4.3Het oordeel van de rechtbank Bewijsmiddelen
1
Verdachte heeft ter terechtzitting van 4 september 2019 onder andere het volgende verklaard, zakelijk weergegeven.
In de ten laste gelegde periode werkte ik als robotbeheerder bij Mediq Centra! Filling Apotheek (hierna: [benadeelde] ) in [vestigingsplaats] . Op 21 februari 2017 heb ik 4 verpakkingen Truvada weggenomen bij [benadeelde] in [vestigingsplaats] . Deze 4 verpakkingen heb ik verkocht.  Op 1 maart 2017 heb ik hier 16 verpakkingen Truvada weggenomen. Op 21 februari 2017 ging ik als volgt te werk: ik "hengelde" de medicijnen  met een daarvoor  bestemde stok op uit een medicijnrobot. Deze medicijnen boekte ik niet af bij deze robot. Ik legde ze vervolgens in med icij nbakjes, die ik op elkaar stapelde. Hierdoor waren de medicijnen  niet te zien. Deze bakjes met medicijnen  bracht ik naar een  andere cel/medicijnrobot, waar het rustiger was. Hier legde ik de medicijnen uit het zicht met het idee ze na afloop van mijn dienst weer op te halen. Ook bij deze medicijnrobot verrichtte ik geen handelingen  op de computer. Vlak voordat ik naar  huis ging, nam ik de medicijnen  in mijn sweater mee naar de   kleedkamer.
Vervolgens nam ik ze mee naar huis. Op 1 maart 2017 ging ik op dezelfde manier te werk, maar heb ik de 16 weggenomen verpakkingen Truvada wel afgeboekt op de computer van de cel/medicijnrobot waar ik de medicijnen uit haalde. Die dag werd ik met de 16 door mij weggenomen verpakkingen Truvada aangehouden door mijn toenmalig werkgever.
2
[aangever 1] en [aangever 2] hebben aangifte gedaan namens [benadeelde] te [vestigingsplaats] . Zij hebben  het volgende  verklaard, zakelijk weergegeven.
Op 20 februari 2017 werd ontdekt dat in een kleedruimte  van het personeel een niet  in gebruik geregistreerde kledinglocker gebruikt was om 18 doosjes Truvada in
te bewaren. Dit is niet gebruikelijk en het gaat om erg dure medicatie. 3 Wij hebben vervolgens een voorraadcheck uitgevoerd. Hieruit bleek dat er verdacht veel boekingen waren op dit product. Daarbij constateerden wij dat ook op het product Atripla zeer veel ongebruikelijke boekingen geregistreerd werden. Naar aanleiding van deze ontdekking is door ons een onderzoek opgestart. Uit de systemen bleek dat er van Truvada een buitensporige hoeveelheid op een wijze is ingevoerd die niet de gebruikelijke is. Er is door ons een presentielijst gecheckt die overeenstemt met de loggingen die gedaan zijn in de computer van de robot.4 De tijden en data op de beelden van de bewakingscamera kwamen overeen met de persoon [uit het verdere verloop van de aangifte begrijpt de rechtbank dat bedoeld is: verdachte] die via de crosscheck van de presentielijst naar voren kwam. Nadat de beelden bekeken waren zagen wij dat deze persoon [de rechtbank begrijpt: verdachte] bij de betreffende computer stond waar de buitensporige hoeveelheid boekingen op is gedaan.
Vandaag [de rechtbank begrijpt: 1 maart 2017] omstreeks 11:16 uur was wederom een ongebruikelijke handmatige aanpassing in de registratie van de voorraad waargenomen. Ik heb [verdachte] aangesproken toen hij het bedrijfsterrein heeft verlaten en heb hem verzocht mee naar binnen te komen.5 Wij zien dat in zijn rugzak 8 à 10 doosjes Truvada zitten. Wij zien ook dat hij nog ongeveer 8 doosjes uit zijn kleding haalt. In totaal had [verdachte] 16 doosjes Truvada bij zich toen hij het bedrijfsterrein verliet.6
Getuige [getuige] heeft ter terechtzitting van 4 september 2019 onder andere het volgende verklaard,  zakelijk weergegeven.
