Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
- de heer [eiser] in persoon
- mr. Stal voornoemd
- mevrouw [A] (medewerker bijzonder beheer bij de Volksbank)
- mr. Berrevoets voornoemd.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 30 januari 2019, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. Stal, een kort geding aangespannen tegen de Volksbank N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. M.H. Berrevoets. Eiser had een hypothecaire geldlening bij de Volksbank en na de verkoop van zijn woning bleef er een restschuld van € 132.276,98 over. Eiser heeft een betalingsregeling getroffen, maar verzocht de Volksbank om de restschuld af te kopen voor € 45.000,00, zodat hij investeringen in zijn onderneming kan doen. De Volksbank weigerde dit verzoek en stelde dat eiser geen spoedeisend belang had en dat de contractsvrijheid in de weg staat aan de gevraagde afkoop.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er weliswaar sprake is van een spoedeisend belang, maar dat de gevraagde voorziening niet kan worden toegewezen. De rechter benadrukte dat de contractsvrijheid van de bank voorop staat en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die het onredelijk maken dat de Volksbank haar beleid niet volgt. Eiser heeft onvoldoende aangetoond dat hij in het geheel geen investeringen kan doen, aangezien hij zelf heeft aangegeven een bedrag van € 45.000,00 te kunnen bijeenbrengen. De rechter heeft de vorderingen van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.619,00, uitvoerbaar bij voorraad.