11.BESLISSING
- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het primair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
1 maand;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
twee (2) jarenvast;
- als
voorwaardengelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich houdt aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft. Verdachte dient zich te melden en zich te blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
* actief deelneemt aan de gedragsinterventie cognitieve vaardigheden (CoVa) of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden, te bepalen door de reclassering. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
100 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 50 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
Benadeelde partij [slachtoffer]
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 416,99;
- wijst de vordering van [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 416,99 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 november 2016 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 8 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P.J. Janssens, voorzitter, mrs. N.V.M. Gehlen en
W.S. Ludwig, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.A.L. van Dreumel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 oktober 2019.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 15 november 2016 in de gemeente [woonplaats] , opzettelijk brand heeft gesticht aan/nabij een woning gelegen aan [adres] , immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk
- een molotov-cocktail, althans een fles gevuld met benzine, aangestoken en/of (vervolgens)
- gegooid naar die woning, althans gegooid naar die woning, althans gegooid in een bij die woning gelegen tuin, ten gevolge waarvan een barbecue en/of een parasol en/of een of meer stoelen geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die barbecue en/of parasol en/of stoelen en/of een nabij gelegen schutting en/of een of meer omringende woningen en/of zich in die woningen bevindende personen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor [slachtoffer] en/of [A] en/of een of meer andere personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen, te duchten was;
hij op of omstreeks 15 november 2016 in de gemeente [woonplaats] opzettelijk en wederrechtelijk een barbecue en/of een parasol en/of een of meer stoelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [A] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, door toen aldaar opzettelijk en wederrechtelijk een molotov-cocktail, althans een fles gevuld met benzine, aan te steken en vervolgens in de tuin van een woning gelegen aan [adres] te gooien.