Uitspraak
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
eiseres van de vordering,
verweerster op de tegenvordering,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat J. van Baaren te Breda,
[verweerster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
verweerster op de vordering,
eiseres van de tegenvordering,
hierna te noemen: [verweerster] ,
advocaat F.S.P. van der Wal te Utrecht.
1.De procedure
- de procesinleiding
- het verweerschrift met een tegenvordering
- het verweerschrift op de tegenvordering
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 14 februari 2019.
2.Inleiding
- i) aan [naam stichting] betaalde compensatie: € 41.322,-- exclusief btw (€ 50.000 inclusief btw);
- ii) gederfde vergoeding voor werving van een Chief Information Officer ( CIO ) ad interim voor [naam stichting] : € 20.000,--;
- iii) gederfde marge voor inzet interim-manager in opdracht van ‘ [bedrijfsnaam 1] ’ van [naam stichting] : € 20.000,--;
- iv) compensatie interim-managers voor uitgevoerde werkzaamheden bij [naam stichting] als gevolg van tekortschieten [verweerster] : € 25.000,--; en
- v) reputatieschade [eiseres] : € 50.000,--.
3.De beoordeling van de vordering
Samenvatting
zelf het initiatief genomen om de productie van die stukken op te volgen”. Dit lukte volgens hem niet vanwege gebrek aan mandaat en hij kreeg ook (te) laat input. Volgens [verweerster] was dit de reden dat de stukken voor de aanbesteding niet op tijd af waren. [A] zegt dat hij ook steeds heeft gerapporteerd dat er vertraging zou komen vanwege het voorgaande.
iedere aansprakelijkheid van [eiseres] en/of haar directieleden jegens de Opdrachtgever is uitgesloten met betrekking tot schade, direct of indirect toegebracht aan de Opdrachtgever als gevolg van enig handelen of nalaten van [eiseres] en/of de interim manager, met uitzondering van aansprakelijkheid voor grove schuld en/of opzet van [eiseres] en/of de interim manager”. [eiseres] heeft niet gesteld dat van grove schuld en/of opzet van [verweerster] sprake is. Als [eiseres] bedoeld heeft dat de compensatie te beschouwen is als een ‘korting’ op de vergoeding voor de werkzaamheden, dan heeft zij niet aangetoond op basis waarvan [naam stichting] recht had op die korting. Ten slotte heeft [eiseres] ook niet aangetoond dat zij verplicht was om dit bedrag te betalen omdat [naam stichting] anders de volledige samenwerking zou verbreken (lees: alle overige lopende overeenkomsten tussen [eiseres] en [naam stichting] zou opzeggen). Ook hier zijn geen stukken van overgelegd. Met betrekking tot de overeenkomsten van opdracht tussen [eiseres] en [naam stichting] voor wat betreft de opdracht die [verweerster] heeft uitgevoerd geldt in ieder geval dat dit tijdelijke contracten waren. Het risico dat deze contracten niet worden verlengd berust bij [eiseres] . [eiseres] heeft niet gesteld of aangetoond dat bij goed functioneren van [verweerster] de overeenkomsten zouden zijn verlengd.
3.414,00(2,0 punt × tarief € 1.707,00)
4.De beoordeling van de tegenvordering
Betaling facturen
beëindigign werkzaamheden de heer [A]”. In die e-mail wordt verwezen naar het gelegde beslag. In de brief van [bedrijfsnaam 2] aan [verweerster] van 13 maart 2018 bevestigt [bedrijfsnaam 2] dat RCE de opdracht met [bedrijfsnaam 2] op 9 maart 2018 heeft beëindigd. [bedrijfsnaam 2] beëindigt in die brief de opdracht met [verweerster] met onmiddellijke ingang met een verwijzing naar artikel 3 van de overeenkomst tussen [bedrijfsnaam 2] en [verweerster] . In artikel 3.4 onder a van die overeenkomst staat dat [bedrijfsnaam 2] de overeenkomst met onmiddellijke ingang kan beëindigen als “de Klant” (in dit geval RCE ) de opdracht beëindigt. Uit dit alles volgt dat vanwege het door [eiseres] onder RCE gelegde beslag RCE de opdracht met [bedrijfsnaam 2] heeft beëindigd, en [bedrijfsnaam 2] vervolgens de opdracht met [verweerster] heeft beëindigd.
- i) In artikel 3.2 van de overeenkomst tussen RCE en [bedrijfsnaam 2] staat dat de werkzaamheden gemiddeld 36 uur per week omvatten.
- ii) Volgens [verweerster] gaat het dan om gemiddeld 156 uur per maand (13 weken / 3 maanden x 36 uur). Dit komt volgens haar redelijk overeen met de facturen van februari 2018 (145 uur) en begin maart 2018 (44 uur voor werkzaamheden tot en met 8 maart 2018).
- iii) Bij een uurtarief van € 82,50 (exclusief btw) (dit is het uurtarief dat is vermeld in de facturen) zou [verweerster] dan gemiddeld € 12.870,-- (exclusief btw) per maand in rekening brengen.
- iv) Vanaf het moment van beëindiging van de opdracht door RCE (9 maart 2018) tot en met de door [verweerster] gestelde einddatum van de opdracht (29 februari 2020) is [verweerster] volgens haar berekening 112 uren (156 - 44) misgelopen in maart en 23 maanden vanaf april 2018 tot en met februari 2020.
- v) Dat komt uit op € 296.010,-- (exclusief btw) aan gemiste inkomsten van april 2018 tot en met februari 2020 (23 x € 12.870,--) en € 9.240,-- (exclusief btw) aan gemiste inkomsten voor maart 2018 (112 x € 82.50). Dat is in totaal € 305.250,-- (exclusief btw).
verlengd tot eind van de raamovereenkomst”. De raamovereenkomst ontbreekt. Verder schrijft [A] in een e-mail van 31 januari 2018 aan [bedrijfsnaam 2] onder meer het volgende:
Alle geplande projecten voor 2018 zullen worden stopgezet en er zal uitsluitend geld worden besteed aan de 'run'. Daar maak ik ook onderdeel van uit.
- i) Over de door [bedrijfsnaam 2] te betalen hoofdsom van € 14.474,63 vanaf 29 maart 2018 tot 30 dagen na opheffing beslag;
- ii) Over de door [bedrijfsnaam 2] te betalen hoofdsom van € 4.392,30 vanaf 20 april 2018 tot 30 dagen na opheffing beslag.
- i) op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen zijn verzuimd;
- ii) als het beslag ondeugdelijk of onnodig is; of
- iii) indien het beslag is gelegd voor een geldvordering, voor die vordering voldoende zekerheid is gesteld.
5.De beslissing
4 juli 2019in een akte moet uitlaten over de vraag of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
4 weken na het indienen van de in 5.5 bedoelde aktede tijd heeft om de antwoordakte zoals genoemd in 4.25 aan de rechtbank en [verweerster] te nemen,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juli tot en met oktober 2019 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,