Ik heb de camerabeelden gezien die in februari 2017 zijn opgenomen door de vaste bewakingscamera's binnen het filiaal van [benadeelde] in [vestigingsplaats] . Hierop was hetzelfde patroon te zien als uiteindelijk  is opgenomen  door de verdekt opgestelde camera's  van het externe onderzoeksbedrijf, die de camerabeelden  van 27 februari 2017   hebben opgenomen. Op de camerabeelden van de vaste camera's was te zien dat [verdachte] doosjes  medicijnen  in bakjes deed, die hij op elkaar stapelde. Hierdoor  waren de medicijnen zelf niet meer te zien. Vervolgens zag je dat [verdachte]   handelingen verrichtte op de computer van de medicijnrobot en dat hij met de bakjes met medicijnen van de ene medicijnrobot naar een andere medicijnrobot liep. Steeds wanneer te zien was dat [verdachte] op de computer van de medicijnrobot  handelingen  aan  het verrichten  was, zijn ook ongebruikelijke afboekingen  geregistreerd.
Vervolgens was een tijdje niets te zien op de camerabeelden. Daarna kwam verdachte weer in beeld en was te zien dat hij wegliep met zijn trui waarvan de buidel gevuld leek. Het patroon dat ik zag in de data, gecombineerd met de werktijden van [verdachte] en de camerabeelden waarop ik [verdachte] steeds dezelfde handelingen zag verrichten, waren aanleiding om een extern onderzoeksbureau in te schakelen om ook beelden te verkrijgen van hetgeen zich afspeelde na het moment dat verdachte uit het beeld van onze vaste bewakingscamera's verdween. Het onderzoeksbureau heeft verdekt opgestelde camera's geplaatst waarop uiteindelijk de beelden zijn opgenomen van de verduisteringen op 27 februari en 1 maart 2017.7
Camera-opnamen van de verduistering, gemaakt op 27 februari 2017. [verdachte] werd positief herkend door aangever [aangever 2] en getuige [getuige] .
10:48:35 uur: [verdachte] is werkzaam  op cel 5.
10:49:58  uur: [verdachte] loopt de trap op van cel 6 met vier  medicijnbakjes.
10:50:46 uur: [verdachte] zet de bakjes op de grond en gaat "hengelen". De eerste lading die door hem wordt gehengeld betreft ongeveer 10 doosjes van Truvada.
10:51:29 uur: bakje twee wordt gevuld door [verdachte] met 10 doosjes medicijnen. 10:51:49 uur: bakje drie wordt door [verdachte] gevuld  met ongeveer 6  doosjes.
10:52:10 uur: bakje vier wordt door [verdachte] gevuld met een ander medicijn. Dit bakje komt bovenop de stapel van de overige drie doosjes, waardoor alleen de producten  in het bovenste bakje zichtbaar zijn.
10:52:51 uur: [verdachte] voert handelingen uit in het computersysteem. Deze afboeking  is aangetroffen  in het computersysteem op cel 6 om 10.53  uur.
10:53:30 uur: [verdachte] arriveert op het werkgedeelte van cel
5met de vier bakjes. Hij verricht geen handelingen op de computer van cel 5, wat normaal gesproken noodzakelijk  is om de aanvulling van  betreffende medicijnen te registreren.
10:53:40 uur: er is zichtbaar dat [verdachte] de medicatie uit de receptbakjes in een lege, niet in gebruik zijnde, schacht geplaatst heeft. Hij stapelt de bakjes weer in elkaar en loopt weg van cel 5. Er wordt ook nu door hem niets geregistreerd  in de computer  van cel 5.8
I 1:18:48 uur tot en met 11:22:38 uur: [verdachte] haalt, ter hoogte van waar hij eerder de ongeregistreerde producten had neergelegd, twee producten uit de betreffende schacht. Hij loopt tussen de twee robots door. Daar blijft hij enkele seconden staan buiten het zich van de camera's. Als [verdachte] vervolgens weer in beeld komt van de camera zijn zijn handen leeg. Tussen de robots is een smal looppad waar niets staat waar hij de producten kwijt zou kunnen. [verdachte] herhaalt deze handeling nogmaals. 11:22:50 uur: als [verdachte] aan de voorzijde van de robot loopt trekt hij zijn sweater uit. Loopt met de sweater in zijn hand. Heeft de producten niet meer in handen. De buidel van zijn sweater ziet er gevuld uit.
1
1:23:37 uur: [verdachte] loopt in de richting van de kleedkamer waar hij naar binnen gaat.
11:24:36 uur: [verdachte] verlaat de kleedruimte. Hij heeft de sweater weer aan. Er is te zien dat de buidel zacht heen en weer wiegt waardoor de buidel gevuld   oogt.
