Algemene regels:
(…)
b) Deelnemers moeten zich aan het voorgeschreven zwemtraject houden.
(…)
12. BEZWAAR / PROTEST
12.1
Algemeen:
a) Bezwaar kan worden gemaakt tegen gedrag van een deelnemer, (…). Een deelnemer of een bondsafgevaardigde kan bezwaar maken bij de RR(wedstrijdleider, toevoeging voorzieningenrechter)
, op voorwaarde dat het bezwaar niet eerder door de TO’s(Technische Officials, toevoeging voorzieningenrechter)
is bezien en beoordeeld door de RR.
(…)
12.4
Bezwaar met betrekking tot de wedstrijd
a) Een deelnemer uit de Elite-, U23-, Jeugd-, of Juniorencategorie die bezwaar aantekent tegen een andere atleet of tegen een official, dient dit binnen 5 minuten na zijn/haar finish kenbaar te maken aan de RR. Indien een bezwaar binnen deze tijdspanne is ingediend, dan wordt de limiet met 15 minuten verlengd.
(…)
12.6
Bezwaar met betrekking tot tijdwaarneming en resultaten:
a) Een bezwaar tegen een fout in de resultaten, wanneer die niet overeenkomen met de besluiten van de RR of de wedstrijdjury tijdwaarneming kan schriftelijk door de nationale bond of de atleet bij de TD(Technical Delegate, toevoeging voorzieningenrechter)
van de ITU binnen dertig (30) dagen na de wedstrijd worden ingediend.
(…)
12.8
Bezwaarprocedure:
a.
a) De volgende procedure moet worden gevolgd in geval van bezwaar:
(…)
(iii) Degene die bezwaar maakt, de beschuldigde en/of hun bondsafgevaardigde moeten aanwezig zijn. (…)
(iv) Indien een partij niet bij de bezwaarzitting aanwezig is, kan de protestjury een beslissing nemen zonder die partij;
(…)
(ix) Degene die bezwaar maakt en de beschuldigde krijgen voldoende tijd om hun versie van het incident toe te lichten;
(x) Voor elke partij mogen twee (2) getuigen drie (3) minuten lang spreken;
(…)
12.9
Herziening van de resultaten
a.
a) Nationale Federaties, Continentale Confederaties of de ITU kan vragen de uitslagen te herzien op grond van nieuw bewijs. Dit verzoek wordt gericht aan de Technische Commissie van de ITU, die zal besluiten of een zaak om de uitslagen te herzien zal worden gestart.
(…)
e) Tegen besluiten van de Technische Commissie van de ITU inzake herziening van uitslagen kan beroep worden aangetekend (Level 2 Beroep).

13.BEROEP

13.1
Beroepsrechtsbevoegdheid:
a) Een beroep is een verzoek tot herziening van een besluit van een RR (Niveau 1), of van een wedstrijdjury of ITU panel (Niveau 2), of van de Medische en Anti-doping Commissie van de ITU als het gaat om geschiktheid (Niveau 3), of van het Arbitrage Tribunaal van de ITU (Niveau 3).
(…)
13.7
Niveau 2 Beroepsprocedure:
a.
a) In het geval van een beroep op Niveau 2 wordt de volgende procedure gevolgd:
(i) Tegen een beslissing van een wedstrijdjury of een ITU panel (behalve het ITU AD Hearing Panel) kan beroep worden ingesteld bij het Arbitrage Tribunaal van de ITU.
(ii) Slechts een beroep dat door de nationale bond wordt onderschreven kan worden toegelaten.
(iii) een beroep kan tot 30 dagen nadat de wedstrijdjury samen is gekomen of nadat de beslissing is genomen door de jury of het panel, worden ingediend.”
2.10.
[eiseres] heeft aan Ironman Maastricht (en dus ook aan het NK) deelgenomen. [eiseres] heeft aan het einde van het zwemparcours, net als [A] (hierna: [A] ), een boei gemist en daardoor niet het volledige zwemparcours afgelegd.
2.11.
[eiseres] won Ironman Maastricht. Er zijn voorafgaand aan de Award Ceremonie geen protesten tegen [eiseres] ingediend. [eiseres] is op 6 augustus 2018 uitgeroepen tot winnaar van Ironman Maastricht en tot Nederlands Kampioen triatlon lange afstand.
2.12.
Bij e-mail van 3 september 2018 bericht de NTB [eiseres] dat er op 20 augustus 2018 een protest tegen [eiseres] (en [A] ) is ingediend door [B] , omdat [eiseres] niet het volledige zwemparcours heeft gevolgd. Nadien hebben [C] en [D] een zelfde protest ingediend. De NTB heeft deze atleten niet-ontvankelijk verklaard omdat de protesten niet tijdig – namelijk niet binnen 5 minuten na de finish zoals is bepaald in artikel 12.4 van het wedstrijdreglement van de NTB – zijn ingediend. Daarnaast schrijft de NTB dat zij vanwege nieuw bewijs (videobeelden), op grond van artikel 12.9 van het wedstrijdreglement, een verzoek tot herziening van de uitslag heeft ingediend bij de Technische Commissie van de ITU.
2.13.
Bij e-mail van 17 september 2018 heeft de Technische Commissie van de ITU [eiseres] bericht dat Ironman Maastricht niet als wedstrijd is erkend door de ITU en zij daarom geen beslissing neemt op protesten. De Technische Commissie van de ITU geeft twee alternatieven aan in haar e-mail:
“1.If the event is a National Level event, the appeal to the competition jury should be done by the NF, if the event is recognised by the Dutch National federation.
2. If the event is international, it should be WTC the one who deals with the appeal. I do not know what kind of appeal body or procedure should be followed.”.
2.14.
Op 21 september 2018 ontvangt [eiseres] van hoofdscheidsrechter (‘Head Referee’) de heer [E] (hierna: [E] ), een e-mail. [E] schrijft [eiseres] :

Irrefutable evidence indicating you failed to complete the entire swim course at the 2018 IRONMAN Maastricht has been submitted to the Dutch Federation on August 18.
