ECLI:NL:RBMNE:2019:3522

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 juli 2019
Publicatiedatum
29 juli 2019
Zaaknummer
7610863
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst tweedehands auto wegens non-conformiteit en onjuiste kilometerstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en een gedaagde over de koop van een tweedehands auto, een BMW 118D. De eiser, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. G.J. Scholten, vorderde ontbinding van de koopovereenkomst op grond van non-conformiteit, omdat de kilometerstand van de auto niet overeenkwam met wat was geadverteerd en in de koopovereenkomst was vermeld. De eiser had de auto gekocht voor € 5.400,00, maar ontdekte na de aankoop dat de werkelijke kilometerstand aanzienlijk hoger was dan de door de gedaagde opgegeven kilometerstand. De gedaagde, die de auto als particulier had verkocht, betwistte de claims van de eiser en stelde dat hij geen reden had om aan de kilometerstand te twijfelen.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde als verkoper niet als particulier handelde, maar als professionele partij, omdat hij de auto via een zakelijke advertentie had aangeboden. De rechter concludeerde dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen van de eiser op basis van de koopovereenkomst, en dat de gedaagde aansprakelijk was voor de onjuiste informatie over de kilometerstand. De rechter ontbond de koopovereenkomst en veroordeelde de gedaagde om de koopprijs van € 5.400,00 terug te betalen aan de eiser, en om de auto terug te nemen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die in totaal € 930,01 bedroegen. De rechter legde ook een dwangsom op voor het geval de gedaagde niet aan de veroordelingen voldeed.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 7610863 UC EXPL 19-2769 BEv/35170
Vonnis van 24 juli 2019
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. G.J. Scholten,
tegen:
[gedaagde] ,
handelend onder de naam [bedrijf],
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de brief van [gedaagde] van 29 april 2019, met bijlagen;
- het tussenvonnis van 19 juni 2019, waarin een comparitie is bepaald.
1.2.
De comparitie is gehouden op 19 juli 2019. Op de zitting was [eiser] samen met haar gemachtigde mr. Scholten aanwezig. De heer [gedaagde] was eveneens bij de comparitie aanwezig. Namens beide partijen is antwoord gegeven op de vragen van de kantonrechter en zij hebben hun standpunt nader toegelicht. Van deze zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Daarna volgt dit vonnis.