11:25:28: [verdachte] verlaat de apotheek en gaat naar  buiten.9
Uit voorraadlijst III van het medicijn Truvada (met daarop aantekeningen  naar aanleiding  van de uitgekeken interne camerabeelden) blijkt dat op 3 februari 2017 (2x 26 verpakkingen Truvada), 6 februari 2017 (2 x 26 verpakkingen  Truvada),  7 februari 2017 verpakkingen
Truvada), 8 februari 2017 (26 verpakkingen Truvada), 13 februari 2017 (26 verpakkingen
Truvada), 14 februari 2017 (26 verpakkingen Truvada), 16 februari 2017 (26  verpakkingen
Truvada), 17 februari 2017 (26 verpakkingen Truvada) en 27 februari 2017 (26 verpakkingen Truvada) ongebruikelijke afboekingen hebben plaatsgevonden. 10 Daarnaast volgt uit de voorraadlijsten I en II dat ook in de rest van de ten laste gelegde periode, zowel op het medicijn Truvada als Atripla, nog tientallen ongebruikelijke handmatige afboekingen hebben plaatsgevonden.11
Uit het overzicht' Aanwezigheidscheck Truvada', blijkt dat [verdachte] aanwezig was op (nagenoeg) alle data waarop ongebruikelijke afboekingen hebben plaatsgevonden op Truvada, waaronder op 3, 6, 7, 8, 13, 14, 16, 17 en 27 februari 2017.12
Verbalisant [verbalisant] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Uit het onderzoek is gebleken dat [verdachte] over veel contant geld beschikte. Deze contante gelden kunnen niet verklaard worden uit zijn legale inkomen en/of uit het legale inkomen van zijn vriendin [A] . Uit de verstrekte gegevens van de belastingdienst is tevens geen ander vermogen van [verdachte] en [A] gebleken waarmee de herkomst van dit contante geld verklaard kan worden.13
Uit een overzicht van stortingen en boekingen op het rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [verdachte] blijkt dat op meerdere tijdstippen in de ten laste gelegde periode een totaalbedrag van€ 46.510,- aan contante geldbedragen op de rekening van verdachte is gestort.14
Uit overzichten van de inkomsten van verdachte en [A] over de periode 2014 tot en met 2016 blijkt dat verdachte in deze periode gemiddeld€ 26.855,- en [A] gemiddeld€  12.900,- per jaar heeft verdiend. 15
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht het onder 1 en 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. Voor bewezenverklaring van het tenlastegelegde verdeelt de rechtbank de diverse verduisteringen in de ten last gelegde periode onder in de navolgende drie onderdelen. Het eerste onderdeel ziet op de data waarvan verdachte heeft bekend dat hij medicijnen heeft verduisterd. Het tweede onderdeel ziet op de data in februari 2017 waarvan camerabeelden zijn uitgekeken en waarop verdachte is herkend . Het derde onderdeel ziet op de overige data in de ten laste gelegde periode.
De door verdachte  bekende verduisteringen
Ten eerste stelt de rechtbank- op basis van de bekennende verklaring van verdachte en de aangifte - vast dat verdachte op 21 februari 2017 vier verpakkingen Truvada en op 1 maart 2017 zestien verpakkingen Truvada heeft weggenomen bij [benadeelde] en dat hij de vier verpakkingen,  die hij op 21 februari 2017 heeft verduisterd, vervolgens heeft  verkocht.
De verduisteringen op camerabeelden
Uit de aangifte en voorraadlijst III van de medicijnen Truvada blijkt dat ook op verschillende data in februari 2017 sprake was van ongebruikelijke afboekingen. Verdachte heeft ter terechtzitting gedetailleerd verklaard over de wijze waarop hij bij het plegen van de verduisteringen op 21 februari 2017 en 1 maart 2017 te werk ging. Dit is dezelfde werkwijze die te zien is op de camerabeelden  van 27 februari 2017, die hierboven zijn beschreven.
Verdachte is door twee oud-collega's, [aangever 2] en [getuige] , op deze camerabeelden herkend. Uit de getuigenverklaring van [getuige] blijkt dat op de interne   camerabeelden
hetzelfde patroon van wegnemen, afboeken en via medicijnbakjes wegleggen te zien is als op de camerabeelden van het externe onderzoeksbureau van 27 februari 2017. Op basis hiervan stelt de rechtbank vast dat verdachte op verschillende data in februari 2017 in totaal 286 verpakkingen Truvada heeft verduisterd.