After review by the Dutch Federation and subsequently the ITU, the Dutch Federation directed IRONMAN to reconcile this situation on Sept. 18.
Therefore, per IRONMAN Competition Rule 2.01 (m) (see below) your result, effective immediately, will be changed to a disqualification: (…)
IRONMAN has no evidence to support that your navigational error was intentional. Therefore, it is our assumption that your navigational error was an unintentional mistake.”
2.15.
Bij e-mails van 22 en 23 september 2019 heeft [eiseres] Ironman verzocht om nadere onderbouwing van het besluit tot diskwalificatie, heeft [eiseres] aangeboden haar visie kenbaar te maken en gevraagd naar de mogelijkheden om tegen het besluit in beroep te gaan.
2.16.
Bij e-mail van 26 september 2018 reageert Ironman en schrijft [E] :
“The IRONMAN Competition Rules specify that it is the athlete’s responsibility to know the course and mandate disqualification for athletes proven to have failed to complete the entire course.
IRONMAN has ample evidence indicating with certainty that Ms. [eiseres] failed to complete the entire swim course during IRONMAN Maastricht including but not limited to: a video feed indicating Ms. [eiseres] failed to complete the entire swim course, a news report in which [eiseres] acknowledges failing to complete the entire swim course, and an admission from the athlete swimming with her, that she ( [A] ) failed to complete the entire swim course.
Therefore, considering the evidence and applying the rules correctly, Ms. [eiseres] has been disqualified from the 2018 IRONMAN Maastricht.
Does Ms. [eiseres] dispute failing to complete the entire swim course?”
2.17.
In reactie op de e-mail van Ironman reageert [eiseres] diezelfde dag. [eiseres] geeft daarin haar visie op de gebeurtenissen weer, namelijk dat zij een boei heeft gemist omdat zij, conform artikel 2.01 sub d, een instructie heeft opgevolgd van een persoon in een boot van de organisatie. [eiseres] schrijft dat deze persoon haar erop wees dat zij [A] diende te volgen en rechtstreeks naar de finish moest zwemmen. Verder schrijft [eiseres] :

Race director Mr. [F] mentioned this incident in a personal, informal talk, and told us that they saw what happened but had decided to not sanction this violation.
(…)
We hope that this information provides you with some nuances which makes you to reconsider your decision. We would like to know if and what is needed to follow a specific appeal procedure or that we could proceed via direct e-mail.
Please note that we do not agree with your decision(s). Till your decision of 21th September, we were not informed about the claim and your ‘evidence’, so please send us this information.”
2.18.
Eveneens op 26 september 2018 ontvangt [eiseres] van de NTB een e-mail waarin de NTB schrijft dat zij [eiseres] titel van Nederlands Kampioen lange afstand 2018 moet afnemen, vanwege de diskwalificatie van [eiseres] door Ironman.
2.19.
Op 2 oktober 2018 schrijft de NTB [eiseres] dat zij geen Nederlands Kampioen lange afstand kan zijn, omdat zij, na de diskwalificatie door Ironman, niet in de uitslagenlijst van Ironman Maastricht voorkomt.
2.20.
Ironman licht in haar e-mail van 3 oktober 2018 haar besluit nader toe:

I understand your explanation of [eiseres] ’ point of view.
However, relative to this specific incident and per the applicable rules, [eiseres] was entirely responsible for knowing the swim course. On-water support is present primarily for safety and cannot be relied upon when asked for directions. Based on evidence that I’ve considered, my determination is that [eiseres] incorrectly chose to follow [A] to the swim exit, missing the final swim buoy in the process.
(…)
Therefore, and since IRONMAN has been directed to reconcile this issue, our decision will stand as is. Furthermore, IRONMAN has no mechanism in place for additional appeal. Therefore, IRONMAN considers this case closed.”
2.21.
In reactie op e-mails van (de gemachtigde van) [eiseres] schrijft Ironman op 30 januari 2018:

We have reviewed the documentation you have provided, in detail, and conclude that what has been presented to IRONMAN does not provide cause to overturn our decision to disqualify Ms. [eiseres] for failing to complete the entire swim course at the 2018 IRONMAN Maastricht.
As previously stated by IRONMAN, we will consider direction from the Dutch Triathlon Federation should they present new information and direction to this matter.”
Op 15 februari 2018 schrijft Ironman vervolgens:
“ [E] and I aligned on our final decision that was presented to you in an e-mail on January 29th, 2019.
In regards to the Dutch Triathlon Federation, there has been no further discussions with them regarding this matter. [E] was simply stating that if you wanted to pursue further action regarding the ruling, the next step in the process would be to reach out to the National Federation as our decision is final at this time. We have not spoken to them about this matter but certainly you are free to reach out to them.”.
2.22.
Daaraan voorafgaand heeft de NTB op 11 februari 2019 nog het volgende aan [eiseres] geschreven:
“(…) De rol van de vrijwilliger in de kayak lijkt nu cruciaal te worden in jullie betoog. (…) Jullie hebben de naam van de betreffende vrijwilliger opgevraagd bij Extraleisure, de organiserende partij in deze. Zij hebben aangegeven dit uit bescherming van deze persoon niet te willen doen. Ik heb dat bij hen nagevraagd en dat is inderdaad hun standpunt. Als NTB kunnen we ons daar wel in vinden, hetgeen gebeurd is lijkt ons bovendien vooral een zaak van de betreffende officials, wedstrijdleider, de atleet zelf, zwemcoördinator etc. En niet die van deze goedwillende vrijwilliger die feitelijk voor de veiligheid van de atleten meevaart. Als NTB zullen we daarom geen druk zetten bij Extraleisure om deze naam vrij te geven. (…)”.
3. Het geschil
3.1.