2.Het geschil en de beoordeling daarvan

Achtergrond
2.1.
[gedaagde] heeft via een advertentie op “Marktplaats zakelijk” in mei 2018 een occasion te koop aangeboden. Het ging om BMW 118D met kenteken [kenteken] . In deze advertentie werd een vraagprijs van € 5.450,00 en een kilometerstand van 228.450 km genoemd.
2.2.
Nadat [eiser] interesse in de auto had getoond is tussen partijen op 16 mei 2018 een schriftelijke koopovereenkomst tot stand gekomen. In de kop daarvan is vermeld dat het gaat om een verkoopovereenkomst
“tussen particulieren”.In deze koopovereenkomst is verder opgenomen dat [bedrijf] als verkopende partij optreedt en [eiser] als koper. De auto is voor € 5.400,00 aan [eiser] verkocht. In de koopovereenkomst is tevens een kilometerstand van 229.500 km vermeld.
2.3.
[eiser] is na aankoop van de auto tot de ontdekking gekomen dat de geadverteerde en in de koopovereenkomst genoemde kilometerstand van de auto niet juist was. Uit een tellerrapport van de RDW blijkt dat de kilometerstand in het verleden met enkele honderdduizenden kilometers was verlaagd. [eiser] stelt daarnaast schade te hebben geleden omdat de auto na een olielekkage ondeugdelijk door [gedaagde] is gerepareerd. Zij stelt dat zij de auto bij een ander garagebedrijf alsnog heeft moeten laten repareren. Voor die schade houdt [eiser] [gedaagde] ook aansprakelijk.
2.4.
Gezien het voorgaande is er volgens [eiser] sprake van een non-conforme auto. De auto voldoet immers niet aan wat [eiser] ervan mocht verwachten. Zij vordert daarom, samengevat:
  • de koopovereenkomst tussen partijen te vernietigen op grond van bedrog c.q. dwaling, dan wel de koopovereenkomst te ontbinden wegens tekortkomingen van [gedaagde] in de nakoming van de voor [gedaagde] uit de koopovereenkomst voortvloeiende verplichtingen;
  • [gedaagde] te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis, onder afgifte van een vrijwaringsbewijs, de auto terug te nemen, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag dat [gedaagde] ingebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
  • [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 5.400,00 ter zake van de door [eiser] betaalde koopprijs, alsmede betaling van € 600,00 ter zake van kosten die [eiser] heeft moeten maken naar aanleiding van de ondeugdelijke reparatie van de olielekkage;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proces- en nakosten.
2.5.
Volgens [gedaagde] heeft hij de auto als particulier aan [eiser] verkocht. Hij wijst erop dat de kilometerstand bij een vorige eigenaar is veranderd en dat hij geen reden had aan de kilometerstand te twijfelen. Hij stelt daarnaast dat hij (mondeling) een garantie van drie maanden op de auto aan [eiser] heeft gegeven en dat niet zou doen wanneer de auto niet in orde zou zijn. Hij heeft toegelicht dat hij een relatief lage vergoeding heeft gevraagd voor een Apk-keuring en reparatie van de olielekkage. Hij heeft ook toegelicht dat hij aan [eiser] heeft verteld dat er geen onderhoudsboekjes meer beschikbaar waren en dat [eiser] daarmee akkoord was. Volgens [gedaagde] had [eiser] ook zelf onderzoek naar de kilometerstand kunnen doen.
Wat vindt de kantonrechter?
2.6.
Het gaat in deze zaak om de vraag of er sprake is geweest van onjuiste of onvolledige informatie bij de verkoop van de auto en of de auto wel voldoet aan de verwachtingen die [eiser] als koopster op grond van de overeenkomst daarvan had.
2.7.
De kantonrechter moet de zaak beoordelen aan de hand van de regels die gelden voor een consumentenkoop, zoals bedoeld in artikel 7:5 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De koop van de auto is namelijk gesloten tussen [eiser] als particulier en [gedaagde] die daarbij handelde in de uitoefening van zijn bedrijf. Het verweer van [gedaagde] dat hij als particulier handelde kan niet slagen. Door zijn handelswijze bij de verkoop van de auto heeft hij immers de indruk gewekt als professionele partij op te treden. Hij heeft auto via “Marktplaats zakelijk” te koop aangeboden en op de koopovereenkomst staat [bedrijf] als verkoper vermeld. De koopovereenkomst is bovendien met een stempel van [bedrijf] ondertekend.
2.8.
Volgens artikel 7:22 lid 1 BW kan de koopovereenkomst worden ontbonden, als de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt. In artikel 7:17 lid 2 BW staat dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt indien de auto, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die [gedaagde] over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
2.9.
Naar het oordeel van de kantonrechter beantwoordt de auto niet aan de koopovereenkomst. [eiser] mocht mede op grond van de mededelingen die [gedaagde] over de auto heeft gedaan, verwachten dat de auto een kilometerstand had van niet meer dan 229.500 km. Dit is immers de kilometerstand die [gedaagde] in de schriftelijke koopovereenkomst heeft vermeld. Gelet op het tellerrapport van de RDW (productie 4 bij dagvaarding) blijkt echter dat de kilometerstand van de auto in de periode 29 december 2016 en 20 november 2017 aanzienlijk is verlaagd. Namelijk van 461.498 km naar 226.137 km. Dit betekent dat de auto ten tijde van de koop alleen al vanwege deze afwijkende kilometerstand niet de eigenschappen bezat die [eiser] mocht verwachten. Herstel van dit gebrek is gelet op de aard daarvan onmogelijk. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat het vaste jurisprudentie is dat de kilometerstand van een tweedehands auto in beginsel essentieel is voor de koper en stilzwijgend door de verkoper gegarandeerd wordt (zie onder meer rechtbank Utrecht 17 november 2010, LJN: BO6379 en 30 maart 2011, LJN: BP9445). In dit geval is het verschil tussen de door [gedaagde] meegedeelde kilometerstand en de werkelijke kilometerstand zo groot dat dit zonder meer een ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigt.
2.10.
Door ontbinding van de koopovereenkomst ontstaat op grond van artikel 6:271 BW de verplichting voor partijen tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties. Dat betekent dat [gedaagde] de koopsom van € 5.400,00 moet terugbetalen aan [eiser] en [eiser] de auto aan [gedaagde] moet teruggeven in de staat zoals die was ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst. In dit verband heeft de kantonrechter ter zitting aan de orde gesteld hoe moet worden omgegaan met het gebruik dat [eiser] van de auto heeft gemaakt. Tussen partijen is immers niet in geschil dat [eiser] gedurende 9 maanden ongeveer 20.000 kilometer met de auto heeft gereden en zij om die reden de auto niet kan teruggeven in de staat zoals die was ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst. Partijen zijn het ter zitting niet eens geworden over de uitgangspunten voor de berekening van een redelijke gebruikersvergoeding. Daarbij speelt een belangrijke rol dat de auto, naar [eiser] onweersproken door [gedaagde] heeft gesteld, geen waarde meer heeft als gevolg van de werkelijke kilometerstand. De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] ook geen beroep op een dergelijke gebruikersvergoeding heeft gedaan en evenmin aanknopingspunten heeft geboden om in dit geval uit te gaan van een recht op een gebruikersvergoeding. [gedaagde] zal om die reden worden veroordeeld tot terugbetaling van de gehele koopprijs, te weten € 5.400,00. [eiser] zal op haar beurt de auto moet teruggeven aan [gedaagde] en beide partijen moeten eraan meewerken dat het kenteken (weer) op naam van [gedaagde] wordt gesteld. Aan deze veroordelingen zal een dwangsom worden verbonden, zoals in het dictum is uitgewerkt.
2.11.
[eiser] vordert ook € 600,00 aan kosten die zij heeft moeten maken vanwege een door [gedaagde] ondeugdelijk uitgevoerde reparatie van een olielekkage aan de auto. Los van de beoordeling of dit een gebrek is dat voor rekening van [gedaagde] dient te komen, is ter zitting gebleken dat [gedaagde] niet ingebreke is gesteld. Hij heeft daardoor niet de kans gehad de auto alsnog deugdelijk te repareren. [gedaagde] verkeert dus niet in verzuim. Deze vordering wordt daarom afgewezen.
Proceskosten
2.12.
[gedaagde] zal, als de in het overwegend in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 99,01
- griffierecht € 231,00
- salaris gemachtigde €
600,00(2 punten x tarief € 300,00)
totaal € 930,01

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de tussen [eiser] en [gedaagde] op 16 mei 2018 gesloten koopovereenkomst betreffende de auto BMW 118D met kenteken [kenteken] ;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 5.400,00;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis, onder afgifte van de sleutels en het kentekenbewijs door [eiser] aan [gedaagde] en onder afgifte van een vrijwaringsbewijs door [gedaagde] aan [eiser] , de auto terug te nemen, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] niet of niet volledig voldoet aan deze veroordeling, met een maximum van € 10.000,00;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 930,01, waarin begrepen € 600,00 aan salaris gemachtigde;
3.5.
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door [eiser] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 120,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
- te vermeerderen met de wettelijke rente, indien betaling niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden;
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Slootweg, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2019.