Overige  verduisteringen in de tenlastegelegde periode
Op grond van voornoemde voorraadlijsten I en II van de medicijnen Atripla en Truvada stelt de rechtbank vast dat ook in het resterende deel van de ten laste gelegde periode  vergelijkbare ongebruikelijke afboekingen zijn gedaan waarbij de genoemde medicijnen  uit de voorraad zijn verdwenen. Uit het overzicht Aanwezigheidscheck blijkt dat verdachte op nagenoeg alle tijdstippen  van ongebruikelijke afboekingen  bij [benadeelde] aan het werk was.
De rechtbank overweegt dat de door verdachte naar voren gebrachte stelling, dat het ook anderen van de vele werknemers bij [benadeelde] kunnen zijn geweest die in die periode de medicijnen zouden kunnen hebben weggenomen, geen steun vindt in het  dossier.
Desgevraagd  heeft verdachte, naast de enkele ontkenning en het wijzen op mogelijke  anderen, ook ter terechtzitting hier geen andere concrete details over willen of kunnen geven zodat zijn stelling voor de rechtbank niet controleerbaar is. Daarbij geldt dat verdachte aantoonbaar een
modus operandihad, waarbij juist zijn specifieke functie van  robotbeheerder, met de daarbij horende toegang tot en kennis van het bedienen van de robot, het 'hengelen'  naar medicijnen en het gebruiken  van de medicijnbakjes om de medicijnen weg te leggen, voor zijn handelwijze kenmerkend zijn . Dat anderen zich op dezelfde mani er, naast verdachte, bezig hielden met verduistering van medicijnen bij aangever is naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet aannemelijk geworden. De rechtbank neemt daarbij in haar overwegingen mee dat verdachte ter terechtzitting aantoonbaar heeft gelogen door te ontkennen dat hij op 27 februari 2017 medicijnen  heeft verduisterd, terwijl de rechtbank  heeft vastgesteld dat hij dit die dag met de hierboven vennelde
modus operandiwel degelijk heeft gedaan.
Daarnaast dient ter ondersteuning van het daderschap van verdachte dat hij in de ten laste gelegde periode over een grote hoeveelheid contant geld beschikte die hij op gezette tijden   op zijn rekening stortte. De aanwezigheid van dergelijke contante bedragen is met zijn inkomen uit zijn werkzaamheden als robotbeheerder niet te verklaren. Ook uit de legale inkomsten van zijn vriendin en schoonmoeder, die volgens de verklaring van verdachte voor een deel van het geld gezorgd zouden hebben, kan zoveel contant geld niet worden   verklaard. De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte dit contante geld sinds zijn
achttiende thuis spaarde van zijn legale inkomsten uit werk en op een gegeven moment is begonnen dit geld op zijn rekening te storten. Deze stelling, waar verdachte eerst op zitting mee kwam, is echter niet nader onderbouwd met concrete, controleerbare gegevens en vindt ook overigens geen steun in het dossier. De rechtbank acht ook die verklaring daarom onaannemelijk en kan niet anders concluderen dan dat de grote hoeveelheden contant geld afkomstig moeten zijn van de verkoop van de door verdachte in die periode bij zijn werkgever verduisterde medicijnen.
Geen vergunning om medicijnen (door) te  verkopen
De rechtbank is van oordeel dat gelet op voornoemde feiten en omstandigheden, in onderling verband en in samenhang bezien, wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich  schuldig heeft gemaakt aan verduistering van meerdere verpakkingen Truvada en Atripla bij zijn toenmalig werkgever [benadeelde] en dat hij deze vervolgens zonder vergunning heeft verkocht. Dat verdachte zonder vergunning deze medicijnen  heeft verkocht, leidt de  rechtbank af uit verdachte's verklaring die inhoudt dat hij robotbeheerder was en dus geen apotheker, huisarts of een bij ministeriele regeling aangewezen persoon om voornoemde medicijnen te verkopen.
Uit de bewijsmiddelen volgt weliswaar niet precies hoeveel verpakkingen medicijnen verdachte in de gehele ten laste gelegde periode heeft verduisterd en verkocht, maar wel kan worden vastgesteld dat het om meerdere verpakkingen Truvada en Atripla   gaat.
Naar het oordeel van de rechtbank kan zowel het onder feit I als het onder feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend  worden bewezen.