Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De verdere beoordeling van het geschil
€ 210,00(1 punten x tarief € 210,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderde Schoevers Opleidingen B.V. betaling van lesgeld en studiemateriaal door een studente, die haar opleiding had beëindigd zonder de verschuldigde kosten te betalen. De studente had een onderwijsovereenkomst gesloten en zou de kosten in 24 termijnen betalen, maar had slechts één termijn voldaan. De kantonrechter oordeelde dat er feitelijk sprake was van een tussentijdse beëindiging van de overeenkomst, ondanks het ontbreken van een formele opzeggingshandeling. De rechter benadrukte dat er geen vormvoorschriften gelden voor opzegging en dat gedragingen ook als opzegging kunnen worden geïnterpreteerd. De studente had geen lessen meer gevolgd en er was geen contact meer met Schoevers. De kantonrechter concludeerde dat de eis van volledige betaling door Schoevers onredelijk was, gezien de omstandigheden. Uiteindelijk werd de studente veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 4.740,47, dat betrekking had op de lesgeldtermijnen tot het moment van beëindiging van de opleiding, met wettelijke rente. Daarnaast werd de studente veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Schoevers, die op € 780,21 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 5 juni 2019.