Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 augustus 2019 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
17 januari 2019 het dossier bestudeerd, de hoorzitting bijgewoond en informatie van de behandelend sector in de heroverweging betrokken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle medische informatie over eiseres van de afgelopen jaren besproken in de rapportage. Daarnaast gaat de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook uitgebreid (bijvoorbeeld op pagina 8 en pagina 10 van het rapport) in op de brieven van bedrijfsarts [A] . [A] heeft in zijn stukken de testen door het CVS/ME-centrum van 11 januari 2018 beoordeeld. De verzekeringsarts bezwaar en beroep geeft in de beschouwing weliswaar niet expliciet aan dat zij het oneens is met [A] , maar uit de door de verzekeringsarts bezwaar en beroep gegeven zelfstandige beoordeling van de testen van het CVS/ME-centrum blijkt dat dit wel het geval is. Verzekeringsarts bezwaar en beroep Frenay heeft vervolgens in beroep opnieuw op de gronden van eiseres gereageerd en herhaald dat de klachten en beperkingen van eiseres al langer bekend zijn. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende gemotiveerd dat al eerder rekening is gehouden met de klachten van eiseres. Al in 2005 wordt in het huisartsenjournaal gesproken over vermoeidheid en in een brief van 9 januari 2007 wordt als conclusie chronische pijn en chronische vermoeidheid/fibromyalgie genoemd. Er werden destijds al forse beperkingen voor aangenomen. Als doel van de behandeling werd herstel van de extreme vermoeidheidsklachten genoemd. In deze feiten en omstandigheden kan nauwelijks tot geen wijziging meer optreden, aldus Frenay. De rechtbank kan deze motivering waarom geen sprake is van nieuwe feiten volgen. De beroepsgrond slaagt niet.
Beslissing
mr. M. van Dalen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op