ECLI:NL:RBMNE:2019:4074
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen omgevingsvergunning voor woninguitbreiding ongegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 augustus 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen een omgevingsvergunning die was verleend voor de uitbreiding van een woning. De eisers, buren van de derde-partij, stelden dat de vergunning in strijd was met het bestemmingsplan en dat de goothoogte van het bouwplan de toegestane maximale hoogte overschreed. De rechtbank heeft vastgesteld dat de derde-partij op 13 april 2018 een aanvraag indiende voor de uitbreiding, waarna de gemeente Baarn op 25 april 2018 de omgevingsvergunning verleende. Het bezwaar van de eisers tegen deze vergunning werd op 19 december 2018 ongegrond verklaard, wat leidde tot het beroep bij de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat het bouwplan niet in strijd was met het bestemmingsplan en dat de vergunning terecht was verleend. De rechtbank volgde de uitleg van de planregels door de gemeente, waarbij werd gesteld dat de bestaande goothoogte als overgangsrechtelijke bepaling niet van toepassing was. De rechtbank concludeerde dat de goothoogte van het bouwplan binnen de toegestane grenzen viel en dat er geen andere weigeringsgronden van toepassing waren. De eisers hadden hun gronden over overschrijding van het bouwvlak ingetrokken, waardoor deze niet verder werden besproken.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter N.M. Spelt, in aanwezigheid van griffier J.A. Bultena, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.