[eiseres] vordert bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
( i) schorsing van het besluit tot diskwalificatie van [eiseres] door Ironman en de NTB totdat daarover in een aanhangig te maken bodemprocedure onherroepelijk is beslist door de bodemrechter;
(ii) Ironman te gebieden om [eiseres] (voorlopig) aan te wijzen als winnaar van de Ironman Maastricht 2018, op straffe van een dwangsom van € 100.000,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, bij overtreding van dit gebod, en Ironman te veroordelen tot betaling van het prijzengeld van $ 12.000,00 binnen 14 dagen na betekening van het vonnis;
(iii) de NTB te gebieden [eiseres] (voorlopig) aan te wijzen als winnaar van het Nederlands Kampioenschap lange afstand 2018, op straffe van een dwangsom van € 100.000,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, bij overtreding van dit gebod, en de NTB te veroordelen tot betaling van het prijzengeld binnen 14 dagen na betekening van het vonnis;
(iv) veroordeling van Ironman in de kosten van de vertaling van de dagvaarding, zijnde € 1.049,90;
( v) veroordeling van Ironman in de kosten van uitreiking van de dagvaarding aan de Amerikaanse instanties, vast te stellen op $ 95,00;
(vi) Ironman en de NTB te veroordelen in de proceskosten, waaronder salaris advocaat en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf acht dagen na de datum van het vonnis.
3.2.
Ironman en de NTB voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid: arbitrage op grond van de Waiver?
4.1.
De eerste vraag die moet worden beantwoord is of de voorzieningenrechter bevoegd is om kennis te nemen van het geschil. [eiseres] heeft aangevoerd dat dit zo is, omdat de NTB statutair gevestigd is binnen het arrondissement van de Rechtbank Midden-Nederland. Nu de voorzieningenrechter ten aanzien van de NTB bevoegd is, is zij dat op grond van artikel 7 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) ook ten aanzien van Ironman.
4.2.
Ironman heeft zich hiertegen verweerd en aangevoerd dat de voorzieningenrechter, op grond van artikel 1074 Rv, onbevoegd is om van het geschil kennis te nemen. Ironman en [eiseres] zijn namelijk overeengekomen dat alle geschillen door middel van arbitrage moeten worden beslecht door de American Arbitration Association in overeenstemming met de Florida Arbitration Code, te Tampa, Florida, Verenigde Staten van Amerika. Omdat een beslissing in arbitrage tijdig kan worden verkregen, kan de bevoegdheid van de voorzieningenrechter ook niet worden gebaseerd op artikel 1074d Rv.
4.3.
De NTB heeft aangevoerd dat zij alleen maar is gedagvaard om bevoegdheid ten aanzien van Ironman te creëren. [eiseres] maakt hierdoor misbruik van procesrecht. Verder dient de overeenkomst tussen [eiseres] en Ironman te worden gevolgd, nu de NTB zich heeft geconformeerd aan de besluitvorming van Ironman.
4.4.
De voorzieningenrechter stelt allereerst vast dat er (ook) een geschil bestaat tussen [eiseres] en de NTB. Dit geschil ziet op het afnemen van [eiseres] titel van Nederlands Kampioen lange afstand door de NTB. De NTB heeft dit besluit genomen nadat Ironman [eiseres] heeft gediskwalificeerd. De NTB heeft zodoende een zelfstandig besluit genomen, namelijk het besluit tot overname van het besluit van Ironman, hetgeen feitelijk afname van de titel van Nederlands Kampioen lange afstand inhoudt. [eiseres] vecht in onderhavige procedure (onder andere) dit besluit van de NTB aan. De voorzieningenrechter is bevoegd van de vorderingen jegens NTB kennis te nemen, omdat de NTB statutair is gevestigd te Nieuwegein.
4.5.
Vanwege de bevoegdheid in het geschil tegen de NTB, komt de voorzieningenrechter, op grond van artikel 7 lid 1 Rv, in beginsel ook rechtsmacht toe ten aanzien van Ironman. Tussen de vorderingen tegen Ironman en de NTB bestaat een zodanige samenhang dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen. De beslissingen van Ironman en de NTB zijn gebaseerd op hetzelfde feitencomplex. Uit hun verklaringen en uit de overgelegde correspondentie (zie onder meer hiervoor onder r.o. 2.21) kan ook worden opgemaakt dat zowel Ironman als de NTB hun genomen besluit afhankelijk stelt van het besluit en/of nieuwe aanwijzingen of informatie van de ander. Ironman heeft, ondanks het bestaan van samenhang, echter aangevoerd dat artikel 7 lid 1 Rv geen toepassing vindt. Ironman heeft met [eiseres] een overeenkomst (de waiver) heeft gesloten waarin is opgenomen dat alle geschillen tussen partijen door middel van arbitrage moeten worden beslecht. [eiseres] heeft betwist dat onderhavig geschil onder de reikwijdte van het arbitragebeding valt. De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
4.6.
Ironman baseert haar stelling dat onderhavig geschil door middel van arbitrage moet worden beslecht op de laatste alinea van de waiver (zie r.o. 2.4). De voorzieningenrechter ziet in de tekst van de waiver of in de stellingen van Ironman hieromtrent, geen aanleiding voor de conclusie dat het besluit tot diskwalificatie onder de reikwijdte van het daar beschreven arbitragebeding valt. De titel van de waiver luidt
“Anti-doping program acknowledgment & release of liability waiver”. De waiver is derhalve gericht op (geschillen op het gebied van) doping(overtredingen) en kwesties van aansprakelijkheid. De tekst van de waiver heeft verder tot aan de laatste paragraaf uitsluitend betrekking op het anti-doping programma en geschillen daaromtrent. Uit de tekst in de laatste paragraaf, onder ‘Other Disputes’, blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet dat kernbeslissingen in sportwedstrijden (zoals onderhavige diskwalificatie) onder het daar genoemde arbitragebeding vallen. Ironman heeft onvoldoende aangevoerd voor een andere conclusie. Dat, zoals zij stelt, dit blijkt uit de omstandigheid dat het begrip “
Competition Rules” in de waiver wordt gedefinieerd, volgt de voorzieningenrechter niet.
4.7.
Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat door Ironman ook niet aannemelijk is gemaakt dat de gevraagde beslissing tijdig in arbitrage verkregen kan worden, zoals artikel 1074d Rv voorschrijft. Uit de memo van de vestiging van de advocaten van Ironman in Florida, waarin staat geschreven dat arbitrage op grond van het toepasselijke civiele recht zogenaamde Temporary Restraining Orders binnen enkele dagen en zogenaamde Preliminary Injunctions binnen enkele weken kunnen worden verkregen, kan dit niet zonder meer worden afgeleid. De waiver bevat hierover geen nadere informatie, zodat niet zonder meer aangenomen kan worden dat geschilbeslechting door arbitrage voldoende waarborgen biedt om in deze zaak tijdig (binnen een periode (vrijwel) gelijk aan de duur van deze kortgedingprocedure) een beslissing te verkrijgen. Dit standpunt wordt ondersteund door hetgeen ter zitting is besproken, namelijk dat het mogelijk is dat in arbitrage het, in het Nederlands opgestelde, wedstrijdreglement van de NTB dient te worden toegepast. Dat brengt in ieder geval met zich mee dat het niet in de lijn der verwachtingen ligt dat een Amerikaanse arbiter op grond van de toepasselijke reglementen op korte termijn een beslissing kan geven.
4.8.
Het beroep van Ironman op artikel 1074 Rv en 1074d Rv slaagt dus niet. De voorzieningenrechter is daarom, op grond van artikel 7 lid 1 Rv, ook bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen ingediend tegen Ironman.
Spoedeisend belang
4.9.
Bij de beoordeling van het geschil wordt het volgende vooropgesteld. Artikel 254 lid 1 Rv bepaalt dat in alle spoedeisende zaken waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, de voorzieningenrechter bevoegd is deze te geven.
4.10.
[eiseres] heeft gesteld dat Ironman en de NTB het besluit tot diskwalificatie en het afnemen van haar titel van Nederlands Kampioen lange afstand hebben genomen zonder reglementaire grondslag en op onjuiste gronden. [eiseres] lijdt daardoor schade, omdat zij bij andere wedstrijden geen of minder startgeld ontvangt en het verder een negatieve invloed heeft op onder meer sponsordeals en haar reputatie.
4.11.
Gedaagden hebben aangevoerd dat niet is gebleken dat er sprake is van onoverkomelijke reputatieschade, mislopen van inkomsten of dat [eiseres] door de besluiten wordt gehinderd in haar beroep als atlete. Eventueel eerherstel kan plaatsvinden indien in een bodemprocedure mocht komen vast te staan dat Ironman [eiseres] ten onrechte heeft gediskwalificeerd en de NTB de titel van Nederlands Kampioen lange afstand ten onrechte van [eiseres] heeft afgenomen.
4.12.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat sprake is van spoedeisend belang. [eiseres] heeft gesteld dat zij als Nederlands Kampioen lange afstand meer startgeld ontvangt dan wanneer zij geen Nederlands Kampioen is en dat zij, door de besluiten van Ironman en de NTB startgeld misloopt. Dit is door Ironman en de NTB onvoldoende weersproken. Daarnaast kan niet van [eiseres] verwacht worden dat zij nog veel langer wacht tot er duidelijkheid komt over de vraag of door Ironman en de NTB op onreglementaire wijze haar titels zijn afgenomen. Dat de beslissingen gevolgen hebben voor haar reputatie ligt zonder meer voor de hand. Dat [eiseres] onderhavige procedure ongeveer acht maanden na de datum van Ironman Maastricht is gestart, kan haar niet worden verweten. Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat [eiseres] in het minnelijke traject voortvarend heeft gehandeld en heeft getracht deze kwestie op te lossen. Het spoedeisend belang van [eiseres] vloeit voort uit haar belang tot spoedige opheffing van de aanhoudende onduidelijkheid en haar positie van benadeelde.
Toepasselijk recht
4.13.
[eiseres] heeft zich op het standpunt gesteld dat Ironman en de NTB niet tot diskwalificatie hadden mogen overgaan. [eiseres] voert daartoe (onder meer) aan dat de besluiten genomen zijn in strijd met de Competition Rules en het wedstrijdreglement van de NTB/ITU. Het is volgens [eiseres] aannemelijk dat de besluiten in een bodemprocedure zullen worden vernietigd op grond van artikel 2:15 Burgerlijk Wetboek (BW). Ter zitting heeft [eiseres] nog aangevoerd dat Ironman haar heeft benadeeld doordat Ironman haar heeft gediskwalificeerd. [eiseres] lijdt daardoor schade.
4.14.
Ironman heeft – kort samengevat – aangevoerd dat artikel 2:15 BW niet kan worden toegepast ten aanzien van Ironman, omdat Ironman geen Nederlandse maar een Amerikaanse rechtspersoon is. Toepassing van het Nederlandse rechtspersonenrecht stuit af op de incorporatieleer die is vastgelegd in artikel 10:118 BW. Hierdoor vervallen de rechtsgronden die [eiseres] aan haar vorderingen tegen Ironman ten grondslag heeft gelegd, zodat de vorderingen van [eiseres] dienen te worden afgewezen. Verder wordt de rechtsverhouding tussen Ironman en [eiseres] beheerst door de waiver waarin is bepaald dat het recht van de staat Florida van toepassing is.
4.15.
De voorzieningenrechter acht niet zonder meer aannemelijk dat, op grond van de waiver dan wel op grond van artikel 10:118 BW, het recht van de staat Florida van toepassing is. Het antwoord op de vraag naar het toepasselijk recht laat de voorzieningenrechter echter in het midden en overweegt daartoe het volgende.
4.16.
