Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de akte weergave feiten en omstandigheden van Rabobank
- de aanvullende producties van [eiser sub 1] c.s.
- de pleitnota’s van partijen.
2.Waar gaat de zaak over?
3.De beoordeling
“De bedragen heb ik gefiatteerd”, mocht afleiden dat Rabobank had toegezegd om de financiering van € 193.000,00 te verlenen en dat zij daartoe dus (op die grond) toe verplicht was. Daarin gaat de voorzieningenrechter niet mee. In de bovenstaande situatie, dat [eiser sub 1] niet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van deze aanvullende financiering voldeed, mocht hij op basis van dit bericht niet verwachten dat deze financiering toch zou worden verleend. Dat geldt temeer nu deze zelfde medewerker een paar dagen voor dit bericht, op 19 december 2011, aan [eiser sub 1] heeft laten weten:
“De 193 staat gereserveerd en zou kunnen worden uitgeboekt indien door de bank is vastgesteld dat het ontwikkelingstraject wordt gerealiseerd conform voorwaarden.”Van een (ondubbelzinnige) toezegging is dus geen sprake.
980,00