Noch [eiseres] noch Ironman hebben zich in deze procedure uitgelaten over de inhoud van het recht van de staat Florida en de gevolgen van de toepassing ervan op onderhavig geschil. Niet is aangevoerd welke rechtsregels van toepassing zijn, hoe die rechtsregels moeten worden uitgelegd en tot welke conclusie toepassing van deze rechtsregels leidt. Wel heeft [eiseres] gesteld dat het besluit van Ironman ook op grond van het recht van de staat Florida zal worden vernietigd in een bodemprocedure. Dit is op zich ook niet weersproken door Ironman. Mocht het recht van de staat Florida van toepassing zijn, dan brengt de tijdsdruk waaronder in deze procedure een beslissing dient te worden genomen, met zich mee dat de inhoud van toepasselijke rechtsregels niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld. Bij gebreke van voldoende inzicht in die regels, ziet de voorzieningenrechter daarom voor dat geval aanleiding om de vorderingen van [eiseres] tegen Ironman te beoordelen onder toepassing van algemene rechtsbeginselen, waarvan kan worden aangenomen dat deze ook in Florida als juridisch normerend worden aangemerkt. Dit betreft beginselen als de redelijkheid en billijkheid, alsmede de beginselen van een behoorlijke procedure zoals het plegen van hoor en wederhoor, maar ook het beginsel dat afspraken en overeengekomen regels dienen te worden nagekomen. Omdat deze algemene rechtsbeginselen ook naar Nederlands recht als juridische norm gelden, behoeft niet verder te worden onderzocht welk recht van toepassing is.
4.17.
Op de vorderingen van [eiseres] tegen de NTB is Nederlands recht van toepassing. De NTB is ook geen partij bij de waiver.
Inhoudelijk: de besluiten tot diskwalificatie
4.18.
Beoordeeld dient te worden of het voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure de besluiten van Ironman en de NTB stand zullen houden. In dat verband is de belangrijkste vraag die moet worden beantwoord (zowel naar Nederlands recht als naar algemene rechtsbeginselen) of er in overeenstemming met de toepasselijke reglementen is gehandeld.
4.19.
[eiseres] heeft zich, samengevat en voor zover hier nog van belang, op het standpunt gesteld dat het besluit tot diskwalificatie dient te worden geschorst omdat het genomen is in strijd met:
- de Competition Rules en het wedstrijdreglement van de NTB/ITU. De Competition Rules van Ironman boden Ironman niet de bevoegdheid om de ingediende protesten te behandelen. Desondanks is Ironman daar toch toe overgegaan. Zij heeft verder nagelaten de procedure zoals die is vastgelegd in het wedstrijdreglement van de NTB/ITU toe te passen.
- fundamentele beginselen van procesrecht. Ironman en de NTB hebben geen hoor en wederhoor toegepast. [eiseres] is voorafgaand aan de besluiten van Ironman en de NTB niet gehoord en/of in de gelegenheid gesteld haar visie op de situatie toe te lichten. Daarnaast is gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat niet alle atleten die verkeerd zijn gezwommen, zijn gediskwalificeerd.
- het sportrechtelijke Field of play-principe, welke principe is uitgekristalliseerd in rechtspraak van het Court of Arbitration for Sport (hierna: CAS). Dit principe houdt in dat het scheidsrechterlijk oordeel bindend en onaantastbaar is en alleen in uitzonderlijke gevallen, zoals in geval van kwader trouw of partijdigheid, kan worden aangetast door de tucht- of burgerlijke rechter. De tucht- of burgerlijke rechter heeft een marginale toetsingsbevoegdheid, die ertoe leidt dat vorderingen tot aantasting van het scheidsrechterlijk oordeel eerder plaatsvinden als sprake is van schending van procedures, dan wanneer het de inhoud van de scheidsrechterlijke beslissing betreft. [E] , die niet aanwezig was bij Ironman Maastricht, heeft ten onrechte een beslissing genomen die het oordeel van de scheidsrechter die wel aanwezig was tijdens Ironman Maastricht, herroept. Tijdens Ironman Maastricht is de situatie – het missen van een boei van het zwemparcours door [eiseres] – gezien, beoordeeld en niet gesanctioneerd. Dit is ook aan [eiseres] medegedeeld voordat zij als winnares van Ironman Maastricht is uitgeroepen en gehuldigd. Het eindklassement is vastgesteld en daarmee is de einduitslag definitief geworden. Omdat er geen sprake is van kwader trouw of partijdigheid, kan de einduitslag niet worden aangetast.
- de redelijkheid en billijkheid, omdat [eiseres] heeft gehandeld conform de instructie van een Race Official, er onduidelijkheden bestonden over het zwemparcours, niet de juiste boeien zijn gebruikt en Ironman geen, althans te laat (in ieder geval pas nadat [eiseres] en de atleten die voor haar zwommen), maatregelen heeft getroffen tijdens de race om de atleten het volledige zwemparcours af te laten leggen.
4.20.
Ironman heeft verweer gevoerd. Zij heeft aangevoerd dat het besluit tot diskwalificatie is genomen met in achtneming van artikel 3.06 (a) van de Competition Rules en artikel 12.9 van het wedstrijdreglement van de NTB/ITU. Bij de protesten is nieuw bewijs verstrekt (videobeelden). Op grond van dit nieuwe bewijs mocht Ironman overgaan tot herziening van de einduitslag. Verder volgt uit de Competition Rules dat hoofdscheidsrechter [E] de discretionaire bevoegdheid heeft om beslissingen te nemen in relatie tot elke ‘Race related situation’, zowel voor, tijdens en/of na de race. Daarom is er ook geen sprake van schending van het Field of play-principe. Verder heeft Ironman niet gehandeld in strijd met fundamentele beginselen van procesrecht. Het beginsel van hoor en wederhoor dient binnen de sportwereld te worden genuanceerd, nu aan artikel 6 EVRM geen directe horizontale werking toekomt. Het recht op hoor en wederhoor dient te worden nageleefd door (nationale) gerechten die bij wet zijn ingesteld. Ironman valt daar niet onder. Tot slot is het, met het Field of play-principe in gedachten, niet begrijpelijk waarom de voorzieningenrechter het besluit van [E] zou mogen overrulen.
4.21.
Ook de NTB heeft verweer gevoerd. Zij stelt dat de NTB de titel van Nederlands Kampioen lange afstand terecht van [eiseres] heeft afgenomen omdat [eiseres] reglementair is gediskwalificeerd. Daardoor is [eiseres] niet langer in de einduitslag van Ironman Maastricht opgenomen en kan zij niet als winnaar van het Nederlands Kampioenschap lange afstand worden benoemd.
4.22.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
De geldende reglementen en de grondslag van de beslissingen
4.23.
Vast staat dat de Ironman Competition Rules 2018 van toepassing zijn op de beslissing van Ironman. Op grond van artikel 3.06 van die Rules dient Ironman een ontvangen protest te behandelen in overeenstemming met de regels van de NTB.
Op grond van artikel 3.06 (a) Competition Rules jo. artikel 12 van het wedstrijdreglement van de NTB/ITU hebben atleten de mogelijkheid om binnen vijf minuten nadat zij zijn gefinisht een protest in te dienen tegen een andere atleet. Artikel 12 van het wedstrijdreglement van de NTB/ITU bepaalt verder dat alleen bezwaar gemaakt kan worden indien het (onderwerp van het) bezwaar niet eerder door de Technische Officials is bezien en is beoordeeld door de wedstrijdleider.
4.24.
De atleten [B] , [C] en [D] hebben bij de NTB een protest tegen [eiseres] ingediend, omdat [eiseres] niet het volledige zwemparcours heeft afgelegd. De protesten zijn niet binnen vijf minuten na de finish van voornoemde atleten ingediend, maar ongeveer drie weken na Ironman Maastricht.
4.25.
Van een situatie zoals beschreven in artikel 12.6 Competition Rules – op grond waarvan binnen 30 dagen na de wedstrijd alsnog een protest kan worden ingediend – is evenmin sprake. In dit artikel is de mogelijkheid opgenomen om bezwaar te maken tegen fouten met betrekking tot tijdwaarneming en resultaten. Indien er sprake is van een fout in de resultaten – wanneer deze niet overeenkomen met de beslissingen van de wedstrijdleider of de wedstrijdjury – is het mogelijk om alsnog binnen 30 dagen na de wedstrijd bezwaar te maken. Ten aanzien van Ironman Maastricht kwam het resultaat, de overwinning van [eiseres] , echter overeen met het besluit van de wedstrijdleider/wedstrijdjury.
4.26.
Op grond van artikel 12.9 NTB kan de uitslag voorts worden herzien op grond van nieuw bewijs. Nog los van het feit dat dit artikel bepaalt dat een herziening op die grond door de Technische commissie van de ITU dient te worden genomen (die zich daartoe reeds onbevoegd had verklaard), en dus niet door Ironman, is de voorzieningenrechter van oordeel dat door [eiseres] voldoende aannemelijk is gemaakt dat geen sprake was van nieuw bewijs, althans niet van daardoor aan het licht gebrachte nieuwe feiten. Bij de ingediende protesten is videomateriaal overgelegd waaruit blijkt dat [eiseres] het zwemparcours niet volledig heeft afgelegd. [eiseres] heeft gesteld dat het missen van de boei, vóór de definitieve vaststelling van het eindklassement op maandag 6 augustus 2018, bekend was bij de bevoegde scheidsrechters en organisatie. [eiseres] heeft daartoe aangevoerd dat ‘Race Director’ de heer [F] haar heeft medegedeeld dat het missen van de boei is waargenomen en besloten is geen sanctie op te leggen. Verder heeft [eiseres] gesteld dat bij de organisatie bekend was dat diverse zwemmers verkeerd zwommen, maar dat besloten is daar niet tegen op te treden. Deze zeer concrete stellingen zijn door gedaagden onvoldoende weersproken. Daarnaast blijkt uit het door [eiseres] overgelegde nieuwsbericht van 5 augustus 2018, dus de dag voordat het eindklassement definitief werd vastgesteld, dat in de media melding werd gemaakt van het feit dat [eiseres] een boei had gemist. Ironman heeft naar aanleiding van deze berichten, en dus vóór de vaststelling van het eindklassement en vóór de huldiging van [eiseres] als winnares, de gelegenheid gehad de situatie nader te onderzoeken en/of [eiseres] hierover te horen. De omstandigheid dat hiervan niet is gebleken, ondersteunt de stelling van [eiseres] dat de situatie toen is beoordeeld en besloten is geen sanctie op te leggen. De voorzieningenrechter neemt dit dan ook als uitgangspunt. Ironman stelt nu dat dit alles haar bij het nemen van de diskwalificatiebeslissing in Amerika niet bekend was. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dit voor haar eigen rekening moet blijven, nu zij de scheidsrechterlijke beslissingen bij haar organisatie in Maastricht had neergelegd.
4.27.
Uit het voorgaande volgt dat de beslissing zoals deze is genomen geen grondslag heeft in het toepasselijk reglement van de NTB.
4.28.
Gedaagden hebben verder aangevoerd dat afwijking van het parcours altijd tot diskwalificatie moet leiden en dat [E] op grond van artikel 10.01 van de Competition Rules de discretionaire bevoegdheid heeft om deze diskwalificatiebeslissing te nemen. De vraag of [eiseres] , zoals zij stelt, dit heeft gedaan op aanwijzing van een official, is daarom volgens hen niet relevant.
4.29.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter reikt de beslissingsbevoegdheid op grond van artikel 10.01 van de Competition Rules niet zover als Ironman betoogt. In de visie van Ironman zou de hoofdscheidsrechter op grond van voornoemd artikel iedere beslissing kunnen nemen die hem goed dunkt, ieder onwelgevallig resultaat kunnen overrulen of zelfs de Competition Rules terzijde kunnen schuiven. Ook zou de hoofdscheidsrechter het Field of play-beginsel kunnen negeren. Deze door Ironman voorgestelde reikwijdte van artikel 10.01 van de Competition Rules doet afbreuk aan essentiële uitgangspunten binnen de sport en tast de rechtszekerheid van deelnemers aan Ironman wedstrijden aan. Daar kan geen sprake van zijn. Ook deze aangevoerde grond kan de beslissing van Ironman daarom niet dragen.
4.30.
Kortom, de toepasselijke reglementen bieden geen grond voor de diskwalificatiebeslissing. Er is niet binnen 5 minuten geklaagd, er is geen sprake van nieuw bewijs in de zin dat er nieuwe feiten aan het licht zijn gekomen of met behulp waarvan eerder niet vaststaande omstandigheden alsnog zijn komen vast te staan. Het videomateriaal rechtvaardigt geen wijziging van de uitslag omdat de feiten waar het omgaat al waren meegewogen in de eindbeslissing zoals omschreven in de Athlete Guide Ironman Maastricht, waarbij de resultaten worden vastgesteld door een comité waarvan de hoofdscheidsrechter deel uitmaakt. Evenmin bestaat er een onbeperkte bevoegdheid van de Head Referee om op ieder moment de wedstrijdresultaten aan te passen.
Voldoende aannemelijk is dan ook geworden dat Ironman de Competition Rules niet juist heeft nageleefd en zij [eiseres] ten onrechte heeft gediskwalificeerd.
Het niet volledig afleggen van het zwemparcours: op grond van een ontvangen instructie?
4.31.
Hoewel dus voor de beoordeling van de vorderingen van [eiseres] niet noodzakelijk, zal ook de vraag of [eiseres] , zoals zij stelt, instructies van een official heeft gekregen om de betreffende boei over te slaan, in het navolgende worden besproken, evenals de wijze waarop de protesten zijn behandeld. Partijen hebben hierover veel opgemerkt en het is naar het oordeel van de voorzieningenrechter onwenselijk, en naar verwachting voor partijen niet bevredigend, indien dit onderdeel van de procedure onbesproken wordt gelaten.
4.32.
De voorzieningenrechter kan thans niet vaststellen of [eiseres] een aanwijzing heeft gekregen. [eiseres] heeft daarover weliswaar heel stellig en concreet verklaard maar NTB stelt daarover navraag te hebben gedaan en te hebben begrepen dat dit niet juist is. Zonder nader bewijs, waarvoor in deze procedure geen ruimte is en dat, gelet op het voorgaande, voor de beslissing ook niet noodzakelijk is, kan daarover geen (voorlopig) oordeel worden gegeven. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat de vraag of een dergelijke aanwijzing is gegeven, wel van belang is voor de vraag of een atleet kan worden gediskwalificeerd. Dit heeft ook gevolgen voor de aan de te volgen procedure te stellen eisen van zorgvuldigheid.
De stelling van Ironman dat het niet ging om een instructie in de vorm van een routeaanwijzing, maar van het geven van assistentie (zoals bedoeld in artikel 2.02 Competition Rules), volgt de voorzieningenrechter in ieder geval niet. Indien juist is dat, zoals [eiseres] stelt en ook door de door haar overgelegde getuigenverklaringen wordt bevestigd, [eiseres] tijdens het zwemmen inhield en haar hoofd ophief, om vervolgens van een persoon in een boot middels gegeven armgebaren de instructie te ontvangen dat zij rechtstreeks naar de finish diende te zwemmen, dan kan die handelwijze van de betreffende persoon niet worden aangemerkt als assistentie zoals bedoeld in artikel 2.02 van de Competition Rules.
Verder is de voorzieningenrechter van oordeel dat in het algemeen de regel dat atleten het volledige parcours moeten afleggen (artikel 2.01 (m)) niet prevaleert boven de regel dat zij instructies dienen op te volgen (artikel 2.01 (d)). Instructies, bijvoorbeeld om van het parcours af te wijken, zullen immers alleen worden gegeven indien de situatie daarom vraagt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien, bij het uitblijven van instructies, gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Dat deze regel dient te prevaleren is niet vreemd. De situatie is vergelijkbaar met die van een agent die een verkeersdeelnemer opdraagt in strijd te handelen met de verkeersregels. Ook in die situatie dient de instructie te worden opgevolgd, vaak omwille van de verkeersveiligheid, en dient de verkeersdeelnemer niet vast te houden aan de verkeersregels. Indien sprake is van een dergelijke instructie, dan dient dit op zijn minst te worden meegewogen bij het uiteindelijk nemen van een beslissing over de daaraan te verbinden gevolgen.
4.33.
Ironman heeft nog aangevoerd dat de (eventuele) instructie geen waarde heeft, omdat deze is gegeven door mensen van de reddingsbrigade. Zij behoren niet tot de groep van Race Officials of Event Volunteers zoals bedoeld in artikel 2.01 (d) van de Competition Rules. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter maakt dit geen verschil. Ironman is als organisator verantwoordelijk voor de personen die zich op het water begeven en voor goede voorlichting van deze personen omtrent het geven van instructies. Het kan niet zo zijn dat een atleet zich in een wedstrijd dient af te vragen of de ontvangen instructie van een bevoegd persoon afkomstig is en dus of het een instructie is die opgevolgd moet worden. De atleet moet erop kunnen vertrouwen dat een, door een op het water in een boot aanwezige persoon, gegeven instructie juist is en door bevoegde personen wordt gegeven.
4.34.
Indien Ironman al een grondslag had gehad om [eiseres] te diskwalificeren, dan had zij in ieder geval daarbij zorgvuldiger dienen te handelen met inachtneming van de eigen reglementen. De Competition Rules bevatten in artikel 3.06 de te volgen procedure ingeval van protesten. Uit dit artikel volgt dat Ironman de protesten conform de bezwaar- en beroepsprocedure in het wedstrijdreglement (artikel 12 en 13) van de NTB/ITU dient te behandelen. Dit is niet gebeurd. Evenmin is gehandeld in overeenstemming met de algemene rechtsbeginselen zoals hiervoor genoemd, waaronder met name het beginsel dat iemand ten aanzien van wie een besluit wordt genomen, daarover dient te worden gehoord. Dat beginsel volgt niet alleen uit het bepaalde in artikel 6 EVRM, zodat aan het verweer van Ironman dat daaraan geen horizontale werking toekomt, zal worden voorbijgegaan. [eiseres] had, voorafgaand aan het te nemen besluit, op zijn minst genomen in de gelegenheid gesteld moeten worden haar zienswijze op de protesten kenbaar te maken. Dat geldt te meer nu er geen sprake was van nieuwe feiten die aan het besluit tot diskwalificatie ten grondslag konden worden gelegd. Dat [eiseres] een boei had gemist, was immers bekend, beoordeeld en niet gesanctioneerd. Indien [eiseres] zou zijn gehoord, dan had Ironman daarop kunnen en moeten onderzoeken of haar stelling dat zij instructies had ontvangen juist was. Gelet op het voorgaande had alsdan immers een andersluidende beslissing moeten, of in ieder geval kunnen, worden genomen.
Juist nu er in feite sprake is van het overrulen van de beslissing van de scheidsrechter die wel ter plaatse was, had het op de weg van Ironman gelegen haar besluit zorgvuldig en goed gemotiveerd te onderbouwen. Dat heeft zij niet gedaan.
Conclusie
4.35.
Concluderend bestond er in de op de wedstrijd toepasselijke reglementen geen grond voor de diskwalificatiebeslissing en heeft Ironman onzorgvuldig gehandeld door die beslissing, bovendien zonder [eiseres] in de gelegenheid te stellen te worden gehoord, toch te nemen. Dit geldt om dezelfde redenen ook voor NTB. NTB heeft aanvankelijk terecht geoordeeld dat de protesterende atleten niet-ontvankelijk waren, omdat deze te laat, namelijk niet binnen vijf minuten na de finish, zijn ingediend. Vervolgens heeft de NTB de keuze gemaakt om de protesten door te sturen aan de Technische Commissie van de ITU op de grond dat sprake zou zijn van nieuw bewijs (het videomateriaal). Nadat de Technische Commissie van de ITU had geconcludeerd dat zij niet bevoegd was om een beslissing te nemen heeft de NTB de protesten (alsnog) doorgezonden aan Ironman. Onbegrijpelijk is dat NTB vervolgens stelt dat zij niets kan doen aan de diskwalificatie omdat zij dit besluit niet heeft genomen. Het besluit tot diskwalificatie van het NK lange afstand is immers door de NTB genomen. Zij is daarbij net zo goed gebonden aan het NTB reglement en aan algemene rechtsbeginselen. NTB heeft bovendien, hoewel de laatste e-mail van Ironman daarvoor wel ruimte lijkt te bieden, ook geen moeite gedaan om [eiseres] te horen en te onderzoeken of de afwijking van het parcours reeds in de eindbeslissing was meegewogen. Ook haar onderzoek naar de vraag of [eiseres] een instructie had gekregen, was buitengewoon beperkt (zie de inhoud van de e-mail zoals opgenomen onder r.o. 2.22).
4.36.
Het voorgaande leidt ertoe dat het voldoende aannemelijk is geworden dat de besluiten tot diskwalificatie van [eiseres] in strijd met de reglementen en onzorgvuldig tot stand zijn gekomen en in strijd zijn met de eisen van de redelijkheid en billijkheid. Daarmee is voldoende aannemelijk geworden dat deze besluiten in een bodemprocedure niet in stand zullen blijven. Om die reden zullen de besluiten, totdat hierover in een bodemprocedure is besloten, worden geschorst.
4.37.
De vorderingen tot het voorlopig aanwijzen van [eiseres] als winnaar van Ironman Maastricht en uitbetaling van het bijbehorende prijzengeld zullen ook worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal, gelet op alle omstandigheden, worden toegewezen tot een bedrag van € 20.000,-. Verder zal Ironman worden veroordeeld in de kosten die [eiseres] heeft moeten maken om de dagvaarding te laten vertalen en uit te laten brengen aan de Amerikaanse instanties. [eiseres] heeft Ironman immers terecht in rechte betrokken.
4.38.
De vorderingen tot het voorlopig aanwijzen van [eiseres] als winnaar van het Nederlands Kampioenschap lange afstand en uitbetaling van het bijbehorende prijzengeld zullen ook worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal, gelet op alle omstandigheden, worden toegewezen tot een bedrag van € 20.000,-.
Proceskosten
4.39.
Ironman en NTB zullen, nu de door hen genomen besluiten zullen worden geschorst, in de proceskosten, waaronder de nakosten, worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 99,01
- vast recht € 297,00
- salaris advocaat
€ 980,00
Totaal € 1.376,01

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
schorst de besluiten tot diskwalificatie van [eiseres] door Ironman en de NTB totdat daarover in een bodemprocedure is beslist;
5.2.
gebiedt Ironman om [eiseres] , binnen 14 dagen na heden, aan te wijzen als voorlopige winnaar van de Ironman Maastricht 2018, op straffe van een dwangsom van € 20.000,-;
5.3.
veroordeelt Ironman om aan [eiseres] te betalen het bijbehorende prijzengeld van $ 12.000,00 binnen 14 dagen na betekening van het vonnis;
5.4.
gebiedt de NTB om [eiseres] , binnen 14 dagen na heden, aan te wijzen als voorlopige winnaar van het Nederlands Kampioenschap lange afstand 2018 op straffe van een dwangsom van € 20.000,-;
5.5.
veroordeelt de NTB om aan [eiseres] te betalen het bijbehorende prijzengeld binnen 14 dagen na betekening van het vonnis;
5.6.
veroordeelt Ironman in de kosten van € 1.049,90 met betrekking tot vertaling van de dagvaarding;
5.7.
veroordeelt Ironman in de kosten van uitreiking aan de Amerikaanse instanties, te stellen op $ 95,00;
5.8.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 1.376,01, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van betaling;
5.9.
veroordeelt gedaagden in de kosten die zijn ontstaan na dit vonnis, begroot op
  • € 157,00 aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van betaling, en
  • € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er ook betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van betaling,
5.10.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.11.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.H. Charbon en in het openbaar uitgesproken op 29 mei 2019. [1]

Voetnoten

1.type: MK/4850